Nog voordat in Nederland een referendum over het EU-associatieverdrag met Oekraïne is gehouden, zijn op 1 januari al delen van het verdrag in werking getreden. Het akkoord moet economische voordelen opleveren voor Oekraïne en de lidstaten van de EU.
Oekraïne belooft onder meer het aantrekkelijker te maken voor Europese bedrijven om in het land te investeren. Ook worden de invoerrechten aan beide kanten verlaagd. Zo moet de handel met Oekraïne worden gestimuleerd.
Dat kan de economie van het Oost-Europese land goed gebruiken. Afgelopen jaar kromp de Oekraïense economie, voor een groot deel afhankelijk van handel met Rusland, met meer dan tien procent, terwijl de inflatie juist hard steeg. Het is deels een gevolg van de oorlog die pro-Russische rebellen en de Oekraïense regering uitvechten in het oosten van het land.
Al jaren controversieel
Het associatieverdrag staat al sinds november 2013 op de politieke agenda. De toenmalige Oekraïense president Viktor Janoekovitsj wees het verdrag af, wat tot hevige pro-EU protesten in Kiev leidde. Het bleek het begin van het einde voor Janoekovitsj, die uiteindelijk vluchtte naar Rusland.
De nieuwe Oekraïense leider, Petro Porosjenko, wilde het verdrag wel ondertekenen, maar na Russische weerstand werd besloten de invoering ervan een jaar uit te stellen. In 2015 zijn twintig gesprekken gehouden tussen de EU en Rusland om het eens te worden over een deal die Rusland wel kon steunen, maar de partijen kwamen er niet uit. Rusland heeft besloten sancties op te leggen om de handel met Oekraïne verder te belemmeren.
Parlementaire goedkeuring
Hoewel de EU-lidstaten het verdrag al hebben geratificeerd, moeten de nationale parlementen er nog wel mee instemmen. Na een handtekeningenactie van GeenPeil wordt in Nederland komende april een referendum over het verdrag georganiseerd.
De uitslag van het referendum is niet bindend. Het Nederlandse kabinet, dat heeft aangegeven positief tegenover het verdrag te staan, neemt de uiteindelijke beslissing.