Geld speelt een grote rol bij het benoemen van een nieuwe ambassadeur: de president beloont rijke Amerikanen vaak voor hun financiële steun met een post in een fijn land. Dat is schadelijk.
Er bestaat een bandopname van Richard Nixon uit 1971 waarop is te horen hoe de president tegen zijn stafchef zegt dat wie een ambassadeurspost wil bekomen, minstens 250.000 dollar moet neertellen. Het is tegenwoordig niet anders: ongeveer een derde van alle ambassadeurs wordt rechtstreeks door de president benoemd, vaak om zijn kapitaalkrachtige vrienden te belonen voor hun royale bijdrage aan de verkiezingscampagne die hem in het Witte Huis bracht.
Barack Obama was van plan met deze gewoonte te breken, maar slaagde daar niet in. Je kunt de staf van de Amerikaanse ambassade in Den Haag niet bozer maken dan hun voor te houden dat het ambassadeurschap de afgelopen decennia voor een goed deel werd gekocht.
Dubieus karakter
Een behoorlijk ondemocratisch trekje. Want stel je voor dat je in Nederland à raison van 2 miljoen euro uit eigen middelen commissaris van de Koning in Drenthe kunt worden, zo je ten minste enige belangstelling hebt voor het hunebed.
Om het dubieuze karakter van de transactie enigszins te verbloemen, wordt de laatste decennia een aanvullende eis aan de geldschieters gesteld. Zo heeft de gulle Amerikaanse staatsburger wiens grootvader zijn zaak in koekoeksklokken in 1934 van Schaffhausen naar Cleveland heeft overgebracht, meer kans op de ambassade Bern dan wie niet over zo’n opa beschikt.
Voor Amerikanen die een loopbaan in de buitenlandse dienst overwegen, werkt de wetenschap dat zij voor drie van de tien ambassadeursposten nooit in aanmerking zullen komen, weinig wervend.
Met een heggenschaar
Dit alles wil niet zeggen dat er geen goede ambassadeurs van buitenaf (political appointees) komen. De geschiedenis telt een reeks illustere namen, zoals die van de Harrimans: William Averell in Moskou en Pamela in Parijs. Zij hebben ontegenzeggelijk eerder het oor van de president dan een carrièrediplomaat.
De regering-Trump loopt achter met het benoemen van ambassadeurs. Intussen raast minister Rex Tillerson van Buitenlandse Zaken met een heggenschaar door het personeelsbestand van zijn ministerie. Tillerson was voornemens binnen twee jaar tweeduizend ambtenaren te lozen. Het State Department begint steeds meer op een emmentalerkaas te lijken; en dat is minstens zo schadelijk als de politiek benoemde ambassadeurs.
Wilt u wekelijks het laatste nieuws over Amerika ontvangen? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief van American Dreamers!