De Israëlische regering heeft een voorheen onbevoegde nederzetting op de Westelijke Jordaanoever gelegaliseerd nadat daar afgelopen maand een bewoner was doodgeschoten.
Dat meldt persbureau Reuters. Op 9 januari van dit jaar werd de rabbijn Raziel Shevah doodgeschoten vanuit een langsrijdend voertuig toen hij vlak bij zijn huis reed.
In de vrij afgelegen enclave Havat Gilad wonen ongeveer vijftig gezinnen. Volgens de Israëlische minister-president Benjamin Netanyahu was legalisering nodig om ‘de continuering van het dagelijks leven te waarborgen’. De beslissing werd unaniem gesteund door het Israëlische kabinet.
Welk vredesproces verstoort Trump eigenlijk?, vraagt Robbert de Witt zich af
Palestijnen woedend over besluit
Een woordvoerder van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO veroordeelde de beslissing van de Israëlische regering. Sinds de Westelijke Jordaanoever in 1967 in handen van Israël is, proberen de Palestijnen met steun van een groot deel van de internationale gemeenschap aanspraak te maken op het gebied voor een toekomstige staat.
‘Alle nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever zijn illegaal en moeten verdwijnen,’ aldus Wasel Abu Youssef. Volgens de Palestijnen hangt het besluit van Netanyahu nauw samen met de beslissing van de Verenigde Staten om Jeruzalem te erkennen als de hoofdstad van Israël. Met die beslissing breekt de Amerikaanse president Donald Trump met het buitenlandbeleid van zijn voorgangers. Buitenlandse ambassades in Israël zijn doorgaans in Tel Aviv gevestigd vanwege de omstreden status van Jeruzalem.
De Verenigde Naties zien graag een vredesakkoord met een tweestatenoplossing voor het conflict tussen Israël en Palestina. Hierbij zou Oost-Jeruzalem de hoofdstad van de Palestijnen worden.