Pegida mocht afgelopen maandag niet demonstreren in Dresden, de hoofdstad van de Oost-Duitse deelstaat Saksen. Was dat terecht?
Volgens de krant Süddeutsche Zeitung hebben de lokale autoriteiten het gevaar van een aanslag door islamisten overdreven. In politiek Berlijn zou onbegrip bestaan over het demonstratieverbod.
‘Saksen heeft het een beetje opgeblazen,’ citeert de krant een bron ‘uit regeringskringen’.
‘Op deze basis zeg je geen demonstratie af,’ aldus een ‘hoge veiligheidsfunctionaris’. Dit was een ‘ongelukkige beslissing’ die ertoe leidt dat je speelbal wordt van jihadisten, waarschuwt hij.
De beslissing tot het verbod zou in Dresden zijn genomen. Noch het landelijke anti-terreurcentrum in Berlijn, noch de federale recherche zouden dat hebben aanbevolen.
Eenzame wolven
Aanleiding voor het demonstratieverbod was volgens de Saksische minister van Binnenlandse Zaken Markus Ulbig (CDU) een in het Arabisch geschreven twitterbericht (‘Aan de ”eenzame wolven” in Duitsland: Dat is de hond die voor de islamvijandige demonstraties “Pegida” verantwoordelijk is. Zijn naam is Lutz Bachmann’).
Daarnaast waarschuwde een buitenlandse inlichtingendienst dat terroristen zich onder de Pegida-demonstranten wilden mengen en Pegida-voorman Bachmann wilden vermoorden. Vooralsnog is echter onduidelijk waarop dit precies was gebaseerd.
Omstreden
Dat er ook geen anti-Pegidamanifestaties in Dresden mochten worden gehouden, kwam volgens de minister doordat terroristen mogelijkerwijs geen onderscheid hadden kunnen maken tussen de verschillende demonstraties.
Het demonstratieverbod is ook onder tegenstanders van Pegida omstreden. Daarbij gaat het hen niet alleen om de bescherming van het grondrecht om te demonstreren. De vrees bestaat ook dat Pegida in een slachtofferrol terechtkomt en daardoor nog meer aanhang krijgt.