Gedoe in de Europese Unie komt China heel slecht uit. En de Chinezen zitten al helemaal niet te wachten op chaos in Griekenland.
Deze week is de Chinese premier Li Keqiang op bezoek in Europa. Hoogtepunt van zijn reis had zijn kennismaking met de nieuwe Europese topfunctionarissen EU-president Donald Tusk en voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker moeten zijn. Maar die hadden deze week hele andere dingen aan hun hoofd.
De Griekenland-crisis overschaduwde het bezoek volledig. Wat een feestelijk hoogtepunt had moeten worden – de officiële banden tussen de Europese Unie en China bestaan veertig jaar – werd uiteindelijk een plichtmatig vluggertje.
Goede redenen
Er was wat tijd vrijgemaakt voor een ontmoeting, er werden wat samenwerkingsovereenkomsten getekend en er was een gezamenlijke persconferentie. De geplande bekendmaking van een Chinese miljardenbijdrage aan het Europese Fonds voor Strategische Investeringen werd stilletjes vooruitgeschoven. Over een Chinees-Europees vrijhandelsverdrag sprak helemaal niemand meer.
Toch zal Li hebben meegeleefd met Tusk en Juncker. China moet niets hebben van een mogelijke Grexit. En daar hebben ze goede redenen voor.
De Europese Unie is de belangrijkste handelspartner van China. De 28 lidstaten importeerden vorig jaar goederen met een waarde van 302,6 miljard euro uit de Volksrepubliek. Dat is 18 procent van de totale import van de EU.
Andersom exporteerden de EU-landen vorig jaar voor 164,7 miljard euro naar China. Dat is 9,7 procent van de totale export vanuit de unie.
Slecht nieuws
Gedoe in de EU komt China heel slecht uit, net nu de Europese economieën na zeven jaren van crisis eindelijk weer opkrabbelen. Een zwakke euro is slecht nieuws in het kwadraat voor de Chinese export.
Niet alleen wordt Made in China relatief duur voor de Europese klant; Chinese fabrikanten zullen op hun beurt meer concurrentie ondervinden van Europese producenten op de wereldmarkt.
Er is nog een reden voor Chinees chagrijn. Peking zag in Griekenland een ideale toegang tot Centraal- en Midden-Europa. Griekenland is het eerste EU-land voor Chinese containerschepen die het Suezkanaal verlaten.
Al in 2008 verwierf de Chinese staatsrederij Cosco een concessie om twee containerterminals in Piraeus te exploiteren tot 2043. Sindsdien groeide de overslag daar met 15 procent per jaar en de terminal leverde Piraeus meer dan duizend nieuwe banen op.
Vliegveld
China wilde meer. Precies een jaar geleden bezocht premier Li Griekenland. De vorige Griekse regering wilde een belang van 67 procent in de haven van Piraeus verkopen aan Cosco. Chinese bedrijven hebben ook belangstelling getoond in de haven van Thessaloniki en het Griekse spoorwegbedrijf Trainose.
China bracht een bid uit voor de aanleg van een nieuw vliegveld op Kreta, had belangstelling het Atheense internationale vliegveld te kopen en overwoog het Griekse energienetwerk over te nemen.
Vooruitlopend op de nieuwe Gateway to Europe, sloot de Chinese overheid alvast contracten in de Balkan en Oost-Europa voor de aanleg van treinverbindingen, snelwegen en vliegvelden.
Maar alles veranderde toen het nieuwe Griekse kabinet onder leiding van de linkse partij Syriza een streep haalde door alle voorgenomen privatiseringen. Alle Chinese investeringen in de regio dreigen daardoor waardeloos te worden.
Schuldpapieren
Onnodig te zeggen dat de Chinese leiders geen vrienden zijn van de Griekse premier Alexis Tsipras. Geen wonder dat Li maandag tijdens een persconferentie zei dat hij graag ziet dat Griekenland in de eurozone blijft en hoopt op een verenigd Europa en een sterke euro.
Mocht iemand zich afvragen of China de Grieken te hulp schiet of bij de Russen aandringt dat te doen. Ik denk het niet. Hooguit koopt China wat schuldpapieren om de ergste nood te ledigen.
China’s belang is dat Griekenland bij Europa blijft. Tsipras staat er alleen voor.