Het is er de Britse premier Theresa May natuurlijk alles aan gelegen om een zo goed mogelijke deal voor Groot-Brittannië uit het vuur te slepen. Maar wat gaat het worden – een harde of een zachte Brexit? Het zijn termen die veelvuldig vallen de laatste tijd, maar waar staan ze voor?
Volgens de Britse regering is er helemaal geen verschil tussen een ‘harde’ en een ‘zachte’ Brexit. Wat we willen, is gewoon de enige juiste Brexit, sprak de minister van Financiën Philip Hammond in navolging van zijn premier. May vindt de term ‘harde’ Brexit helemaal niks, want een ‘valse keuze’. Toch lijkt ze er wel op aan te sturen, al is haar boodschap dubbelzinnig. Welke kant kan het op?
Zacht versus hard
Bij een zachte Brexit (soft Brexit) is Groot-Brittannië weliswaar uit de Unie gestapt, maar geniet het toch nog van een aantal voordelen die de EU biedt. Soevereiniteit wordt teruggehaald uit Brussel, de toegang tot de interne markt – de gemeenschappelijke Europese markt – blijft in stand. Het is een scenario waar het Remain-kamp wellicht wel mee kan leven. Maar meepraten in de Europese Raad (met bijvoorbeeld de machtige Franse president en de Duitse bondskanselier) is er niet meer bij. Er wordt afscheid genomen van het Europees Parlement, en ook leveren de Britten geen EU-commissaris meer. Omdat Groot-Brittannië in de douane-unie blijft, zal de export niet aan grenscontroles worden onderworpen. Landen als Zwitserland en Noorwegen strekken tot voorbeeld. Dat land is aangesloten bij de Europese Economische Ruimte.
Een harde scheiding (hard Brexit) betekent dat de Britten de interne markt zullen verlaten, en in plaats daarvan zullen inzetten op een handelsdeal met de EU. Op die manier moet de economie niet al te zware klappen krijgen. In dit scenario heeft het stoppen van immigratie de (absolute) prioriteit, zelfs als dat ten koste gaat van de handel, en de ongelimiteerde toegang tot de interne markt. Bij een harde Brexit kan Groot-Brittannië vermoedelijk niet meer bogen op een bevoordeelde positie. Waarom? Omdat de kans groot is dat de Britten dan weer te maken krijgen met zaken als importheffingen. Wat rest is lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie. Niet voor niets ziet het bedrijfsleven dit scenario met lede ogen aan. De koers van het pond kwam eerder deze maand al onder druk te staan vanwege deze zorgen.
Hinken op twee gedachten
Theresa May hinkt duidelijk op twee gedachten. Enerzijds wil ze de haviken in haar partij tevreden houden – de Conservatieven die zich altijd al hardop hebben uitgesproken voor een Brexit. Groot-Brittannië wordt weer een onafhankelijk en soeverein land dat helemaal zelfstandig beslissingen kan nemen – bijvoorbeeld op het belangrijke dossier immigratie, gaf May aan op het partijcongres. Weg met het vrije verkeer van personen dus – een van de pijlers van de EU. Anderzijds belooft ze bedrijven dat zij toegang blijven houden tot de interne markt.
Maar de andere 27 EU-leiders waren er duidelijk over: voor wat, hoort wat. Vorige week werd May dreigend toegesproken op haar eerste EU-top, nadat ze had gezegd dat haar land ook na een Brexit een volwaardige rol blijft spelen in de EU.
De Britten moeten honderdduizenden migranten blijven opnemen in hun land. Zo niet, wordt de Britse hoop op toegang tot de interne markt de grond ingeboord, waren de waarschuwende woorden uit Brussel.