Direct na de crash van vlucht MH17 heeft een team van 800 vrijwilligers onder leiding van de nationale rampendienst van Oekraïne bergingswerkzaamheden verricht in het rampgebied. Het kabinet geeft toe dat deze werkzaamheden ‘doelmatiger’ waren dan gedacht.
‘Stelt u zich eens voor dat u uw echtgenoot moet verliezen en vervolgens ook nog bang moet zijn dat tuig er met zijn trouwring vandoor gaat,’ zei minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) in de Veiligheidsraad ruim een week na de crash van MH17. De emotionele woorden van de minister gingen de hele wereld over. Iedereen sprak schande van die dronken boeven die door de crashzone struinden als door een supermarkt zonder kassa’s.
Professioneel werk
Maar sommige journalisten ter plaatse vertelden een ander verhaal. Ze konden de strooptochten in het gebied niet bevestigen. Sterker nog, er leek vrij professioneel werk te zijn verricht in het gebied. Het hoofd van de repatriëringsmissie, Pieter-Jaap Aalbersberg, zei de lokale bevolking te danken voor alle steun en het werk dat was gedaan.
En nu moet ook het kabinet toegeven dat de situatie anders was dan aanvankelijk werd geschetst. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft het kabinet dat de State Emergency Dienst, de nationale rampendienst van Oekraïne, een zoekactie heeft gehouden met 800 vrijwilligers. Deze mensen hebben het grootste deel van het bergingswerk van de lichamen voor rekening genomen.
Doelmatig
En ze hebben dat niet onverdienstelijk gedaan: ‘Het is de inschatting van de bij het onderzoek betrokken partijen dat het zoeken weliswaar niet conform de Nederlandse normen heeft plaatsgevonden, maar dat gelet op de omstandigheden het hoogst haalbare is gedaan. Het feit dat de onderzoekers van de repatriëringsmissie weinig stoffelijke overschotten hebben gevonden, lijkt erop te wijzen dat de Oekraïense inspanningen direct na de ramp doelmatiger waren dan aanvankelijk werd gedacht. Men heeft zoveel mogelijk lichamen geborgen en deze later overgedragen aan het identificatieteam.’
De Nederlandse autoriteiten waren slecht op de hoogte van deze werkzaamheden, omdat ze hoofdzakelijk met Kiev communiceerden, terwijl het gebied de facto onder controle staat van de zelf uitgeroepen autonome republiek Donetsk. Maar dat gezag wordt door Nederland niet erkend. Pas op 5 augustus sprak Aalbersberg voor het eerst met het districtshoofd in de regio. Er waren toen al bijna drie weken verstreken sinds de crash van MH17.
Vragen
Toch heeft het kabinet nog een hoop vragen over het werk dat is verricht. De kaarten van de reddingsdienst die de zoekacties in beeld brengen, zijn opgevraagd bij de Oekraïense autoriteiten, maar die zijn nog altijd niet in Nederlands bezit.
Uit de kaarten zou blijken welke delen van het gebied al zijn doorzocht. In de brief aan de Kamer staat dat de repatriëringsmissie alleen op de meest essentiële plekken is geweest. Het grootste deel van het rampgebied is nog altijd niet door onafhankelijke onderzoekers bezocht.
Geheime overeenkomst
Op strafrechtelijk gebied heeft het Nederlandse Openbaar Ministerie begin augustus een geheime overeenkomst gesloten over het onderzoek naar de ramp met Oekraïne, Australië en België.
In de brief aan de Kamer wordt deze overeenkomst verzwegen. Wat er in de overeenkomst staat, is niet bekend. Het OM laat in een reactie weten dat het document vertrouwelijk is en niet openbaar kan worden gemaakt.