Soms krijg je bij je intrede op de Zwitserse arbeidsmarkt een lesje staatskunde mee.
Soms krijg je bij je intrede op de Zwitserse arbeidsmarkt een lesje staatskunde mee. Les nummer één is dat de burgers hier de baas zijn. ‘Dit is een land van vijf miljoen koningen,’ hoorde een verse arbeidsimmigrant zijn nieuwe baas eens oreren, ‘alle Zwitsers boven de achttien.’ Het besef dat de burger zelf beslist en de residentie Bern heel ver weg is, is alom aanwezig.
Geen wonder dat de Zwitsers zich opwinden over het nieuwste wetsvoorstel van de regering, dat diep gaat ingrijpen in hun autonomie. Tot nu toe kunnen werknemers hun bedrijfspensioen in één keer opnemen. Dat kan als je naar het buitenland vertrekt, een huis koopt, een bedrijf start, of met pensioen gaat. Vorig jaar lieten zo’n 35.000 Zwitsers zich hun hele pensioenpot in één keer uitbetalen.
Opgegeten
Als je je kapitaal in een eigen huis stopt – een zeker onderpand – gaat het vaak goed. Maar wie verkeerd investeert, als ondernemer faalt, of bewust gaat potverteren, klopt later toch weer bij de overheid aan. Dat kost veel geld: vorig jaar was dat zo’n 4,25 miljard euro, een verdubbeling ten opzichte van 2000. Eenderde van de uitkeringsaanvragers geeft aan het bedrijfspensioen te hebben ‘opgegeten’. Daarom wil de minister de kapitaalopname bij het starten van een bedrijf en bij pensionering beperken of zelfs geheel verbieden.
‘Dat kan helemaal niet,’ zegt Michele Blasucci, die start-upbedrijven adviseert. ‘Zwitserland kent 40.000 start-ups per jaar, die elders absoluut geen krediet kunnen krijgen.’ ‘Daarom juist,’ zegt minister van Binnenlandse Zaken Alain Berset. ‘Als niemand je geld wil lenen, heb ik zo mijn vraagtekens. En als iemand zijn pensioen opeet, dan draait de belastingbetaler daarvoor op.’ Uiteindelijk kan het koningscollectief van de Zwitserse burgers natuurlijk nog een referendum op touw zetten.
Elsevier nummer 50, 12 december 2015