‘Reichsbürger’ wilden staatsgreep plegen, ook Nederland loopt gevaar

05 mei 2024Leestijd: 3 minuten
Foto: AFP

Democratische rechtsstaten delen dezelfde kwalen, schrijft filosoof en veiligheidsdeskundige Gerben Bakker in dit ingezonden artikel. De voorgenomen couppoging van zogeheten Reichsbürger is slechts een specifiek Duits symptoom.

Deze week begon in Stuttgart het megaproces tegen de ‘militaire vleugel’ van de Reichsbürger-beweging. Het was menens met de voorgenomen putsch, zo blijkt. Wie door het eigenaardige Duits-royalistische laagje heen prikt, ziet bovendien dat de anti-institutionele bewegingen elders dezelfde kenmerken hebben.

Reichsbürger zijn bloedserieus

Het proces tegen de Reichsbürger belooft een van de grootste te worden in de geschiedenis van de Bondsrepubliek. In verscheidene rechtbanken (Stuttgart, Frankfurt am Main, München) staan diverse groepen terecht.

In Stuttgart begon maandag 29 april het eerste proces tegen de ‘militaire tak’. Daarin staat onder anderen Heinrich XIII Prinz Reuss terecht voor het willen omverwerpen van de Duitse staat. Alleen al de omvang is uitzonderlijk. Bij het berechten van een breed vertakte beweging komen de grenzen van het rechtsstatelijk apparaat in beeld. Voor de aanklagers ligt er de uitdaging om te navigeren in het schemergebied tussen terreur, misdaad en legaal politiek verzet.

Het bewijsmateriaal tegen de militaire tak stelt niet gerust. Volgens de Duitse autoriteiten zijn 380 schietwapens, 350 steekwapens en 148.000 kogels in beslag genomen. Een lid van de beweging, een oud-militair genaamd ‘Wolf’, stelde een executielijst op met daarop onder anderen bondskanselier Olaf Scholz en andere politici en mediapersoonlijkheden. Ook blijken er banden met de georganiseerde misdaad te zijn: er zou 140.000 euro zijn betaald aan een Zwitserse misdaadgroep voor wapenleveranties.

Reichsbürger-astroloog

Deze bevindingen vereenvoudigen de aanklacht, omdat de Duitse justitie de groep nu kan aanmerken als criminele organisatie. Maar de vraag is in hoeverre de berechting van de groep als criminele organisatie een oplossing zal blijken.

De Reichsbürger behoren tot de zogenoemde postorganisatorische netwerken. Ze hebben geen duidelijke hiërarchie. Je kunt ze niet onthoofden. Je kunt de oppervlakteverschijnselen aanpakken en de inlichtingendiensten erop zetten – het risico blijft dat je louter cosmetisch ingrijpt.

Wie de aanklacht bestudeert, ziet parallellen met de zogeheten soevereine netwerken in Nederland. Daarover berichtte de AIVD recent dat deze met tienduizenden zijn gegroeid, waarvan tientallen zich actief oriënteren op geweld.

Sociale media spelen een sleutelrol. Elke uithoek is bereikbaar.

In de eigen echokamers juicht men elkaar het proces van radicalisering en vervreemding in. Het leidt ertoe dat alternatieve waarheden breed wortel schieten, en dat er een fijnmazig ecosysteem ontstaat waarin esoterische praktijken en complottheorieën gedijen: een Reichsbürger-astroloog rekruteerde op grond van sterrenbeelden.

Een ander voorspelde de toekomst door eieren te lezen.

Weer anderen maakten plannen om te infiltreren in ‘door de elite geleide ondergrondse celcomplexen voor kindermarteling’.

De rechtsstaat in de gevarenzone?

Op een grotere schaal ontwaren we een trend van anti-institutionele krachtenverzamelingen in de vanouds sterke westerse democratieën.

Het basisrecept blijft hetzelfde. Er is de voedingsbodem van desillusie, antikosmopolitisme, de behoefte aan een sterke leider die opkomt voor de ‘boreale’ wereld, er zijn de zogenoemde ‘acceleranten’ – de vloeibare online werkelijkheid, de aantrekkelijke complottheorieën en zondebokken – en de rechtsstaat zelf, die gebukt gaat onder populisten die willen afrekenen met de ‘elite’ en steun betuigen aan het anti-institutionele sentiment.

Terugkerend zijn ook de sporen van Russische inmenging. Ook Prinz Reuss hoopte op vereniging van de Pruisische wolf en de Russische beer.

Onderzoekers naar burgeroorlogen zijn al langer bezorgd over deze combinatie van factoren. Als je diverse indicatoren in de tijd naast elkaar zet, zie je de symptomen die wijzen op het verval van de westerse stabiliteit.

‘Zoiets gebeurt hier toch niet?’

Dat is niet direct een reden voor alarmisme, en dat moet het ook niet zijn – alarmistische veiligheidspolitiek kent haar eigen gevaren. Maar uit conflictanalyse blijkt dat gewelddadig verzet zich geduldig ontwikkelt.

Daarom wordt in veiligheidskringen steeds vaker opgemerkt dat de controle op wapenbezit in Nederland niet mag verslappen. De gedachte ‘Zoiets gebeurt hier toch niet’ lijken we ons steeds minder te kunnen permitteren.