Bij de banken staat 600 miljard euro aan spaartegoeden uit, terwijl achter het Nederlandse depositogarantiestelsel een garantiefonds steekt van slechts 5 miljard euro. Biedt het depositogarantiestelsel schijnveiligheid?
Bij banken in Estland stond begin 2024 voor 21,5 miljard euro aan gedekte spaartegoeden uit. Zo’n 1,5 miljard euro was van Nederlanders. Het depositogarantiefonds van het land was slechts gevuld met 327 miljoen euro. Een bedrag dat nog niet eens toereikend is om Nederlandse spaarders hun geld terug te geven.
Biedt het depositogarantiestelsel schijnveiligheid? ‘Die suggestie klopt niet,’ zegt Harald Benink. De hoogleraar banking and finance bij Tilburg University legt uit waarom.
Spaarders vaak buiten schot
De problemen bij een bank beginnen doorgaans met verliezen door wanbetalingen op slechte kredieten. Dat kan uitdraaien op een faillissement, waar aandeelhouders en andere professionele geldverstrekkers – van achtergestelde en obligatieleningen – voor opdraaien. En niet de spaarders en de belastingbetaler. In jargon wordt dat aangeduid met de Engelse term bail-in.
‘Stel dat de verliezen hoger zijn dan het eigen vermogen, dan gaat de toezichthouder door de balans heen en streept eerst het eigen vermogen weg. Daarna vervallen de achtergestelde leningen en de obligaties. Op die manier blijven de spaarders vrijwel altijd buiten schot,’ zegt Benink.
Bij kleinere banken verloopt de afwikkeling van het faillissement via nationale toezichthouders zoals De Nederlandsche Bank (DNB). Vaak zullen de bezittingen van de omgevallen bank, zoals de verstrekte leningen en hypotheken, worden doorverkocht aan andere banken en beleggers. Die leveren vrijwel altijd genoeg op om de tegoeden van spaarders te dekken. Maar het kan lang duren voordat een en ander is afgewikkeld. Benink: ‘Accountants en juristen moeten alle leningen van de bank bekijken, dat is veel werk.’
In de tussentijd krijgen spaarders alvast tot 100.000 euro vergoed uit het depositogarantiefonds. Dat gebeurde ook bij het faillissement van de kleine Amsterdam Trade Bank in 2022. Deze Nederlandse dochter van een Russische grootbank deed veel zaken in Rusland, maar kwam in de problemen door de sancties tegen Rusland. DNB, die het depositofonds beheert, keerde binnen enkele werkdagen 670 miljoen euro uit aan de spaarders bij de Amsterdam Trade Bank. Vervolgens kreeg DNB een vordering op de boedel van de omgevallen bank, waaruit het depositogarantiefonds later weer werd aangevuld.
Wat als een grote bank in de problemen komt?
Maar wat als een grote bank in de problemen komt, met honderden miljarden euro’s aan spaargeld? Als de verliezen groter zijn dan het vermogen in het garantiefonds, dan moeten andere banken bijstorten, legt Benink uit. ‘Maar als bank A failliet gaat en bank B en C ook, dan kan er niet worden bijgestort. Als een grote systeembank in de problemen komt, dan zijn doorgaans meerdere systeembanken tegelijk in de problemen,’ zegt Benink.
De hoogleraar wijst erop dat de bail-in dan waarschijnlijk niet meer werkt. Volgens de regels zou een Brusselse toezichthouder (de Single Resolution Board) zich moeten ontfermen over de afwikkeling van systeembanken. Maar daar zal in de praktijk geen tijd voor zijn, omdat er dan ook een acute vertrouwenscrisis is. Dat gebeurde in 2008, en bij een volgende crisis zal de overheid weer moeten bijspringen om banken te redden. Professionele geldverstrekkers blijven op dat moment buiten schot (een bail-out).
Door de bail–in-procedure of een overheid die kan bijspringen, hoeft maar 0,8 procent van de spaartegoeden te worden gedekt in het depositofonds. ‘De verliezen moeten wel heel hoog zijn voordat de pot leeg raakt. Uiteindelijk denk ik dat je als depositohouder altijd wel je geld terugkrijgt,’ zegt Benink.
Sinds 2024 geldt in de Europese Unie de regel dat spaarders binnen zeven werkdagen hun geld terugkrijgen uit het fonds. Maar lukt dat ook als het echt goed mis is? ‘Uiteindelijk is de achtervang altijd de overheid,’ zegt Benink. Hoe meer zwakke banken in een land en hoe hoger de staatsschuld, hoe langer het kan duren voordat het spaargeld ook echt wordt terugbetaald. Spaarders doen er daarom verstandig aan om goed naar de financiële degelijkheid van een land te kijken.
Voorwaarden depositogarantiestelsel
- Tot 100.000 euro spaargeld gegarandeerd per bank per persoon. Bij een en/of-rekening 200.000 euro.
- Spaart u bij meerdere merken van dezelfde bank (SNS en ASN, beide van Volksbank) dan telt dat als één bank.
- Garantie op het spaargeld is er voor particulieren en bijna alle bedrijven.
- Uitgezonderd zijn financiële bedrijven, zoals banken en pensioenfondsen, en overheden.
- Na ontvangst van een ontslagvergoeding, uitkering uit levensverzekering of verkoop van het huis is tijdelijk aanvullend 500.000 euro gedekt.
- In niet-eurolanden is een vergelijkbaar bedrag in lokale valuta gedekt. Daardoor is er een (klein) valutarisico.