Volgens ESB wordt de erfbelasting op grote schaal ontweken. Hoewel het totaal van de nagelaten vermogens in 2021 hoger lag dan in 2007, ontving de overheid minder belasting. EW pleitte vorig jaar voor het opheffen van de schenk- en erfbelasting. De opbrengsten staan niet in verhouding met de sores die het oplevert.
Toevoeging 10 oktober 2024
Hoewel het totaal van de nagelaten vermogens in 2021 ruim 85 procent hoger lag dan in 2007, ontving de overheid toch minder erfbelasting.
Volgens een recente publicatie in economenblad ESB kan dat weinig anders betekenen dan dat de erfbelasting grootschalig wordt ontweken of zelfs ontdoken (ontwijken is legaal, maar niet netjes. Ontduiken is illegaal). Anders valt moeilijk te verklaren waarom de overheid in 2007 nog 1,8 miljard euro aan erfbelasting ontving en in 2021 1,7 miljard euro. Weliswaar zijn per 2010 de tarieven verlaagd en de vrijstellingen verhoogd in de erfbelasting, maar dan nog hadden de belastingontvangsten hoger moeten zijn.
Een van de oorzaken van de achterblijvende ontvangsten is volgens de onderzoekers dat de Belastingdienst capaciteit te weinig heeft om nalatenschappen te controleren.
De schenk- en erfbelasting (de twee horen bij elkaar als Jip en Janneke) is een razendingewikkelde belasting die onnodig mensen en middelen opslokt. Daar wegen de opbrengsten van deze belasting niet tegenop.
De schenk- en erfbelasting lijkt op een kip met gouden eieren, maar is dat niet. De Belastingdienst heeft de grootste moeite om deze belasting te innen. (Erfbelasting en schenkbelasting horen bij elkaar als Jip bij Janneke.) Jaarverslagen van de fiscus en onderzoeken van de Algemene Rekenkamer laten de worsteling met de schenk- en erfbelasting zien.
Belasting ontlopen op legale en minder legale manier
Aangiftes komen niet op tijd binnen, bezwaarschriften worden te laat beantwoord en de Belastingdienst weet niet op welke schaal de belasting wordt ontdoken. Wie eenvoudigweg geen aangifte doet van een schenking, heeft mogelijk goede kans ermee weg te komen.
Daarnaast zijn er tal van legale manieren om de schenk- en erfbelasting te ontlopen. Ouders schenken alvast vermogen aan hun kinderen onder de jaarlijkse schenkvrijstelling. Bij de overdracht van bedrijven wordt de bedrijfsopvolgingsregeling van stal gehaald. En wie echt veel vermogen heeft, verplaatst dat naar het buitenland.
Middenklasse draagt de lasten
Dat de multi-miljonair amper iets betaalt en vooral de middenklasse opdraait voor de 2,6 miljard belastingopbrengsten, draagt in belangrijke mate bij aan het gevoel van onrechtvaardigheid dat aan deze belasting kleeft. En niet alleen in Nederland. Voor veel landen is de gevoelde onrechtvaardigheid een belangrijke reden geweest om de schenk- en erfbelasting af te schaffen, schrijft de OESO, het samenwerkingsverband van rijke landen.
Van de 38 landen binnen de OESO hebben 26 landen deze belasting in één of andere vorm ingevoerd. Maar lang niet iedereen krijgt er een aanslag. De belastingdienst in de Verenigde Staten legt voor naasten pas een aanslag op als de omvang van de erfenis boven 13 miljoen dollar uitkomt, zo’n 12 miljoen euro.
Twaalf landen hebben deze belasting nooit ingevoerd of afgeschaft in de afgelopen decennia. Veel gedoe voor een magere opbrengst zijn belangrijke redenen die de OESO opgeeft ter verklaring van het verminderde enthousiasme voor de schenk- en erfbelasting.
Nog geen procent van belastinginkomsten
De OESO is er overigens wel een voorstander van, maar weet ook dat er nogal wat haken en ogen aan deze taks zitten. De organisatie noemt de belasting dan ook geen silver bullet – geen Haarlemmerolie, geen kip met gouden eieren. In de Nederlandse context is het onverstandig om een schenk- en erfbelasting in de lucht te houden. Met minder ingewikkelde maatregelen haalt de overheid ook 2,6 miljard euro belasting op. Zou je de rijksbelastingen – 326 miljard euro in 2023 – met 0,8 procent verhogen, dan dekt dat het begrotingsgat van de afgeschafte schenk- en erfbelasting.
Maar die uitruil is onrechtvaardig, want dan zou bijvoorbeeld ook de btw omhooggaan. Iedereen betaalt dan mee aan een belastingvoordeel dat alleen vermogenden ten deel valt. Zij profiteren van een afgeschafte schenk- en erfbelasting, de mensen zonder vermogen (of vermogende familie) niet. Vandaar dat niet alle belastingen omhoog moeten, maar alleen die over vermogen. Afschaffen van de schenk- en erfbelasting hoeft per saldo geen belastingverlaging voor ‘de rijken’ te betekenen.
Welke belastingen kunnen omhoog?
Schenk- en erfbelasting wordt geheven over het eigen huis, vakantie- en verhuurde huizen, spaargeld, beleggingen, ondernemingsvermogen en pensioen. Elk van die vermogensbestanddelen is jaarlijks belast met inkomstenbelasting of winstbelasting (vennootschapsbelasting) of ervan vrijgesteld. Die belastingen kun je op onderdelen iets verhogen of vrijstellingen wat verlagen. Neem bijvoorbeeld het eigen huis dat is belast in box 1 van de inkomstenbelasting. Dat verloopt via het eigenwoningforfait, een percentage van 0,35 procent over de WOZ-waarde van het huis. Hoog dat percentage op naar 0,4 procent en de extra belastingopbrengsten door die minieme verhoging komen uit op iets meer dan 300 miljoen euro per jaar.
De eigenaar van een besloten vennootschap (bv) heeft te maken met een combinatie van heffingen. Een deel inkomstenbelasting (box 2) en een deel vennootschapsbelasting. Met een verhoging van het lage tarief van de vennootschapsbelasting van 19 procent naar 20 procent, is de jaaropbrengst voor de schatkist 400 miljoen euro.
En nog meer
Zo zijn er meer vermogensbelastingen die kunnen worden verhoogd om het gat te dichten dat een afgeschafte schenk- en erfbelasting achterlaat. Denk aan de vermogensrendementsheffing van box 3, in de vorm een hoger belastingtarief. En ook de vrijstelling voor het pensioen kan soberder.
De belastingbetaler betaalt bij leven weliswaar meer, maar is verlost van gedoe. Dat was ook wat de eigenaren van familiebedrijven in 2021 zeiden tegen belastingadviseur KPMG. Verhoog liever de belasting op vermogen en winst, dat verlost ons van de hoofdpijn die de erfbelasting oplevert als een bedrijf wordt overgedragen aan de volgende generatie. Voor familiebedrijven is de schenk- en erfbelasting vaak een flinke sta-in-de-weg, ondanks hoge fiscale vrijstellingen voor bedrijfsopvolging.
Ook gezinnen verlost van gedoe
De schenk- en erfbelasting levert niet alleen voor families met bedrijven gedoe op. Vaak voorkom je belastingheffing met een ‘schenking op papier’. De ouders geven bij leven geen geld aan de kinderen, maar creëren op papier een schuld aan de kinderen. Die papieren schuld strepen de kinderen later in de aangifte erfbelasting weg tegen bijvoorbeeld de waarde van het huis.
Wie deze constructie niet toepast, gooit mogelijk geld weg. Wie haar wel toepast – en dat gebeurt massaal – moet aan de bak met contracten. Want wie niet oppast, plaatst de langstlevende partner in diepe armoe omdat over de papieren schuld wel echte, harde euro’s aan rente moeten worden betaald aan de kinderen. En wie dat wil voorkomen, heeft weer een dure notaris nodig. Datzelfde geldt voor iedereen die aan de slag wil met ik-opa-testamenten en afvullegaten, en wat er al niet meer aan bizarre constructies bestaat om de belastingdruk te verlagen.
Tijd en geld
Het kost burgers en bedrijven tijd en geld om te voorkomen dat er onnodig schenk- en erfbelasting moet worden betaald. En wie zich niet laat informeren, loopt vaak rond met het idee dat aan de Belastingdienst veel meer gaat toevallen dan noodzakelijk.
De meest vermogenden kunnen zich juist bedienen van constructies om de belasting tot nul te reduceren door vermogen als bedrijfsvermogen te bestempelen, in het buitenland te wonen of geld en landgoederen in stichtingen onder te brengen waar zij zelf de dienst uitmaken.
Krapte op de arbeidsmarkt
Bij de Belastingdienst houden iets meer dan 400 van de ongeveer 27.000 werknemers zich bezig met de schenk- en erfbelasting. Die werken op de ICT-afdeling die de software moet onderhouden, beantwoorden vragen bij de Belastingtelefoon, zitten bij de belastinginspectie die op zoek moet naar vererfde en geschonken vermogens, of de afdeling incasso die de belasting int. Vakspecialisten breken zich het hoofd over een versobering van de vaak misbruikte bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting.
In februari van dit jaar opperde de Sociaal-Economische Raad ‘een radicale aanpak’ bij de overheid om de krapte op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden.
Door de grote tekorten aan personeel staat de publieke dienstverlening zwaar onder druk. En dat is helaas geen tijdelijk fenomeen, waarschuwt de Raad. Door de vergrijzing blijft de arbeidsmarkt de komende decennia krap.
De overheid moet zaken echt anders organiseren, want anders loopt het mis, vreest de Sociale-Economische Raad. De overheid moet daarom niet kiezen voor ingewikkelde routes om een doel te bereiken. Grofmazig opereren heeft de voorkeur als daar minder personeel voor nodig is. De overheid moet daarnaast de regels zo opstellen dat ook burgers en bedrijven zo min mogelijk personeel of adviseurs moeten inhuren om aan overheidsverplichtingen te kunnen voldoen, betoogt de Raad.
Sociaal-Economische Raad geeft goede adviezen
Als de overheid de schenk- en erfbelasting afschaft, dan volgt ze de adviezen van de Raad op. Voor een iets hoger eigenwoningforfait hoeft de burger geen belastingadviseur in te schakelen. De Belastingdienst is ermee geholpen, want alleen een kleine verhoging van bestaande tarieven, legt een verwaarloosbaar beslag op haar capaciteit.
De fiscus kan in één klap vierhonderd goed opgeleide, fiscaal goed ingevoerde werknemers inzetten op de echte kippen met gouden eieren: de btw met een jaarlijkse opbrengst van 70 miljard euro of de loonheffingen met een jaarlijkse opbrengst van ruim 180 miljard euro.
De Belastingdienst schrijft in het jaarverslag 2022 dat zij de circa duizend vacatures kan vervullen. Maar in eerdere technische briefings die de Belastingdienst aan de Tweede Kamer gaf, bleek ook iets anders: werknemers aantrekken is geen probleem, maar ze aanhouden wel. Nieuwe werknemers krijgen een goede opleiding en zijn na de inwerkperiode een prooi voor belastingadvieskantoren of voor ICT-bedrijven, die veel hogere salarissen betalen.
Economie midscheeps geraakt
De aanhoudende personeelskrapte versterkt zichzelf, legt de Sociaal-Economische Raad uit. Medewerkers hebben geen zin meer in de hoge werkdruk op onderbezette afdelingen, dus solliciteren ze elders, wat de personeelstekorten nog groter maakt. De dienstverlening aan burgers en bedrijven holt achteruit (probeer maar eens iemand van de Belastingtelefoon aan de lijn te krijgen). En de kans op fouten neemt toe. Bedenk dat de Belastingdienst aangiftes erfbelasting handmatig moet verwerken.
Maar het derde en grootste probleem waarvoor de Raad waarschuwt, is dat ‘de tekorten in de (semi)publieke sector een belemmering vormen voor het functioneren van de economie als geheel’. Hoewel de Raad de Belastingdienst hier niet expliciet noemt, is het een beangstigende constatering. Functioneert de fiscus slecht, dan blijven belastingen ongeïnd. Dat treft de overheidsfinanciën en de economie midscheeps.
Voorstanders schenk- en erfbelasting hebben een punt
Wat voor een schenk- en erfbelasting pleit, is het cliché dat de erfenis een gebraden duif is die in de mond vliegt. Heel wat makkelijker verdiend dan met zweet vergaard arbeidsloon of zakelijk succes. De erfenis is een meevaller, dus een belasting erover stoort de economie niet zo erg als btw en loonheffingen. Die verhogen de prijzen van producten en de arbeidskosten. Het nettoloon daalt en boodschappen worden duurder. Dat hindert de economie.
Maar verhoog de erfbelasting en vermogende Nederlanders verkassen massaal naar België. Dat gebeurde zeker voor 2010, toen erfbelasting nog successierecht heette en de tarieven hoger lagen dan tegenwoordig het geval is. Het is de makke van de schenk- en erfbelasting, constateerde een brede ambtelijke werkgroep die in 2020 een lijvig boekwerk onder de naam ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ openbaarde. Veel meer schenk- en erfbelasting kun je niet ophalen, want de grote vermogens (bedrijven) trekken weg. Schenk- en erfbelasting hindert de economie langs die weg. En via de weg van de burger die geld kwijt is aan notaris of belastingadviseur.
Minder vermogensongelijkheid?
De schenk- en erfbelasting wordt wel gezien als gelijkmaker: kinderen van rijke ouders maken geld over naar kinderen van arme ouders via de herverdelende overheid. Dat klinkt mooi, maar het is een misvatting. De schenk- en erfbelasting draagt nauwelijks bij aan vermogensgelijkheid, concludeerde het Centraal Planbureau al in 2019. De echte gelijkmaker is de mens zelf. Die slaagt er namelijk opvallend goed in om het kapitaal van zijn ouders en grootouders te verspelen. Andersom lukt het in armoede opgegroeide kinderen later juist bijzonder goed om hoger op de inkomens- en vermogensladder te klimmen, berichtte het Centraal Bureau voor de Statistiek in maart. In Nederland worden dubbeltjes heel vaak kwartjes.
Weinig belastingen roepen zo veel weerstand op als de schenk- en erfbelasting. Ouders die zuinig met hun kapitaal omspringen om de kinderen een beter leven te geven, worden fiscaal gestraft. En waarom moet er nog een keer belasting worden afgedragen over vermogen waarover al belasting is betaald, vraagt menigeen zich af.
Nieuwe argumenten nauwelijks te bedenken
Op beide punten valt af te dingen. Ouders die niet sparen, maar uitgeven, betalen btw. En de erfbelasting moet je bezien vanuit de ontvanger. Over ontvangen loon betaal je loonbelasting, over een loterijprijs kansspelbelasting, over opbrengsten uit vermogen vermogensrendementsheffing en dus is het verdedigbaar dat je over een ontvangen schenking of erfenis belasting betaalt.
De Romeinen kenden al een erfbelasting en sinds die tijd hebben tal van grote geesten zich voor of juist tegen de rechtvaardigheid van successiebelasting gekeerd. Wie nieuwe argumenten voor of tegen wil bedenken, zadelt zichzelf op met een onmogelijke taak. Ze zijn heus allemaal al een keer bedacht. Die eeuwig durende discussie is interessant, maar aan het eind van de dag draait het heffen van belasting om een overheid die genoeg geld moet binnenhalen om de uitgaven te dekken. En dat moet net als vroeger op een uitvoerbare en rechtvaardige manier. Dat was al zo bij de Romeinen en dat is ook nog steeds het geval onder het kabinet-Rutte IV.
Scenario ‘afschaffen’ mag niet in advies ontbreken
De schenk- en erfbelasting is betwistbaar rechtvaardig, levert heus veel op, maar past voor wat betreft de uitvoerbaarheid niet meer bij deze tijd. De arbeidsmarkt zucht onder personeelstekorten en de Belastingdienst bezwijkt er bijna onder. Maar bij de fiscus, notariskantoren, belastingadvieskantoren en hypotheekketens zitten volksstammen elkaar te vervelen met fiscale constructies om maar erf- en schenkbelasting te kunnen ontwijken, of juist te innen. Terwijl een paar minieme tariefswijzigingen in de andere vermogensheffingen tot dezelfde belastingopbrengst leiden.
Het ministerie van Financiën komt in 2024 met adviezen over de schenk- en erfbelasting. Het scenario ‘afschaffen’ mag daarin niet ontbreken.
Sterftetaks in het nieuws
Ergens rond deze tijd openbaart het kabinet plannen om de bedrijfsopvolgingsregeling te versoberen. Bij de overdracht van een bedrijf geldt een grote fiscale vrijstelling, om te voorkomen dat de continuïteit van het (familie)bedrijf door een hoge belastingaanslag in gevaar komt. Het kabinet vindt de huidige regeling te ruim en te gevoelig voor misbruik.
In het Verenigd Koninkrijk gaan stemmen op om de erfbelasting (Inheritance Tax) af te schaffen. Een deel van de Conservatieve parlementsleden is tegen de taks. Zij vinden de belasting onrechtvaardig.
In Noorwegen onderzoekt een commissie maatregelen om vermogen zwaarder te belasten. Hoewel herinvoering van de in 2014 afgeschafte erfbelasting op een longlist staat, voelt de sociaal-democratische regering daar weinig voor.
In Nederland spreken onder anderen hoogleraar fiscale economie Edwin Heithuis (Universiteit van Amsterdam) en emeritus-hoogleraar Leo Stevens (Erasmus Universiteit) zich geregeld uit tegen de schenk- en erfbelasting.
(Dit artikel verscheen eerder op 19 juni 2023)