Na een marathonvergadering sloten de Europese Klimaatministers in de nacht van dinsdag 4 op woensdag 5 november een akkoord over hoe het Europese klimaatdoel voor 2040 moet worden behaald. Brussel heeft nogal wat water bij de biologische wijn moeten doen.
Begin juli 2025 lanceerde Europees Commissaris Wopke Hoekstra (CDA) het voorstel om de Europese klimaatwet uit te breiden met een doel voor 2040: in dat jaar moet de CO2-uitstoot met 90 procent zijn verminderd ten opzichte van 1990. Het doel voor 2050 stond al langer vast: nul uitstoot, dus 100 procent reductie.
Over 15 jaar is dat dus minus 90 procent. Waarvan 3 procent buiten de Europese Unie mag worden gerealiseerd. Een ambitieus streven, ervan uitgaand dat de EU nu nog niet boven de 40 procent zit.

Polen en Italië: meer reductie buiten Europa
In 2023 waren de emissies van broeikasgassen met 37 procent afgenomen ten opzichte van 1990. Het streefgetal voor 2030 is 55 procent (weet u nog: Frans Timmermans ‘Fit for 55’). Nog een eind te gaan dus.
Maar in deze geopolitiek en financieel onzekere tijd, zetten tal van EU-landen grote vraagtekens bij de Brusselse klimaatambities. Kunnen we ons geld en onze energie niet beter besteden aan onze veiligheid, of aan de economie?
Veel landen gingen dan ook niet akkoord met Hoekstra’s klimaatdoel, ondanks de 3 procent-in-het-buitenland-regel. Polen en Italië eisten 10 procent.
Nieuwe klimaatheffing voor gebouwen en transport
En dan was er nog ‘ETS2’. In 2027 moest het Europese Emissiehandelssysteem ETS 2 in werking treden voor sectoren zoals gebouwen en wegtransport, waarbij de kosten van de CO2-uitstoot worden doorberekend aan consumenten via hun energiefactuur. Die prijsprikkel moet ertoe leiden dat fossiele brandstoffen duurder worden en burgers en bedrijven overstappen op schonere alternatieven.
Vanaf 2027 moesten brandstofleveranciers dan emissierechten kopen voor de CO2 die vrijkomt bij het gebruik van hun brandstoffen. Italië wilde dat deze nieuwe klimaatheffing wordt uitgesteld.
Denen zwakken klimaatbeleid af
Denemarken, roterend voorzitter van de EU, moest voor verzoening zorgen en kwam met een compromis waarover de klimaatministers in Brussel in conclaaf gingen.
De Denen lieten de 90 procent overeind, maar zwakten punten af. Zo was Hoekstra’s voorstel om de bijdrage van buiten de EU te maximeren op 3 procent opeens met potlood geschreven en niet met pen. Net als de voorwaarde dat dit soort internationale klimaatinspanningen pas na 2036 meetellen.
In de lange vergadernacht in Brussel kozen de lidstaten ervoor om van de 3 procentpunt reductie die in het buitenland mag worden behaald (bijvoorbeeld vergroening van de industrie in Afrika) 5 procent te maken, met een proefperiode van 2031 tot 2036. Mocht het CO2-doel onhaalbaar blijken binnen de EU, dan kan later besloten worden om nog eens 5 procent extra buiten de EU te verminderen.
Concurrentiekracht en strategische autonomie overtroeven klimaat
Hoekstra en het Deense voorstel kregen steun van een ruime ‘gekwalificeerde meerderheid’ (55 procent van de lidstaten, die samen minimaal 65 procent van de EU-bevolking vertegenwoordigen). Polen, Tsjechië en Slowakije gaven geen steun aan de nieuwe voorwaarden voor het behalen van het klimaatdoel. Bulgarije en België onthielden zich van stemmen. De rest was voor.
Hoekstra was daags voor de ministeriële bijeenkomst in Brussel in gesprek met EW zeer relaxed over de uitkomst en benadrukte nog eens de urgentie van zijn klimaatdoel.
Hij brengt de noodzaak van CO2-reductie en klimaatneutraliteit graag in verband met de Europese concurrentiekracht en strategische onafhankelijkheid (Europa heeft nu eenmaal weinig gas en olie) en dus de Europese veiligheid.
Hoekstra: ‘Meer investeren in nucleair’
Over het tegengaan van opwarming van de aarde om zo het klimaat te ‘redden’ hoor je hem minder. De transitie kan niet alleen van wind en zon komen, weet Hoekstra ook. ‘We moeten veel meer investeren in nucleaire energie.’
Het gesloten compromis ziet hij niet per se als iets pijnlijks. ‘Ik weet dat in de politiek dingen zelden zo op de plek van bestemming komen als ze zijn vertrokken. Dat is precies wat we democratie noemen.’
Hoekstra en zijn baas Ursula von der Leyen kunnen nu ook met gerust hart afreizen naar Belém in Brazilië, daar is de internationale klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP 30). Klimaatkampioen Europa kan blijven leveren en zo steeds het gewenste goede voorbeeld geven.
D66’er in Brussel dramt gewoon door
Opmerkelijk waren de reacties van Nederlanders in Brussel op het compromis. GroenLinks-PvdA Europarlementariër Mohammed Chahim noemde het ‘een belangrijk signaal dat de EU-landen met brede steun achter een ambitieus doel blijven staan.’
D66’er Gerben-Jan Gerbrandy was minder blij. Hij noemde de 90 procent ‘niets meer dan een vijgenblad’. De uitstootreductie is in 2050 ‘de facto dus 80 procent. De hele trukendoos wordt opengetrokken.’ D66-leider Rob Jetten mag geen klimaatdrammer meer willen zijn, zijn partijgenoot in Brussel dramt gewoon door, harder dan GroenLinks-PvdA.