De EU raakt steeds meer verdeeld over (kern)energie, waarbij Frankrijk en Duitsland lijnrecht tegenover elkaar staan. En het ging al niet zo best met de Frans-Duitse as.
De energietransitie is zonder twijfel het grootste project van de Europese Unie. De gezamenlijke ambities zijn enorm, de doelen heilig. In 2030 moeten de 27 lidstaten 55 procent minder CO2 uitstoten dan in 1990. Fossiele brandstoffen gaan in de ban, ten faveure van groene stroom en groene waterstof. Europees Commissaris Frans Timmermans (PvdA, Green Deal) wil 45 procent hernieuwbare energie in 2030, op weg naar een klimaatneutrale EU in 2050.
Hoe gaat de EU al die groene stroom en waterstof opwekken? Aangezien windturbines en zonneweiden niet alleen onzekere energieleveranciers zijn (windstilte, wolken) maar ook erg veel beslag op de ruimte leggen, én doordat niet alle EU-landen over waterkracht beschikken, kan alleen meer kernenergie uitkomst bieden.
Maar de EU is verdeeld over kernenergie. Terwijl sommige landen opschalen (Finland, wellicht Nederland), bouwen andere versneld af (Duitsland, België – al aarzelt de laatste). Pas na veel Europees gesteggel kreeg kernenergie vorig najaar een groen label in het EU-classificatiesysteem dat dient als gids voor investeerders, de ‘taxonomie’.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen