De grootste ecologische ramp in de Sovjet-Unie duurt nog altijd voort

22 mei 2021Leestijd: 6 minuten
Drooggevallen schepen op het AralmeerFoto: Teun Toonen

In amper vijftig jaar veranderde 90 procent van het Aralmeer in een dorre woestijn, met immense gevolgen voor de natuur en omwonenden. Oorzaak: de katoenproductiedrift van de voormalige Sovjet-Unie. Teun Toonen bezocht het meer in de autonome deelrepubliek Karakalpakstan in het westen van Oezbekistan en constateert dat het daar na de val van de Sovjet-Unie allesbehalve beter is gegaan.

Alleen de witte zoutlaag herinnert eraan dat de woestijn, waar de Toyota Land Cruiser met hoge snelheid doorheen scheurt, ooit de bodem was van het op drie na grootste meer ter wereld. Het Aralmeer – of de Aralzee, zoals de Centraal-Aziaten de waterbekkens op de grens van Kazachstan en Oezbekistan noemen – kromp vanaf de jaren zestig steeds sneller. Van één meer of zee is al lang geen sprake meer, door de splitsing in verscheidene delen.

Teun Toonen (1999) reist in april en mei langs de rafelranden van de voormalige Sovjet-Unie. Hij blogt wekelijks over de erfenis van het Sovjetverleden en de democratische ontwikkelingen en mogelijkheden in Centraal-Azië.

Het Noordelijke Aralmeer ligt in Kazachstan en lijkt zich langzaam te herstellen. De Kazachen bouwden in 2005 een dam en sindsdien stijgt het waterpeil er langzaam. Maar het Zuidelijke Aralmeer, dat voor het grootste deel in de Oezbeekse autonome deelrepubliek Karakalpakstan ligt, krimpt nog steeds. Een ramp voor de bewoners, die al meer dan vijftig jaar hun leefomgeving drastisch zien veranderen en te kampen hebben met grote gezondheidsproblemen.

Landbouwgrond werd gebruikt voor productie van het witte goud

Rond 1960 besloten de Sovjetleiders dat Oezbekistan dé katoenproducent van de wereld moest worden. Van oost tot west werd de landbouwgrond gebruikt voor de productie van ‘het witte goud’. Ook in het woestijnachtige Karakalpakstan werd flink geïnvesteerd in de katoenvelden. De Amu Darya-rivier werd omgeleid om de katoenvelden van water te voorzien.

Dit irrigatiesysteem was niet alleen extreem inefficiënt — zo’n 70 procent van het water ging verloren door slecht gegraven kanalen — maar leidde er ook toe dat het Aralmeer in het zuiden voor een groot deel werd afgesneden van de toevoer van zoet water. Ook de noordelijke Sur Darya-rivier werd ingezet voor irrigatie.

Terwijl Oezbekistan een steeds groter aandeel verwierf in de wereldwijde export van katoen, daalde het waterpeil in het Aralmeer steeds sneller. In de jaren tachtig bereikten de Sovjets hun doel en was de Oezbeekse socialistische Sovjet-republiek de grootste katoenexporteur ter wereld. Een groot deel van de bevolking werkte op de katoenvelden en in het oogstseizoen was er sprake van gedwongen onbetaalde arbeid voor vrijwel alle beroepsgroepen en studenten (een fenomeen dat pas een paar jaar geleden is afgeschaft).

Sovjets wisten van de gevolgen van de katoenproductie

Dat de krimp van het meer een gevolg was van de florerende katoenproductie, was voor de Sovjets geen verrassing. Uit vijfjarenplannen bleek dat ze de opdroging zagen als een onvermijdelijke bijzaak: het doel heiligde de middelen. De steeds hogere zoutconcentratie in het meer zorgde voor een vicieuze cirkel. Hoe zouter het water, hoe minder de zoute en koude onderste lagen mengden met de zoetere en warmere bovenste lagen, die steeds sneller verdampten. 

Blader door de foto’s van Teun Toonen:

In de jaren tachtig was het meer gekrompen tot slechts de helft van zijn oorspronkelijke grootte en was door het hoge zoutgehalte van de rijke vispopulatie weinig meer over. Zo’n zestigduizend vissers verloren hun werk en ook de biodiversiteit rondom het meer verdween geleidelijk. De zoutlagen die op de opgedroogde bodem van het meer achterbleven, werden opgepikt door de wind. Deze grote stofwolken tastten de gewassen in omringende dorpen aan. 

De pesticiden die werden gebruikt voor de katoenproductie mengden zich met het grondwater en de stofwolken en zorgden voor een vergiftigde lucht en gevaarlijk drinkwater. Als gevolg verdubbelde onder meer het aantal kanker- en tuberculosepatiënten in dit gebied en ook de kindersterfte nam drastisch toe. Bovendien bleek dat de Sovjets diverse eilanden in het Aralmeer, die inmiddels tot het vasteland behoren, hadden gebruik voor de ontwikkeling en het testen van biologische wapens. Wat de gezondheidsgevolgen hiervan zijn, is nog altijd niet goed bekend.

Zoutconcentratie Aralmeer komt in de buurt van dat van de Dode Zee

Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zou een hoop oplossen, zou je zeggen. Maar helaas niet. Met het inmiddels nog hogere zoutgehalte van het meer word ik zelf geconfronteerd wanneer ik na een verhitte en lange tocht met gids en chauffeur over de voormalige bodem van het meer, de aanblik van een verfrissende plons niet kan weerstaan.

Gewend aan de Noordzee en met een flinke dosis Hollandse naïviteit duik ik enthousiast het meer in. Een waarschuwende kreet van een van de Oezbeekse chauffeurs komt te laat, want dan ben ik al kopje onder. Met een zoutconcentratie die in de buurt komt van de Dode Zee (30 procent) wordt elk minuscuul wondje in neus, mond en keel genadeloos aangepakt. Het prikken voel ik nog als ik die avond naar bed ga in het yurt-kamp aan het meer, dat inmiddels op ruim 150 kilometer van Muynaq ligt, ooit het centrum van de Aralmeervisserij.

President van Oezbekistan zette de katoenproductie onverminderd voort

Islom Karimov, de eerste president van Oezbekistan, besteedde weinig aandacht aan de problemen in Karakalpakstan en zette de katoenproductie en het gebruik van pesticiden voort. Het leidde tot een verdere krimp van het Aralmeer, tot inmiddels nog maar 10 procent van de oorspronkelijke grootte. Daarnaast bleek de opgedroogde zeebodem interessant voor gasboringen. Rijdend door de woestijn zijn overal gasbedrijven te zien, omringd door dorpjes waarvan de inwoners het gas oppompen dat wordt geëxporteerd naar Kazachstan en Rusland.

Voor een deel van de bewoners betekenen de gasboringen een nieuwe vorm van werkgelegenheid. Maar in Karakalpakstan heerst ook onvrede: een deel van de bevolking, met een duidelijk andere taal en cultuur dan die van de Oezbeken, strijdt voor onafhankelijkheid. De grootste doorn in het oog is dat de gasopbrengsten rechtstreeks naar Oezbekistan en niet naar Karakalpakstan gaan. Bovendien houden de gasboringen, die makkelijker gaan via een opgedroogde meerbodem dan door het water heen, een duurzame oplossing voor het Aralmeer tegen.

De oplossing is zo simpel, maar toch ver weg

De oplossing voor het Zuidelijke Aralmeer is dus nog altijd ver weg, al lijkt Oezbekistans tweede president Sjavkat Mirzijojev zich meer in te zetten voor de zaak. Een van de mensen die in het yurt-kamp verblijven, is een voormalige ingenieur en ecoloog die veel artikelen schreef over het Aralmeer. Zijn pensioen vult hij nu aan met werkzaamheden als gids. ’s Middags geeft hij al aan dat hij de oplossing voor het probleem heeft, maar dat hij om dit te vertellen eerst een glas  Karakalpakse wodka (beroemd in heel Centraal-Azië) nodig heeft. Na de wodka die avond komt er weinig meer terecht van zijn oplossing, maar bij de lunch de volgende dag vertelt hij mij en twee Zwitserse politicologiedocenten, die dezelfde toer als ik volgen, wat hij voor ogen heeft.

Wat volgt, is een uiteenzetting van een marktidee waarin de vijf Centraal-Aziatische ‘-stanlanden’ met elkaar gaan handelen opdat elk land zich kan voorzien van schaarse goederen. Oezbekistan zou gas en elektriciteit naar respectievelijk Tadzjikistan en Turkmenistan kunnen exporteren, in ruil voor een betere watertoevoer vanuit de rivier Amu Darya, die eerst door deze twee landen loopt voordat ze uitmondt in het Aralmeer. Regionale samenwerking tussen de landen moet de basis vormen, maar bedrijven, die economische prikkels krijgen om zich in te zetten voor de watervoorziening, moeten de handel bewerkstelligen.

Voor een land dat ooit een zeer belangrijke spil langs de Zijderoute was, klinkt het middelbareschoollesje markteconomie bijna lachwekkend. Maar het toont aan hoe diep de socialistische Sovjet-economie nog altijd is verankerd in de manier van denken van bevolking en bestuur. Je gunt de inwoners van Karakalpakstan een snelle oplossing. In elk geval om verdere krimp van het Aralmeer te voorkomen en de negatieve gezondheidseffecten tegen te gaan.

Wie weet wat er daarna mogelijk is.