Een Nederlander probeert tienduizenden euro’s af te trekken voor het onderhoud van een Duits jachtslot. Volgens hem valt het in 1701 gebouwde slot onder de monumentenaftrek, omdat de opdrachtgever banden had met het Nederlandse koningshuis.
Meld u hier gratis aan voor de Elsevier Weekblad Belasting Update, de wekelijkse nieuwsbrief met het laatste fiscale nieuws, analyses, achtergronden en commentaren. Elke vrijdag in uw postvak.
U denkt ongetwijfeld dat de onderhoudskosten van een buitenlands kasteel nooit aftrekbaar kunnen zijn, maar het Hof van Justitie van de EU (HvJ EU) ziet dit toch anders. Het is niet van belang waar een gebouw staat, er moet alleen worden gekeken naar de cultuurhistorische waarde voor Nederland.
De Hoge Raad oordeelde daarom in 2015 dat de Nederlandse eigenaar van een Belgisch kasteeltje toch recht had op monumentenaftrek.
Toch monumentenaftrek mogelijk?
De man heeft in 2008 tot en met 2011 tevergeefs geprobeerd om de onderhoudskosten van het jachtslot af te trekken. Na het arrest van de Hoge Raad is hij ervan overtuigd dat de rechter alsnog de aftrek zal toestaan en begint een rechtszaak bij Rechtbank Gelderland. Zijn vrouw vraagt ondertussen de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) om het jachtslot te erkennen als Nederlands erfgoed buiten Nederland.
Het jachtslot is door de Duitse deelstaat waarin het is gelegen erkend als een monument. Ook heeft een Duitse architectuurexpert in een rapport verklaard dat het jachtslot bijzondere, waarschijnlijk Nederlandse, bouwkenmerken heeft. Voor de rechter stelt de man bovendien dat het jachtslot binnenkort tot de Nederlandse Oranjeroute in Duitsland gaat behoren.
RCE-erkenning geweigerd
De RCE ziet het jachtslot wel als een monument, maar weigert het slot te erkennen als Nederlands erfgoed. Het is volgens de RCE niet gebleken dat het jachtslot dermate bijzonder is dat het voor Nederland behouden moet blijven.
Volgens de man is voor het recht op de monumentenaftrek niet beslissend dat de RCE-erkenning is geweigerd. Hij vindt dat de RCE veel te strenge eisen stelt aan een gebouw, maar onderbouwt dit niet echt. In de afwijzing van de RCE staat bovendien dat er ook is gekeken naar de ‘schoonheid’ en ‘betekenis voor de wetenschap’ van het jachtslot. De RCE hanteert dus juist ruimere grenzen dan het HvJ EU en de Hoge Raad.
Jachtslot voldoet niet aan de eisen van het HvJ EU
Rechtbank Gelderland kijkt alleen of het jachtslot voldoet aan de eisen die het Hof van Justitie van de EU stelt. Er moet sprake zijn van Nederlands cultuurhistorisch erfgoed dat als een Rijksmonument zou zijn aangewezen als het in Nederland lag.
Volgens de rechtbank is de monumentenaftrek terecht geweigerd door de inspecteur. Uit alle beschikbare informatie, waaronder het rapport van de Duitse architectuurexpert, blijkt alleen dat het jachtslot een aantal Nederlandse elementen heeft. Dit is niet voldoende om het slot als Nederlands cultuurhistorisch erfgoed aan te merken. Het maakt ook niet uit of het jachtslot, zoals de man stelt, één van ‘de meest buitengewone en ongewone vorstelijke gebouwen uit de periode rond 1700’ is. Voor het recht op monumentenaftrek is immers alleen van belang of het slot tot het Nederlands cultuurhistorisch erfgoed behoort.