Aboriginals: overlevers in de Taiwanese bergen

21 augustus 2023Leestijd: 2 minuten
Jonge inheemse Taiwanezen uit de regio Taitung. Foto: Sam Yeh/AFP/ANP

Correspondent Hans Moleman ontmoet in de dunbevolkte bergstreken van Taiwan aboriginals, die trots zijn op hun wortels.

Verlaat de stad in Taiwan en je belandt in een heel andere wereld. Bergen, heel veel grauwgroene bergen – en opvallend andere gezichten van de mensen die er wonen.

Hier leven Taiwanezen die overduidelijk geen oude wortels op het Chinese vasteland hebben. In de kleine dorpjes langs de schaarse bergwegen zie je gelaatstrekken van de Stille Oceaan, de eilanden tot voorbij de Indonesische archipel.

Het gaat om mensen die Taiwan bevolkten lang voordat de Han-Chinese migratie naar Ilha Formosa in de zeventiende eeuw op gang kwam. Na de komst van de Chinezen was het lot van Taiwanese inheemse stammen als de Ami, Atayal, Bunun, Kavalan en Puyuma dat ze naar de bergen werden verdrongen.

Qua landoppervlak kleiner dan de Benelux

Taiwan is wat betreft landoppervlak kleiner dan de Benelux, en bestaat vooral uit bergen. Liefst tweederde van het land wordt gedomineerd door bergkammen die als een ruige ruggengraat van noord naar zuid lopen. De hoogste berg van het land, Yushan, reikt tot bijna 4.000 meter.

Er wonen anno 2023 relatief weinig mensen in die bergen. Het gros van de 23 miljoen Taiwanezen woont boven op elkaar in het even vlakke als vruchtbare laagland aan de westkust. Het is een kustvlakte die aanvoelt als een extra volle Randstad: een amalgaam van steden, dorpen, fabrieken, wegen en spoorwegen met her en der nog een ingeklemd rijstveld en een strook bananenbomen.

Van de ruim 600.000 aboriginal-Taiwanezen wonen er nog aardig wat in afgelegen bergdorpen. Op de lange kronkelweg van Tainan naar Taitung kom ik Savi tegen, dochter van een dorpshoofd, die samen met man Igor een koffie- en eettentje met panoramisch uitzicht runt.

Ze is trots op haar wortels. ‘Wist je dat inheemsen het gros van de Taiwanese special ­forces ­vormen? We zijn overlevers, gehard door de ­bergen.’