Geen onderhandelingen? Deal zo goed als rond, zegt Varoufakis

'EPA'

Bereiken de Grieken toch nog een akkoord met de schuldeisers? De Griekse minister Yanis Varoufakis (Financiën) zegt dat een akkoord in het verschiet ligt, ongeacht de uitslag van het referendum zondag.

Een deal is zo goed als rond, zegt Varoufakis tegen het Ierse RTE Radio. Dit terwijl de onderhandelingen deze week zijn stilgelegd in afwachting van het referendum.

Banken

Varoufakis zegt dat afgelopen week nieuwe voorstellen zijn gedaan. ‘Ik kan je verzekeren dat we deze week heel behoorlijke voorstellen van Europa hebben ontvangen en dat een deal zo goed als rond is.’

Momenteel zijn de banken in Griekenland gesloten, om een bankrun te voorkomen. Maar volgens Varoufakis kunnen de banken dinsdag weer open. Grieken mogen nu maximaal 60 euro per dag pinnen.

Varoufakis zei donderdag dat als de Grieken zondag ‘ja’ stemmen bij het referendum, hij stopt als minister van Financiën.

Stemadvies

Minister Jeroen Dijsselbloem (PvdA, Financiën) benadrukt vrijdag het belang van het referendum voor de toekomst van Griekenland. ‘Het is voor de Grieken ongelofelijk belangrijk.’ Een stemadvies geeft hij niet.

‘De Grieken moeten zelf beslissen, het is hun toekomst en hun land,’ zegt Dijsselbloem voorafgaand aan de ministerraad. Hij zei donderdag in de Tweede Kamer dat Griekenland in een ‘buitengewoon lastig parket‘ komt als de uitkomst van het referendum zondag ‘nee’ is.

Onberekenbaar

Intussen haalt voorzitter Martin Schulz van het Europees Parlement uit naar de Griekse premier Alexis Tsipras. In een interview met de Duitse krant Handelsblatt zegt hij dat Tsipras onberekenbaar is, demagogische trekjes vertoont en zijn eigen bevolking manipuleert.

Tsipras schuift het mislukken van de onderhandelingen volledig af op de tegenpartij, zegt Schulz. ‘Op dit moment is er eigenlijk geen basis meer voor gesprekken.’ Hij roept de Grieken op bij het referendum in te stemmen met verdere hervormingen, zodat Griekenland noodsteun kan blijven ontvangen. ‘Daarmee zou het volk de regering een rode kaart tonen.’