Hamas-leider Yahya Sinwar, het brein achter ‘7 oktober’ dat ruim een jaar geleden Israël en Gaza in de ellende stortte, is dood. Daarmee gloort eindelijk een beetje hoop op betere tijden, schrijft Matthijs van Schie.
‘Een mooie dag,’ zei de Amerikaanse president Joe Biden donderdag 17 oktober over de dag waarop Israël de dood van Hamas-leider Yahya Sinwar bekendmaakte. Dat de architect van het bloedbad van 7 oktober 2023 zijn verdiende loon heeft gekregen, is voor Israël net zo’n grote opluchting als de dood van Osama bin Laden was voor de Verenigde Staten. En de dood van Abu Bakr al-Baghdadi voor de vele slachtoffers van IS. Eindelijk is er een vorm van gerechtigheid voor de nabestaanden van de slachtoffers die vielen bij de aanslagen van 7 oktober en de gijzelaars die sindsdien omkwamen in Gaza.
Als Israël Rafah niet binnenviel, had Sinwar nog geleefd
Zoals Hezbollah-leider Hassan Nasrallah nog had geleefd als Israël eind september had geluisterd naar de internationale oproepen tot een staakt-het-vuren in Libanon, had Sinwar nog geleefd als Israël had geluisterd naar de maandenlange internationale oproepen om Rafah niet binnen te trekken. Daar kwam Sinwar min of meer bij toeval aan zijn einde, bij een treffen met Israëlische grondtroepen. Het staat in schril contrast met de nauwkeurig geplande, langdurig voorbereide operaties die eerdere Hamas- en Hezbollah-kopstukken het leven kostten.
In alles wat Sinwar in zijn leven ondernam, stond de gewapende strijd tegen Israël centraal. Hij verwierf bekendheid als meedogenloze ‘slachter van Khan Younis’, en vermoordde Palestijnen die hij verdacht van toenadering tot Israël. Na het beramen van moorden op Israëliërs belandde hij in een Israëlische gevangenis. Daar werd hij in 2004 nota bene geopereerd aan een levensbedreigende hersentumor.
In 2011 kwam Sinwar vrij bij een ruil van 1.027 Palestijnse gevangenen voor de ontvoerde Israëlische soldaat Gilad Shalit. Hoewel hij zijn leven en vrijheid te danken had aan Israël, ging Sinwar door met het organiseren van terreur, culminerend in de pogrom van 7 oktober.
Sinwar: burgerdoden Gaza ‘noodzakelijke offers’
Sinwar verschool zich het afgelopen jaar in de vele tunnels en omringde zich met gijzelaars. Hij noemde volgens The Wall Street Journal de duizenden Palestijnse burgerdoden die vielen in de oorlog ‘noodzakelijke offers’ voor Hamas’ doodsstrijd tegen Israël. Met die instelling bleek Sinwar het grootste obstakel om een staakt-het-vuren te bereiken in Gaza. Nu de meest fanatieke, onverzoenlijke Hamas-leider dood is, lonkt eindelijk een klein beetje perspectief op een einde aan deze verschrikkelijke oorlog.
Te hopen is dat de overgebleven Hamas-strijders die nu de gijzelaars vasthouden, ingaan op het aanbod dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu donderdag deed: wie gijzelaars vrijlaat, krijgt immuniteit. Zo hebben zij een kans om zich over te geven. En kan, na de gerechtigheid voor Sinwars Israëlische slachtoffers, hopelijk het enorme lijden van de Palestijnen in Gaza een halt worden toegeroepen.
Loodzware taak wacht in Gaza zonder Hamas
De uitdagingen die daarna wachten, zijn enorm. Om te beginnen moet worden voorkomen dat Sinwars minstens zo meedogenloze jongere broer Mohammed het terreurbewind van Hamas kan voortzetten. Ook als dat lukt, is het risico groot dat in de puinhopen van het verwoeste Gaza nieuwe strijders – na het afgelopen jaar logischerwijs vervuld van haat tegen Israël – opstaan. Een loodzware, maar noodzakelijke taak voor alle betrokkenen in de regio is het vormen van een stabiel en vreedzaam bestuur, waaraan het heeft ontbroken sinds Israël in 2005 Gaza verliet.
Het afgelopen jaar wees uit dat optimisme over deze oorlog zelden gerechtvaardigd is. Ook nu is nog een lange weg te gaan om het geweld te stoppen – om over een langdurige vrede nog maar te zwijgen. Maar de dood van Sinwar, de hoofdverantwoordelijke voor alle ellende sinds 7 oktober 2023, biedt hopelijk een opening naar betere tijden.