De Hoge Raad oordeelde donderdag 6 juni dat de vermogenstaks van box 3 juridisch niet door de beugel kan. Vooral beleggers krijgen belastinggeld terug, voor de schatkist is dit een miljardenstrop.
De Hoge Raad deelde vandaag meerdere mokerslagen uit in vijf zaken over box 3 van de inkomstenbelasting. Beleggers betalen sinds 2017 vaak te veel belasting volgens de Hoge Raad. De hersteloperatie die de wetgever heeft opgetuigd om beleggers te compenseren voor te veel betaalde belasting van 2017 tot en met 2022, is niet goed uitgevoerd en moet worden overgedaan.
Kern is dat het fictieve rendement waarop het stelsel is gebaseerd (beleggers worden aangeslagen voor zo’n 5 procent rendement per jaar) in strijd is met de wet. Beleggers mogen alleen worden aangeslagen over hun werkelijke vermogensinkomsten, en niet over de fictieve, door de overheid vastgestelde rendementen. Dat betekent ook dat het huidige box 3-stelsel grondig moet worden aangepast.
Voor spaarders hanteert de wetgever sinds 2017 een laag fictief rendement dat wel goed aansluit bij de werkelijke (lage) spaarrente.
Fiscus dieper in de problemen
Beleggers hebben volgens deze uitspraak in veel gevallen te veel belasting betaald. Zij krijgen geld terug van de Belastingdienst, als hun werkelijke rendement lager lag dan het forfaitaire rendement. Het werkelijk rendement bestaat uit rente, dividend, huur en de rendementen op aandelen en vastgoed (ook de papieren waardestijging).
Voor de overheidsfinanciën draait het vermoedelijk uit op een miljardenstrop. Eerder werd deze tegenvaller voor de schatkist geschat op 4,1 miljard euro.
De Belastingdienst moet aan de slag om bij beleggers om de werkelijke rendementen (rente, dividend, huur en koerswinsten) van de afgelopen jaren op te vragen. Een enorme klus, die de door IT-problemen geteisterde Belastingdienst nog verder in de problemen brengt.
Overigens moeten belastingplichtigen aan de bak, door hun rendementen over de afgelopen jaren op een rij te zetten.
Belastingdienst was al voorbereid
De Belastingdienst wilde vooraf de schade zoveel mogelijk beperken. Aan spaarders en beleggers die box 3-belasting moeten betalen, zijn daarom sinds 2021 geen definitieve belastingaanslagen opgelegd.
Dat heeft als voordeel dat de Belastingdienst in vrij korte tijd de aanslagen kan aanpassen aan de uitspraken van de Hoge Raad, zonder eerst het formele traject van bezwaar en beroep te hoeven bewandelen. Dat scheelt fiscus en belastingplichtige veel tijd en gedoe.
In aanloop naar de uitspraak liet staatssecretaris Marnix van Rij (CDA) al elektronische formulieren ontwikkelen door de Belastingdienst, waarmee de werkelijke rendementen kunnen worden opgevraagd.
Box 3 uitspraak geen verrassing
De kans was groot dat de Hoge Raad wederom een streep zou zetten door box 3. In hun adviezen aan de hoogste rechters lieten de advocaten-generaal al geen spaan heel van de vermogenstaks.
‘Box 3 is een schoolvoorbeeld van een overheid die de werkelijkheid beschouwt als een hinderlijk complexe weergave van haar model,’ vatte advocaat-generaal Peter Wattel kernachtig het probleem samen, in zijn conclusie over een van de aanhangige zaken.
De Belastingdienst heeft acht weken nodig om de gevolgen van de uitspraak in kaart te brengen. Spaarders en beleggers hoeven voorlopig niets te doen.