De bevindingen in het rapport over de CIA-ondervragingstechnieken na 9/11 zijn niet mis: soms was sprake van ‘wrede verhoormethodes die in feite neerkwamen op marteling’. Dat eigen fouten aan het licht komen, pleit voor de Amerikaanse democratie.
Het was het finest hour van Dianne Feinstein, de 81 jaar oude Democratische Senator uit Californië. Dinsdag maakte zij de inhoud wereldkundig van een vijf jaar durend onderzoek naar de handel en wandel van de CIA, de Amerikaanse inlichtingendienst, na de aanslagen van 9/11.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door de staf van de inlichtingencommissie uit de Senaat, waarvan Feinstein tot januari 2015 de, ook door de Republikeinen gerespecteerde voorzitter is.
Die bevindingen waren niet mis. Soms was, aldus het rapport, sprake van ‘wrede verhoormethodes die in feite neerkwamen op marteling’. De verruimde ondervragingstechnieken, het onnavolgbare Orwelliaanse newspeak waarvan Dick Cheney, vicepresident onder George W. Bush zich graag bediende, bleken niet altijd verbeteringen.
Onverhoeds
Dat was ook de conclusie van de journalist Christopher Hitchens, die vrijwillig de waterboarding-behandeling onderging. Het gewraakte CIA-programma werd overigens door president George W. Bush in 2007 gestaakt.
Amerika werd op die dag in september 2001 op drie plekken tegelijk onverhoeds aangevallen. Bijna drieduizend mensen kwamen om in enkele uren tijds.
De Amerikaanse samenleving reageerde opmerkelijk beheerst op deze aanslagen van Al-Qa’ida. Represailles tegen moslims bleven uit. De CIA was totaal niet voorbereid op deze vorm van agressie.
Feinstein heeft moeite gehad om het rapport, althans een uittreksel daarvan, openbaar te maken. Gevreesd wordt namelijk dat moslimterroristen met het mes voor de volgende onthoofding al in hand, moord en brand zullen schreeuwen, en hun gijzelaars het gelag laten betalen.
Scheiding der machten
Deze gang van zaken bewijst het zelfreinigende vermogen van Amerika en het belang van de scheiding der machten. Eigen fouten worden pijnlijk nauwkeurig aan het licht gebracht.
Hier geen president die met beroep op het staatsbelang de ontsporingen binnen zijn veiligheidsdiensten met de mantel van zijn gezag kan toedekken. De Senaat heeft voor het openbaar maken van zijn bevindingen, hoe gevoelig die ook mogen zijn, geen fiat van president Barack Obama nodig.
Dat is een benijdenswaardig toestand.