Historici en (amateur)detectives kijken al jaren reikhalzend uit naar de laatste geheime dossiers over de moord op president John F. Kennedy. Tenzij president Donald Trump er een stokje voor steekt, worden de documenten vóór 26 oktober vrijgegeven.
Sinds de moord op 22 november 1963 verschenen er talloze boeken, series, films en documentaires over het leven van de onfortuinlijke president. De moord op Kennedy – op klaarlichte dag tijdens een rondrit in een open limousine door Dallas, Texas – is daarin vaak onderwerp van speculatie.
Voer te over voor wilde samenzweringstheorieën. De moord speelde zich af op het hoogtepunt van de Koude Oorlog en president Kennedy was een notoire schuinsmarcheerder. Hij ruziede met de CIA en verklaarde de oorlog aan de georganiseerde misdaad. Was bij de moord sprake van een CIA-complot, een maffia-afrekening of ging het om een eenling?
Buitenlandse bemoeienis of een groot complot
De Warren-commissie, die in opdracht van president Lyndon B. Johnson de moord onderzocht, concludeerde in 1964 dat er sprake was van het laatste. De Amerikaan Lee Harvey Oswald – vlak na de moord gearresteerd – zou op eigen houtje vanuit een nabijgelegen kantoorgebouw driemaal op de colonne van de president hebben gevuurd.
Oswald had communistische sympathieën, maar de commissie zag verder geen aanwijzingen voor buitenlandse bemoeienis of een wijdvertakt complot. Saillant detail: twee dagen na de moord op Kennedy werd Oswald tijdens zijn verplaatsing naar een gevangenis zelf doodgeschoten door Jack Ruby, een Amerikaanse nachtclubeigenaar met banden met de onderwereld. Ruby verklaarde spontaan te hebben gehandeld.
Vaag over de motieven van Oswald
Bij publicatie van het 888 pagina’s tellende Warren-rapport staat 56 procent van de Amerikanen achter de bevindingen. In 1966 is dat nog maar 36 procent. De publicatie krijgt daarnaast veel (inhoudelijke) kritiek te verduren. Er zou sprake zijn van haastwerk en het rapport blijft vaag over de motieven van Oswald. ‘De commissie gelooft niet dat er één of meerdere motieven aan Oswald zijn toe te schrijven.’ Ook zou de hechte band van commissievoorzitter Earl Warren met de Kennedy-familie zijn onderzoekstaken in de weg hebben gestaan.
Ter Herinnering John F. Kennedy
In deze ruim geïllustreerde uitgave brengt Elsevier Weekblad het leven van Kennedy, zijn afgebroken presidentschap en zijn nalatenschap in beeld.
Via de shop te bestellen voor
€ 8,95
Gerald Ford, lid van de Warren-commissie en de latere president, fungeerde bovendien als informant van de FBI. Uit documenten die na zijn dood in 2006 werden vrijgegeven, blijkt dat twee andere commissieleden niet achter de conclusies van hun eigen rapport staan. Ook president Johnson en Robert Kennedy, de broer van de vermoorde president, gaven privé toe twijfels te hebben over de Warren-bevindingen.
Geen lijfwachten op de treeplanken van de auto
In 1979 concludeerde een tweede federale onderzoekscommissie, de House Select Committee on Assassinations (HSCA), dat er wel degelijk sprake kan zijn geweest van meer dan één schutter. De commissie was (onder meer) in het leven geroepen naar aanleiding van de amateurbeelden die toeschouwer Abraham Zapruder van de moord maakte.
Op de iconisch geworden beelden is te zien hoe Kennedy tweemaal wordt geraakt. Naast de president zit zijn vrouw Jackie. Tijdens het schieten staan er geen lijfwachten op de treeplanken van de auto. Hoewel de schoten volgens de eerste lezing van achteren komen, klapt het hoofd van Kennedy bij het tweede, fatale schot naar achteren.
De HSCA stelt dat de moord ‘waarschijnlijk’ het resultaat is van een samenzwering tegen de president, een conclusie die leidde tot nieuwe speculaties.
80 procent van het materiaal is al vrijgegeven
Oliver Stones complotfilm JFK veroorzaakte in 1991 opnieuw ophef. De speelfilm zette het Amerikaanse Congres in 1992 aan tot een wet – de JFK Records Act – waarin is bepaald dat het Amerikaanse federale archiefagentschap (NARA) alle overheidsdocumenten over de Kennedy-moord moet verzamelen. Het grootste deel daarvan bestaat uit CIA- en FBI-materiaal.
Volgens de wet moeten deze documenten binnen 25 jaar volledig openbaar worden gemaakt door het NARA, tenzij de president uit landsbelang anders besluit. De betrokken inlichtingendiensten kunnen hiervoor ook zelf een verzoek indienen bij het Witte Huis. Ruim 80 procent van het materiaal is sinds het einde van de jaren negentig al vrijgegeven.
Complotdenkers laten zich niet van de wijs brengen door feiten
Uitgerekend president Donald Trump is degene die beslist over de vrijgave van de laatste dossiers en die daarmee (deels) een einde kan maken aan alle complottheorieën. Tijdens de Republikeinse voorverkiezingen van 2016 speculeerde Trump zélf nog dat de vader van zijn Republikeinse opponent Ted Cruz bij de moord op Kennedy betrokken was. De beschuldiging was gebaseerd op een discutabele foto in tabloid National Enquirer. Daarop zouden Oswald en Cruz’ vader samen te zien zijn.
Het is de vraag of de dossiers nieuwe informatie aan het licht zullen brengen. Deskundigen verwachten geen schokkende nieuwe feiten en complotdenkers laten zich sowieso niet door feiten van de wijs brengen.
Wel kan meer duidelijk worden over Oswalds reis naar Mexico-Stad een paar weken voor de moord, waar hij de ambassades van Cuba en de Sovjet-Unie bezocht. Ook is de verwachting dat de namen bekend worden van personen die eerder op basis van anonimiteit verklaringen aflegden over Oswald en de moord.
De FBI en CIA willen niet zeggen of ze Trump hebben gevraagd om openbaarmaking tegen te houden. Ook het Witte Huis laat niets los. Historici en (amateur)detectives moeten dus nog een paar weken geduld hebben. Het laatste woord is aan de president.
Wilt u wekelijks het laatste nieuws over Amerika ontvangen? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief van American Dreamers!