Het leven van Jos Visscher draaide om theater in al zijn facetten. In zijn woonplaats Assen leidde hij toneelgezelschap De Lege Ruimte, jarenlang organiseerde hij het driedaagse Axis Festival en hij schreef stukken: van locatietheater tot kameropera’s.
Hij bewerkte stukken van onder anderen Anton Tsjechov, zijn lievelingsschrijver. Van zijn favoriete toneelstuk Who’s Afraid of Virginia Woolf? van Edward Albee maakte hij verschillende bewerkingen. Hij was jarenlang theaterrecensent voor diverse kranten in het noorden.
‘Jos was zeer creatief en had een enorme liefde voor toneel en lezen,’ zegt zijn jongere broer Bert (62), cabaretier. ‘En daarnaast was Assen zijn grote liefde. Hij heeft veel gereisd, maar keerde altijd weer terug naar Assen. Daar had hij op de hoek zijn stamkroeg en thuis zijn schrijfplek.’
Het ontbrak Visscher aan ‘de gepaste ijdelheid’
Gevoel voor theater en tekst – en humor – zat de broers in de genen. Vader Kees Visscher was hoofd publiciteit van aardappelmeelfabriek Avebe in Veendam. Hij ontpopte zich steeds meer als schrijver en voordrachtskunstenaar in de Groninger streektaal en bezat een perfecte timing.
Als jongen zat Jos altijd al in de boeken en was hij in de weer met bandrecorder en gitaar, zegt Bert. ‘Hij liep rond in een Parka-jas, had lang haar en rookte shaggies. Jos was heel recalcitrant en een wereldbestormer.’
Op de middelbare school in Veendam begon hij cabaretgezelschap Filter. Na de havo volgde hij de opleiding journalistiek. Op zijn 22ste werd hij theaterrecensent bij de Winschoter Courant. Met zijn eerste eigen toneeltekst, gebaseerd op de Griekse tragedie Medea, won hij op het Amateurtheater Festival in Groningen vrijwel alle prijzen. Zelf speelde hij een hoofdrol in het stuk Cyrano de Bergerac. Hij kreeg een goede recensie, maar volgens hemzelf ontbrak het hem aan ‘de gepaste ijdelheid’.
‘Hij was mijn lievelingsregisseur’
Voor zijn onderhoud was Visscher tot 1995 chef kunstredactie van de Drentse en Asser Courant en het Groninger Dagblad. Vader Kees en zonen Jos en Bert onderhielden in de krant een briefwisseling onder de titel Visscher schrijft de Visschers. Die is later gebundeld. Jos verliet de krant om les te geven aan de journalistieke hogeschool in Zwolle, maar bleef schrijven als toneelrecensent voor de noordelijke fusiekrant Dagblad van het Noorden. ‘Hij was een goede recensent met nogal wat meer theaterkennis dan ik,’ zegt verslaggever Eric Nederkoorn (66) van het Dagblad van het Noorden. ‘En hij bleef regisseren.’
‘Hij was mijn lievelingsregisseur,’ zegt Sonja Speelman (47). ‘Ik was zijn muze, zei hij altijd. Jos liet je als actrice heel vrij. De invulling van je rol moest uit jezelf komen en daar ging hij op door. Je moest tegen de tekst in spelen: een zware tekst moest je zo luchtig mogelijk brengen. Hij had veel humor en was heel veelzijdig en productief. Zo schreef hij met Café Spoorzicht een maandelijks feuilleton over het kroegleven. Dat speelden we in het Diana Theater in Assen.’
Visscher besteedde weinig aandacht aan zijn verschijning
In zijn werk had Visscher een groot gevoel voor schoonheid, maar dat gold niet voor hemzelf: aan zijn verschijning besteedde hij weinig aandacht. Toen zijn vriendin Bé in 2011 overleed, leek het volgens Speelman dat zij zijn vuur had meegenomen. Hij rookte en dronk steeds meer, al bleef zijn geest scherp.
De laatste jaren isoleerde Visscher zich. Met haar partner steunde Sonja hem zoveel mogelijk, maar zijn lichaam begon de geest te geven. Als gevolg van een bloedziekte liep hij ontstekingen op en werd een been geamputeerd. Zelfs in het verpleeghuis was het theaterdier in hem tot op het laatst nog springlevend. Als het onrustig was op de gang, vroeg hij of ze aan het repeteren waren en van een verpleger dacht hij dat die op auditie kwam. Sonja: ‘Grappig, maar ook triest.’
Jos Visscher overleed woensdagochtend 10 mei in het verpleeghuis. Hij werd 65 jaar.