De auditeur-militair bij het Surinaamse Openbaar Ministerie (OM) heeft woensdag 20 jaar celstraf geëist tegen president Desi Bouterse (71) voor zijn aandeel in de Decembermoorden van 1982. In een zitting van de krijgsraad wees aanklager Roy Elgin de toenmalige legerleider aan als hoofdverantwoordelijke voor de dood van vijftien tegenstanders van het toenmalige militaire regime van Bouterse.
Die tegenstanders werden op 8 december 1982 gemarteld en vermoord in Fort Zeelandia, het toenmalige hoofdkwartier van de militaire machthebbers.
Verklaringen van overlevende vakbondsleider
Bouterse was daar destijds bij aanwezig, verklaarde aanklager woensdag. Hij verwees naar de verklaringen van de inmiddels overleden Fred Derby, die als vakbondsleider de enige overlevende was van de slachtpartij. Volgens de aanklagers is er echter geen bewijs dat Bouterse daar zelf schoten heeft afgevuurd. Bouterse heeft altijd ontkend toen in het fort aanwezig te zijn geweest, en bovendien volgehouden dat de vijftien zijn gedood tijdens een vluchtpoging.
Ook vindt Elgin dat moord met voorbedachten rade is bewezen. De Decembermoorden waren volgens hem ‘goed voorbereid’ en er was een draaiboek. De inmiddels overleden sergeant Paul Baghwandas werd door de aanklager aangewezen als uitvoerder. ‘Hij was de beul, de baas,’ aldus Elgin.
De nabestaanden van de slachtoffers zijn tevreden over de strafeis. Ze waren ook blij met het requisitoir van Elgin. Bram Behr, broer van een van de slachtoffers, zei dat de eis duidelijk maakt ‘dat de rechtsstaat van Suriname goed functioneert’.
Proces stoppen
Bouterse was toen legerleider, maar intussen president van Suriname. Hij heeft voortdurend geprobeerd het proces tegen hemzelf en 24 andere verdachten te stoppen. Het Surinaamse Hof van Justitie – de hoogste rechterlijke instantie in het land – oordeelde in mei echter dat het proces over de Decembermoorden toch door moest gaan.
Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor onze nieuwsbrief >>
De krijgsraad had, voordat het OM beroep aantekende, een verzoek van de procureur-generaal om het strafproces te stoppen naast zich neergelegd. Dit verzoek was een opdracht van Bouterse zelf.
Hij gebruikte daarvoor artikel 148 uit de Surinaamse Grondwet, dat de president de mogelijkheid biedt om een strafproces te stoppen als de staatsveiligheid in het geding is.
Het was de tweede keer dat Bouterse trachtte het proces te stoppen. Eerder deed hij dat door een Amnestiewet in werking te stellen, maar die wet werd in juni vorig jaar afgewezen.
Bouterse, in Nederland veroordeeld voor drugssmokkel, werd in juli 2015 opnieuw herkozen. Het was de tweede keer dat hij op democratische wijze aan de macht kwam in Suriname. Eerder bestuurde hij het land als dictator nadat hij in 1980 via een militaire coup de macht had gegrepen.