Het is de droom van iedere Amerikaanse journalist en de nachtmerrie van elke partijapparatsjik: een betwiste conventie. De kans wordt steeds groter dat geen van de presidentskandidaten de nominatie van zijn of haar partij al op zak heeft voor de conventies beginnen.
Geen van de de serieuze kanshebbers (twee Democraten en twee Republikeinen) lijkt tijdens de voorverkiezingen voldoende gedelegeerden in de wacht te slepen om een meerderheid te behalen. Dus wordt de mogelijkheid van een contested convention groter – bij de Republikeinen trouwens een stuk groter dan bij de Democraten.
De winnaar in die partij moet 1.237 gedelegeerden (van de 2.472) hebben vergaard bij de voorverkiezingen om zijn ‘kroning’ tijdens de conventie in Cleveland tot een formaliteit te maken. Donald Trump heeft weliswaar een flinke voorsprong op zijn Texaanse rivaal Ted Cruz, maar zal de komende maand een flinke reeks overwinningen moeten boeken waardoor hij die magische drempel van 1.237 kan overschrijden.
Vroeger normaal
Maar wat gebeurt er als dat niet gebeurt? De conventie is een soort Poolse Landdag waar als het ware het sacrale karakter van de partij wordt gecelebreerd, met veel hotdogs, nog meer ballonnen, en kopergeschal. Maar zolang er nog geen kandidaat is met die meerderheid, kan er een felle strijd woeden die gepaard gaat met koehandel en intimidatie.
Bij de eerste stemronde zijn de gedelegeerden gehouden hun kandidaat trouw te blijven, maar bij een eventuele volgende ronde zijn zij meestal vrij om naar de concurrentie over te lopen. Het verschijnsel van de contested of ook wel brokered convention deed zich vroeger veel vaker voor dan nu.
Lees ook Derk Jan Eppink: Trumps ergst vijand is Trump zelf
Toen werden er namelijk nauwelijks voorverkiezingen gehouden. Tegenwoordig gebeurt dat in alle vijftig staten. De laatste keer dat de Republikeinen een betwiste Conventie kenden, was in 1948 toen Dwight Eisenhower het uiteindelijk af moest leggen tegen Thomas Dewey. Eisenhower moest vervolgens nog vier jaar wachten totdat hij Harry Truman opvolgde.
Dagenlange gevechten
De laatste keer dat het bij de Democraten wild toeging, kwam vier jaar later. Toen won Adlai Stevenson het pleit pas na een verwoede strijd. Maar een conventie kon nog veel langer duren. Bij de Democratische conventie in Baltimore in het jaar 1852 werd Franklin Pierce pas in de 35e stemronde tot winnaar uitgeroepen. In 1924 waren er zelfs zestien dagen en 103 stemrondes nodig voordat John Davis tot kandidaat van de Democraten was verkozen.
Zal de conventie in Cleveland de Republikeinse kandidaat straks slechts inhuldigen of zal zij hem eerst moeten kiezen? Dat nu, jongens en meisjes, is de vraag.