Dit is de beste Amerika-scriptie van het jaar

Einstein

Amerikaanse universiteiten en filantropische organisaties hadden wel belangstelling voor het lot van Europese natuurkundigen, die voornamelijk werd gedreven door hun streven naar wetenschappelijke vooruitgang. De natuurkundigen die erin slaagden om te ontsnappen aan het naziregime en te emigreren naar de Verenigde Staten, waren zeer bekwaam en hadden een sterk netwerk, schrijft UvA-student Queeny van der Spek in haar masterscriptie. Op 7 juni won ze er de Theodore Roosevelt American History Award 2019 mee.

Hieronder een samenvatting van de scriptie Hitler’s Gift to America: The American Motivations to Rescue Displaced Scientists from Europe in the 1930s.

‘Hitler is my best friend. He shakes the tree and I collect the apples.’

Tientallen natuurkundigen zijn in de aanloop van de Tweede Wereldoorlog Europa ontvlucht als gevolg van het beleid van het naziregime. Deze wetenschappers hadden vaak een Joodse achtergrond, een Joodse echtgenoot of sympathiseerden met hun Joodse collega’s. Tot de gevluchte wetenschappers behoorde een kwart van de Duitse natuurkundegemeenschap en onder hen waren Nobelprijswinnaars als Albert Einstein, Enrico Fermi en James Franck. Een groot deel van deze wetenschappers heeft uiteindelijk zijn toevlucht gevonden in de Verenigde Staten.

Amerikaanse geschiedenis:

de beste scriptieDe Theodore Roosevelt American History Award (TRAHA) wordt uitgereikt voor de beste masterscriptie geschreven aan een Nederlandse universiteit over een onderwerp uit de Amerikaanse geschiedenis. De jaarlijkse prijs is een initiatief van het Roosevelt Institute for American Studies (RIAS) in Middelburg en de Netherlands American Studies Association. Elsevier Weekblad is mediapartner van de prijs. Sinds de eerste uitreiking in 1987 zijn meer dan 250 scripties voor de prijs genomineerd.

Succesverhaal

Het verhaal van deze groep vluchtelingen is belangrijk in de geschiedenis van de Verenigde Staten. In de eerste plaats omdat een aantal van de gevluchte natuurkundigen deel uitmaakte van Project Manhattan, de bouw van de atoombom, en andere militaire onderzoeksprojecten. Hiermee hebben de gevluchte wetenschappers een bijdrage geleverd aan de Amerikaanse overwinning in de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast zijn verwijzingen naar deze vluchtelingen effectief ingezet om het imago van immigranten op te poetsen van arm, ongeschoold en hopeloos, naar ‘middle-class men’ die een bijdrage gingen leveren aan de Amerikaanse samenleving. Tot slot is de geschiedenis van gevluchte wetenschappers uitgegroeid tot een Amerikaans succesverhaal. In de media wordt lovend gesproken over de ‘redding’ van deze wetenschappers, wat beschuldigingen van Amerikaanse passiviteit met betrekking tot de moord op zes miljoen Joden door het naziregime weerspreekt en het imago van de Verenigde Staten als ‘the good guys’ in de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog bevordert. De geschiedenis van de Europese gevluchte geleerden in de jaren dertig is een heroïsche geschiedenis geworden over Amerikaanse waarden.

AmericanDreamersMeld je hier gratis aan voor de Amerika Update, de wekelijkse nieuwsbrief met de laatste ontwikkelingen over de Verenigde Staten. Elke vrijdag in je mailbox.

Op de vlucht geslagen

In een wereld waarin er nog steeds vluchtelingenstromen bestaan, is het interessant om te weten wat bepaalde wetenschappers heeft geholpen te ontsnappen en wat landen ertoe motiveerden deze wetenschappers op te nemen. Daarom heb ik in mijn scriptie onderzocht wat de motivaties waren in de Verenigde Staten om tussen 1933 en de Tweede Wereldoorlog de natuurkundigen op te nemen die op de vlucht waren geslagen voor het naziregime.

Allereerst heb ik de motivaties van de Amerikaanse overheid om Europese gevluchte wetenschappers asiel te verlenen bestudeerd. Hier viel meteen op dat de strenge immigratiewetgeving de komst van wetenschappers naar de Verenigde Staten voornamelijk in de weg zat. Door de economische crisis, xenofobie, Red Scare en antisemitisme in Amerika en doordat in de jaren dertig de ernst van de situatie in Europa nauwelijks bekend was bij de Amerikaanse bevolking, was vrijere immigratiewetgeving zeer impopulair. Federale belangstelling voor wetenschap en technologie ontstond pas tegen het eind van de jaren dertig en tijdens de oorlog werden buitenlandse academici voornamelijk gewantrouwd uit angst voor spionage.

Het resultaat was dat de Amerikaanse overheid de Europese gevluchte academici beschouwde als gewone immigranten wiens toegang tot de Verenigde Staten werd beperkt door de Immigration Act of 1924. Volgens deze wet moesten academici een academische positie in Amerika hebben bemachtigd om Amerika binnen te mogen komen buiten de reguliere quota’s om. Het gevolg was dat toevlucht tot de Verenigde Staten effectief afhankelijk was van het vinden van een Amerikaanse universiteit die bereid was een academische positie aan te bieden aan een Europese vluchteling.

Prestige van de faculteit

Vervolgens heb ik de motivaties van Amerikaanse universiteiten bestudeerd om een positie aan te bieden aan een Europese wetenschapper en daarmee te helpen het naziregime te ontvluchten. Europa had een lange universitaire traditie opgebouwd en de meest vooraanstaande natuurkundigen van de jaren twintig en dertig werkten en studeerden in Duitsland. Het Europese conflict gaf Amerikaanse universiteiten de kans om een deel van deze expertise naar hun eigen universiteit te halen. Van groot belang in het aannemen van buitenlandse natuurkundigen was de beschikbaarheid van beurzen door private filantropische organisaties om de positie van een wetenschapper te financieren. In een tijd dat veel universiteiten financiële problemen hadden, maakten deze beurzen het mogelijk om extra leden aan de faculteit toe te voegen.

Maar ook binnen de universitaire gemeenschap resulteerden nativisme, antisemitisme en culturele verschillen in verzet tegen het uitnodigen van grote aantallen wetenschappers op Amerikaanse instituten. Ook maakten taal- en cultuurverschillen buitenlandse professoren minder inzetbaar als leraren, wat de waarde van buitenlandse wetenschappers voor Amerikaanse universiteiten beperkte. Als gevolg hiervan werd slechts een klein aantal van de meest prestigieuze geleerden een positie aangeboden in de Verenigde Staten om het prestige van de faculteit te vergroten, de expertise in theoretische fysica te versterken en te profiteren van de beurzen van filantropische organisaties.

Streven naar wetenschappelijke vooruitgang

Tot slot heb ik onderzocht waarom Amerikaanse filantropische organisaties bereid waren Europese natuurkundigen te helpen een positie in de Verenigde Staten te verwerven en te financieren. Het waren voornamelijk de Amerikaanse wetenschappers die vanuit commissies en organisaties de meest veelbelovende Europese wetenschappers hielpen om hun werk in Amerika voort te zetten. De belangrijkste motivatie om steun te verlenen, was het streven naar wetenschappelijke vooruitgang. Amerikaanse wetenschappers vreesden dat het ontslag van de meest veelbelovende natuurkundigen in Duitsland de voortgang van de wetenschap in de hele wereld bedreigde. Van secundair belang in het helpen van wetenschappers waren de potentiële voordelen voor de Amerikaanse samenleving. Slechts zelden hadden organisaties humanitaire doelstellingen en vaak werd juist geprobeerd de associatie daarmee te vermijden.

Het doel van mijn scriptie was om te begrijpen wat de Amerikaanse motivaties waren om in de jaren dertig Europese natuurkundigen op te nemen die op de vlucht sloegen voor het naziregime. De Amerikaanse overheid, universiteiten en filantropische organisaties hadden allemaal de mogelijkheid om geleerden te helpen met het vinden van een toevlucht in de Verenigde Staten. De Amerikaanse regering zag geen direct voordeel bij het helpen van Europese wetenschappers en speelde geen actieve rol. Universiteiten en filantropische organisaties hadden wel belangstelling voor het lot van Europese natuurkundigen, die voornamelijk werd gedreven door hun streven naar wetenschappelijke vooruitgang. De natuurkundigen die erin slaagden te ontsnappen aan het naziregime naar de Verenigde Staten waren zeer bekwaam en hadden een sterk netwerk. Economische status, internationale contacten en intelligentie brachten wetenschappers mobiliteit en vooral degenen die voldeden aan de behoeften van de Amerikaanse academische wereld hebben dankzij Amerikaanse hulp de Holocaust overleefd.