Parijs: Alleen voor superrijken en arme migranten

12 november 2018Leestijd: 5 minuten
Parijs

Te vies, te gestresst en vooral: te duur. De middenklasse heeft in Parijs niets meer te zoeken. ‘Over twintig jaar is deze stad een museum.’

Ze staan er nog steeds versteld van. Camille Garnier (35) en Cédric Martinelli (46) hadden genoeg van Parijs en zetten een advertentie om hun appartement in het noordoosten te verkopen. Binnen twee dagen was het weg voor de vraagprijs. ‘We hadden ingezet op 515.000, in de hoop op 5 ton uit te komen,’ zegt de Parisienne. ‘Maar het ging zo makkelijk dat ik denk dat we er wel meer voor hadden kunnen krijgen.’

Ruim een half miljoen euro, voor een zeer bescheiden appartement: de schoenenkasten staan op het toilet, in het badkamertje paste net een bad en waar het maar kon, is bergruimte gecreëerd. De 53,5 vierkante meter wordt optimaal benut.

Maar nu er twee kleine meisjes rondscharrelen, is het flatje echt te klein. En er is het gesjouw met kinderen, boodschappen en fietsjes naar de vierde verdieping.

De grafisch vormgever en de cameraman maakten een flinke winst bij de verkoop: ze kochten het appartement vier jaar geleden voor 318.000 euro en verbouwden het voor 30.000 euro. Met een prijs van ruim 9.600 euro per vierkante meter zitten ze nog net onder het gemiddelde voor dit deel van Parijs, dat nu boven de 9.800 ligt.

De symbolische grens van 10.000 euro zal over niet al te lange tijd worden gepasseerd, zegt vastgoeddeskundige Henry Buzy-Cazaux (54), directeur van makelaarsopleiding IMSI. ‘De prijzen zijn de afgelopen tien jaar onophoudelijk gestegen. Parijs blijft net als andere hoofdsteden aantrekkelijk vanwege de banen, het culturele aanbod en de restaurants. Van alle grote bedrijven heeft 90 procent het hoofdkantoor in de hoofdstad. No-go-area’s zijn er nauwelijks meer, burgemeesters hebben de stad de afgelopen jaren flink opgeknapt. Veel kan er niet meer bij worden gebouwd, de schaarste drijft de prijs nog meer op. Parijs heeft een extra aanzuigende werking, omdat Frankrijk zo sterk is gecentraliseerd.’

Ook voor boodschappen betaal je in Parijs de hoofdprijs

De hoge prijzen hebben ingrijpende gevolgen voor de bevolkingssamenstelling. Uit onderzoek van afgelopen voorjaar blijkt dat zeven op de tien inwoners van de regio Parijs zin hebben om te vertrekken. Van de hoofdstedelingen wil 56 procent weg. Zij hebben genoeg van de stress, hoge kosten voor levensonderhoud en de vervuiling.

Garnier: ‘De sfeer in de stad is veel gespannener sinds de aanslagen van 13 november 2015. Ik kan geen militair meer zien en geen sirene meer horen. Mensen zijn gejaagd, je wordt op straat omvergelopen.’ Het staat de twee ook tegen dat ze de hoofdprijs betalen voor de dagelijkse boodschappen bij de buurtsuperette. ‘Toen ik laatst naar de hypermarché ging bij mijn familie in Bretagne, realiseerde ik me weer hoe ontzettend duur het in Parijs allemaal is.’

Met twee kleine kinderen is het bovendien een stuk lastiger om alle mooie exposities te blijven bezoeken, het bioscoopabonnement is al lang de deur uit. ‘We hoeven niet per se meer te wonen op de plek waar het gebeurt. Maar als we een groter appartement met een balkon of misschien zelfs wel een tuin hadden kunnen kopen, zouden we zeker langer zijn gebleven,’ zegt Garnier.

‘Betaalbare woonruimte voor de middenklasser is er niet in Parijs,’ zegt geograaf Christophe Guilluy (54), die onlangs het essay No society uitbracht. De titel verwijst naar een samenleving waarin de onder- en bovenlaag uit elkaar worden gedreven. ‘Het einde van het metropool­model nadert, het is uit met big is beautiful, het idee dat steden steeds groter moeten worden en plek moeten bieden aan alle geledingen van de samenleving. Dat is geen complot. Grote steden zijn simpelweg onderworpen aan de wet van vraag en aanbod.’

‘Twee groepen wonen in toekomst in Parijs: superrijken en immigranten’

Met het stijgen van de huizenprijzen doen ook buurtwinkels, cafés en restaurants er een schepje bovenop. Het gevolg is dat de gewone man, die geen 7 euro wil neertellen voor een in een jampot geserveerd biertje, niet mee kan komen. ‘Steden worden over een paar decennia bewoond door twee groepen: enerzijds de superrijken, anderzijds mensen met lage inkomens en immigranten die voor de socialewoningbouw in aanmerking komen. Zij staan in de keuken van de restaurants waar mensen uit de gegoede klasse eten, maken hun huizen schoon en passen op hun kinderen.’

Deze ontwikkeling is niet ongevaarlijk, zegt Guilluy. ‘Onderwijzers, politiemensen en verplegers kunnen niet meer in de stad blijven wonen, terwijl ze daar wel hard nodig zijn.

‘Een ander gevolg is dat de bevolking steeds homogener wordt. Culturele voor­zieningen gaan zich richten op die kapitaalkrachtige bovenlaag, wat voor intellectuele monocultuur zorgt. Ik woon zelf nog in Oost-Parijs en ik merk het al: op alle etentjes waar ik word uitgenodigd, komt hetzelfde soort mensen met dezelfde meningen. En als ik dan een boodschap doe bij de ­biosupermarkt, zie ik weer dezelfde koppen!

‘Parijs is over twintig jaar een soort museum. Het tegenstrijdige is dat ik ook geniet van de ontwikkelingen die bij de “verhipstering” van Parijs horen. Ik fiets bijvoorbeeld graag over de inmiddels autovrije wegen langs de Seine. Het kan mij niets schelen dat de voorstedeling dan niet meer met de auto naar zijn werk kan.’

Het gentrificeren van de grote stad vergroot de kloof met het platteland, meent de geograaf. ‘Inwoners van Parijs voelen zich meer verwant met Amsterdammers of Londenaren, dan met andere Fransen die 200 kilometer verderop in een gehucht wonen. Daar woont de middenklasse, die teleurgesteld is afgedropen. La classe moyenne is onzichtbaar geworden, maar beslaat een grote meerderheid.’

Veel manieren zijn er niet om iets te doen aan de stijging van de huizenprijzen, zegt onroerendgoedexpert Buzy-Cazaux. Zo zijn er middelen om fenomenen als Airbnb aan te pakken om te voorkomen dat delen van de stad alleen nog maar worden bewoond door toeristen met rolkoffertjes. ‘Ik zie wel potentie in het snel opwaarderen van “Grand Paris” – het gebied rondom de hoofdstad. Er wordt al hard gewerkt aan een uitgebreid openbaarvervoernetwerk. Als je zorgt dat gebieden tot 50 kilometer rondom de stad aantrekkelijk en makkelijk te bereizen zijn, verlicht je de druk.’

Tgv-verbinding naar de vermaledijde hoofdstad blijft noodzaak

Guilluy zet zijn kaarten op het ontwikkelen van initiatieven buiten de steden. ‘Lokale politici zijn daar met interessante dingen bezig. Een coworking-kantoor midden in de Bourgogne, het groeperen van technologieopleidingen en bedrijven in de provincie. Dat soort projecten maakt de periferie weer aantrekkelijk, al zie ik wel dat bij politieke partijen de aandacht nog steeds op Parijs gericht is.’

Op bekende vluchtheuvels voor de Parisien, zoals Lyon, Bordeaux en Nantes, zijn de prijzen ook al flink gestegen. Garnier en Martinelli vertrekken daarom voor het einde van het jaar met hun gezin naar de West-Franse kustplaats La Rochelle. Ze freelancen allebei in de creatieve sector en zitten vol wilde plannen en ideeën – maar willen wel een tgv-verbinding naar die vermaledijde hoofdstad naast de deur.