Hoe schurkenstaat Eritrea vakantiegangers probeert te lokken

Schurkenstaten houden van toeristen. Net als Iran en Noord-Korea probeert ook het Oost-Afrikaanse Eritrea westerse vakantiegangers te lokken vanwege de harde valuta die ze meebrengen. Vooral de kustplaats Massawa aan de Rode Zee is een trekpleister met potentie: zandstranden en de zon schijnt er altijd. Voor de kust liggen ­koraalriffen, waar snorkelaars en duikers de onderwaterwereld kunnen bewonderen.

De historische binnenstad van Massawa ligt op een eiland voor de kust. Kronkelende steegjes leiden langs vervallen herenhuizen met houtsnijwerk en stijlvolle balkons. De gebouwen bij de haven hebben arcades, waar in de schaduw mensen op terrassen zitten. Eeuwenlang vertrokken dhows, traditionele zeilboten, van hieruit naar Saudi-Arabië en Jemen.

Vrijwel alle toeristen in Massawa zijn Eritreeërs uit de diaspora

Massawa staat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, maar de restauratie van de oude binnenstad wil niet echt vlotten. De Eritrese regering is allergisch voor buitenlandse bemoeizucht en neemt graag zelf de leiding. Heel daadkrachtig gaat dat niet. Een handvol bouwvakkers werkt aan de restauratie van het oude postkantoor, maar een groot deel van de andere gebouwen ziet eruit of ze elk ­moment kunnen instorten.

Op het terras van het luxe Dahlak-hotel, met uitzicht op het water, brengt een serveerster bier. Even verderop, bij een aanlegsteiger, deelt de kapitein van een rondvaartboot zwemvesten uit. Vrijwel alle toeristen in Massawa zijn Eritreeërs uit de diaspora, die vakantie vieren in hun geboorteland. Bezoekers met andere nationaliteiten zijn zeldzaam.

De website van de Eritrese ambassade in Nederland staat vol met aanbevelingen voor bezienswaardigheden en hotels. Een toeristen-visum is tamelijk eenvoudig te krijgen. Criminaliteit is geen kwestie in het land: Eritrea is een strak georganiseerde politiestaat. Vervelend voor de bevolking, maar een veiligheidsgarantie voor de toerist.