Zondag 22 oktober vond in het Rotterdamse Museum Boijmans Van Beuningen de wereldpremière plaats van ‘We Margiela’. Modejournalist John de Greef keek met plezier en interesse naar de 99-minuten lange documentaire over de naaste medewerkers en de compagnon van de mysterieuze Belg Martin Margiela, maar wilde ook geregeld naar de schaar grijpen. ‘Knippen is een kunst’.
Filmpjes in journaaluitzendingen zijn vaak onverteerbaar doordat de hoofdrolspelers in de paar minuten dat het item duurt nooit meer alleen aan het woord mogen komen. We moeten aanzien hoe een deskundige wat aarzelend ook een boek uit de boekenkast pakt of in een eigen publicatie leest alsof het geschrevene al vergeten is. En in het geval van een slachtoffer moeten we ook altijd kijken hoe zij/hij nog wel de hond uit kan laten.
Binnenkijken
Ook in ‘We Margiela’ wordt er vrij veel nutteloos gelopen, gefietst en gebladerd of moeten we zien hoe een geïnterviewde omstandig plaats neemt op de bank. Hoewel het zeker leuk is om te zien in wat voor interieur zo’n bank staat, maakt het evenals de soms te lange monologen de documentaire wel erg lang. Niet alleen in couture is knippen dé kunst. En er zijn heel veel, eigenlijk te veel geïnterviewden. Allemaal medewerkers van Martin Margiela, een Belgische modeontwerper, die in 1988 zijn modelabel startte om zo’n twintig jaar later, nadat Maison Martin Margiela verkocht is aan jeansfirma Diesel, de mode geheel vaarwel te zeggen.
Verborgen talent
Het lukte Martin Margiela, een lange, knappe jongen – weet ik uit eigen waarneming – in de jaren tachtig, om geheel onzichtbaar te worden en iedere cameralens te vermijden. De eerste jaren gaf hij nog persoonlijk uitleg aan de pers bij zijn collecties. Daarna bleef dit hoogst bijzondere talent verborgen achter de schermen en sprak zich niet meer persoonlijk uit, behalve dan in zijn unieke ontwerpen en bijzondere shows.
Het was voortaan Maison Martin Margiela dat communiceerde en naar buiten trad als ‘Wij van Margiela’. Vandaar de titel ‘We Margiela’ van de documentaire die verhaalt hoe het creatieve en voor een deel ook het commerciële proces van het modehuis met de mysterieuze Margiela als artistiek leider verliep .
Heldere uitspraken
Het allermooiste is dat Jenny Meirens, de mede-oprichtster en voor een belangrijk deel aanvoerder van Margiela die deze zomer op 73-jarige leeftijd overleed nadat de documentaire bijna klaar was, zich in ‘We Margiela’ verrassend helder uitspreekt. Zowel over de gang van zaken achter de schermen als ook over haar afscheid bij het mysterieuze modehuis: ‘Ik was het kotsend beu!”
Hoewel Jenny Meirens minder cameraschuw was dan Martin Margiela wilde ook zij nu niet in beeld en kijkt de toeschouwer als zij aan het woord is (of als de geluidsband zonder tekst bewust melodramatisch doorloopt) naar een blanco scherm. Dat past prima bij de beeldtaal van Maison Margiela waar wit de overheersende huiskleur was. Van wanden tot meubilair waren er vaak ruw wit overschilderd en het personeel droeg bij presentaties altijd lange witte labjassen. Een aankleding die mij het ongemakkelijke gevoel gaf het toevluchtsoord van een eigenaardige sekte te betreden. Gelukkig was het welkom bij de shows juist altijd erg hartelijk.
Mickey ‘Margiela’ Mouse
Hoe het was om als buitenstaander Maison Margiela te bezoeken blijft in de documentaire buiten beeld. Ik herinner me een presentatie waarbij ik me een rare Mickey Mouse voelde, omdat ik beslist witte handschoenen aan moest, maar niets mocht aanraken. En nog veel belangrijker, de enorme invloed van het grote talent van Martin Margiela (plus Meirens en andere medewerkers) die juist nu weer zo hoogst actueel is voor wie de mode volgt, blijft eigenlijk ook onbesproken.
Van de originele Margiela-mode krijgt de toeschouwer wel erg weinig mee. Dat maakt ‘We Margiela’ minder interessant en als ‘ontmaskering’ van de creatieve processen in dit mythische modehuis ook wel wat onvolledig en elitair. Hoewel dat weer heel goed past bij Maison Martin Margiela.
‘We Margiela’ gaat in diverse landen deze week in première, in Nederland op 26 oktober op maar liefst twaalf witte doeken.