De val van Srebrenica op 11 juli 1995 doet ons weer denken aan die niet zo grappige, pacifistische decennia vlak voor én na de millenniumwisseling.
Het contingent Nederlandse ‘blauwhelmen‘ dat in 1995 de veiligheid van de Bosnische moslimenclave Srebrenica moest waarborgen, werd in de Britse pers ook wel aangeduid met that funny pacifist army – dat grappige pacifistische leger.
Veel krijgshaftigheid straalden de mannen onder het gezag van de besnorde overste Thom Karremans in de ogen van de Britten niet uit. Ze kwamen immers uit het land van het poldermodel. Dat kenmerkte zich door een culturele afkeer van het krijgen en geven van orders (die deden Nederlanders te veel denken aan het ‘Befehl ist Befehl’ uit de oorlog die vijftig jaar eerder was beëindigd).
Vrijwel onbewapend naar de enclave Srebrenica gestuurd
Erger dan dat het bataljon Groene Jagers, beter bekend als Dutchbat, een weinig oorlogszuchtige houding uitstraalde, was dat Nederland ze vrijwel onbewapend naar de enclave had gestuurd om daar de veiligheid te garanderen.
De Tweede Kamer had het slappe Verenigde Naties-mandaat voor de UNPROFOR-missie naar de letter gevolgd. De Nederlanders waren met ‘klapperpistooltjes’ naar Bosnië gestuurd. Met Nederland vergelijkbare landen als Canada en Denemarken hadden niet geaarzeld om hun manschappen veel beter bewapend naar andere enclaves te sturen.
De Nederlanders stonden erbij en keken ernaar in Srebrenica
Toen er een doorbraak moest komen in het voort-etterende conflict in Bosnië, was de slecht verdedigde Nederlandse enclave de aangewezen plek. De Franse UNPROFOR-generaal Bernard Janvier en de grote landen uit de zogeheten Contactgroep (waarin Nederland geen plek had gekregen) lieten Dutchbat in juli 1995 bungelen. Ze riskeerden daarmee het offer van duizenden Bosnische doden.
Srebrenica werd 11 juli 1995 overlopen door de Bosnisch-Servische soldaten van generaal Ratko Mladić. De nauwelijks bewapende Nederlanders stonden erbij en keken ernaar. Later zijn zo’n achtduizend Bosnische moslims vermoord. Alle Nederlandse verzoeken om (lucht)steun bij andere, grotere landen, bleven onbeantwoord.
Fysieke en mentale offers Srebrenica dreunen nog na
Evenmin gunstig voor de Nederlandse reputatie na de val van Srebrenica, was de opmerking van Karremans dat hij ‘slechts de pianist’ was. De foto van het glas champagne dat hij dronk met Mladić, en, daags na de val, een hospartij met veel bier in Zagreb, waren helemaal killing. Kwalijke beeldvorming!
Karremans werd later in Nederland op straat uitgemaakt voor moordenaar – alsof hij met zijn ondermaats bewapende Dutchbat iets had kunnen ondernemen tegen de Bosnische Serviërs. De fysieke en mentale offers die de Dutchbatters moesten brengen, dreunen nog altijd na.
Maar die doorbraak kwam er, na ‘Srebrenica’. Vijf maanden later werd het Dayton-akkoord gesloten, en zwegen de wapens.
Naïef Nederland werd in Srebrenica speelbal van de geschiedenis
Naïef Nederland was dertig jaar geleden ongewild een speelbal in de geschiedenis van naoorlogs Europa. Het was een andere tijd, waarin de landen uit de Europese Unie zich vooral dachten te moeten bezighouden met het brengen van vrede en veiligheid buiten de grenzen van de EU.
Oorlog in Europa leek na ‘Dayton’ helemaal verleden tijd. Krijgsmachten bleven krimpen, in serieus wapentuig werd nauwelijks nog geïnvesteerd. Een tank krijg je immers niet een-twee-drie in de Afrikaanse woestijn.
Krijgsmachten verwaarloosden hun kerntaak
Dertig jaar later herinnert ‘Srebrenica’ ons vooral aan dat andere naïeve tijdperk, waarin krijgsmachten (zeker de Nederlandse) op last van hun politieke bovenbazen vrede moesten brengen in de hele wereld en hun kerntaak – oorlog voeren omwille van ‘s lands veiligheid – dachten te kunnen verwaarlozen.
De val en het daaropvolgende bloedbad van Srebrenica doen ons denken aan die helemaal niet zo grappige, pacifistische decennia vlak voor én na de millenniumwisseling. Dat nooit weer.