De Duitse bondskanselier Angela Merkel denkt niet dat er nog meer landen de Europese Unie zullen verlaten. Dit zegt ze aan de vooravond van de Brexit. Volgende week zal de Britse premier Theresa May de Artikel 50-procedure in gang zetten.
‘Elke lidstaat heeft hier natuurlijk zijn eigen opvatting over de toekomst, maar de ingeslagen weg is duidelijk: we gaan nauwer samenwerken met defensie, grensbewaking en de strijd tegen islamitisch terrorisme,’ zegt Merkel in een interview met Passauer Neue Presse. ‘We leggen de nadruk op wat ons economisch bindt. Hiermee zorgen we ervoor dat onze kinderen en kleinkinderen straks een baan hebben.’
60 jaar Verdrag van Rome
Merkel zegt dit aan de vooravond van de Europese top in Rome. Daar zullen 27 regeringsleiders – Theresa May blijft in Londen – het zestigjarige jubileum van het Verdrag van Rome vieren. Dat verdrag wordt gezien als een van de eerste bouwstenen van de huidige Europese Unie.
De aankondiging van de Brexit speelt geen rol bij het jubileum van het Verdrag van Rome. Voor Merkel zijn de prioriteiten helder. Eerst moet het uittreedverdrag met het Verenigd Koninkrijk op een waardige manier tot stand komen; daarna moet worden gekeken hoe de overige lidstaten nauw met elkaar gaan samenwerken.
Twee snelheden
Op dezelfde dag zinspeelt Wolfgang Schäuble opnieuw op een Europese Unie met meerdere snelheden. In een interview met de Financial Times zegt de Duitse minister van Financiën dat lidstaten die onderling verder willen integreren, dat moeten doen. ‘En andere die willen volgen, moeten dat ook kunnen doen.’ Schäuble pleit ook voor een gezamenlijk defensiebeleid om de kloof tussen West- en Oost-Europa te overbruggen.
Schäuble vindt dat de Europese Unie in een paradoxale situatie is beland: ‘Aan de ene kant groeit het besef dat de Europese Unie haar verantwoordelijkheid moet nemen, als een grote mogendheid. Aan de andere kant merken we dat een toenemend aantal mensen hun twijfels hebben bij de Unie.’ De EU heeft volgens Schäuble geen baat bij een kleinere rol van Duitsland: ‘Het is oneerlijk te zeggen dat het sterkste land schuldig is, omdat het het sterkst is.’