Een opmerkelijke asielzaak in België: een rechter heeft de uitzetting van de veroordeelde Marokkaanse Syriëganger Bilal S. verhinderd. De reden? S. loopt in Marokko het risico te worden gefolterd en hem uitzetten is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Belgische staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken is verbijsterd.
‘U moet mij eens uitleggen wat ik dan wel met Syriëstrijders moet doen. Ik weet het ook niet meer. De rechterlijke instanties maken het op de duur zo moeilijk om nog een efficiënt beleid te kunnen voeren,’ reageert Francken vrijdag op het oordeel van de rechter.
S. reisde naar Syrië met ‘speciale opdracht’
De veroordeelde Syriëganger Bilal S., alias Abou Sayifa, maakte deel uit van de terreurcel van Khalid Zerkani, die als de grootste jihadistenronselaar van België geldt, en betrokken was bij de islamitische aanslagen in Brussel en Parijs. Hij zou onder meer Abdelhamid Abaaoud, het vermeende brein achter de aanslagen in Parijs, hebben gerekruteerd, en werd in 2015 veroordeeld tot twaalf jaar cel.
Uit het weekblad
Verslag vanuit Damascus: hopen dat Assad snel wint
S. stond in 2015 met Zerkani en 29 andere verdachten terecht in Brussel en werd veroordeeld tot vijf jaar cel. Hij reisde in 2013 naar Syrië in opdracht van Zerkani voor een ‘speciale missie’. In de weken na zijn terugkeer had hij ook nog diverse keren contact met Zerkani, maar de Belgische autoriteiten hebben nooit echt kunnen uitvogelen wat de twee precies van plan waren. In 2017 kwam hij vrij.
Omdat S. de Marokkaanse nationaliteit heeft wilde de Belgische Dienst Vreemdelingenzaken hem zijn verblijfsrecht ontnemen en terugsturen naar Marokko. De immigratiedienst baseerde zich daarbij op zijn veroordeling en op de analyse van het Belgische antiterreurorgaan OCAD. Het OCAD bestempelde Bilal S. als staatsgevaarlijk, en gaf hem in de loop van vorig jaar tot twee keer toe het dreigingsniveau drie.
Uitzetting is in strijd met EVRM
Ondanks dit alles mag België de man niet terugsturen naar zijn thuisland. De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen heeft de beslissing van de immigratiedienst geschorst omdat er ‘geen stappen zijn ondernomen om garanties te krijgen dat Bilal S. bij terugkeer niet onmenselijk wordt behandeld’.
Als Bilal S. bij uitzetting het risico loopt op martelingen, is dat in strijd met Artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waarin martelpraktijken worden verboden. De immigratiedienst zou wel hebben betoogd dat Bilal S. geen gevaar loopt in Marokko, maar volgens de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen was dat pleidooi gebaseerd op ‘nogal eenzijdige citaten uit bronnen’.