Door heel Israël klinkt: Hamas moet worden vernietigd

Nooit meer. Dat was de gedachte achter de oprichting van de staat Israël. Nooit meer zouden Joden weerloos worden afgeslacht. Na tweeduizend jaar van pogroms, vervolgingen en massamoorden hadden zij eindelijk een veilig huis. Totdat Hamas op 7 oktober de deur naar het land met geweld insloeg.

Doden als gevolg van oorlogen en aanslagen zijn onlosmakelijk verbonden met het leven in Israël, maar dit keer werden Joden in de straten gemarteld, onthoofd en levend verbrand. Weerloos. ‘Zoals Anne Frank moesten Joodse kinderen zich voor deze monsters verschuilen op zolders,’ zei Benjamin Netanyahu tijdens het bezoek vorige maand van de Franse president Emmanuel Macron. ‘Zij werden gevonden en afgeslacht.’

De noodzaak van Israël is zelden zo duidelijk geworden

Een gigantische klap voor de Israëlische én Joodse psyche. ‘Het nooit meer is nu,’ zegt Michael Oren (68), historicus en voormalig Knesset-lid. ‘Israël werd drie jaar na de Holocaust gesticht om de Joodse bevolking te beschermen. Daarin heeft het vorige maand jammerlijk gefaald. Daarom moet Israël voluit gaan om Hamas te verwoesten. Wie wil hier anders nog wonen?’

Het voorbestaan van Israël wordt niet bedreigd, zegt Oren, daarvoor is het leger te sterk. Maar toch is het land volgens hem verwikkeld in een existentiële strijd. Precies 75 jaar na zijn stichting moet Israël zijn raison d’être als veilige haven voor Joden opnieuw bevechten. Een tweede onafhankelijkheidsoorlog, zoals Netanyahu het noemt. Daarom is onder de bevolking, in tegenstelling tot eerdere conflicten, amper weerstand tegen de oorlog in Gaza, ook al loopt daar het aantal slachtoffers snel op. Het is wij of zij.