Het Nederlandse pensioenfonds ABP trekt flink wat geld uit voor de aanleg van het grootste windmolenpark op het Zweedse vasteland. Er wordt bijna 327 miljoen euro geïnvesteerd, omdat ‘ABP zijn 2,9 miljoen deelnemers op een duurzame wijze wil voorzien van een goed pensioen’.
De investering draagt bij aan het doel van ABP om in 2020 5 miljard euro te hebben geïnvesteerd in duurzame energie, meldt het pensioenfonds. ‘Wij vinden het belangrijk om onze positie als een van de grootste pensioenfondsen ter wereld te gebruiken. Dit doen we om de klimaatdoelen van Parijs te halen en bij te dragen aan de overgang naar duurzame energie,’ zegt ABP-voorzitter Corien Wortmann-Kool.
Lees dit verhaal in Elsevier Weekblad van Simon Rozendaal: WC-eend-hoogleraren willen meer groene gekte en klimaathysterie >
Over het klimaatakkoord in Parijs is de laatste tijd veel te doen. De Amerikaanse president Donald Trump besloot om zich eruit terug te trekken. Dat leidde tot grote consternatie bij andere westerse leiders. De Franse president Emmanuel Macron begon een anti-Trump-actie (Make Our Planet Great Again) en gisteren deed ook de Duitse bondskanselier Angela Merkel een duit in het zakje met een sneer naar het Witte Huis.
Controle op de kosten
Het Åskalen-park in Zweden moet ‘een van de efficiëntste windparken van Europa worden’. Het waait op de locatie relatief hard en omdat er weinig mensen wonen, kunnen er hoge windmolens worden geplaatst, die meestal niet op land maar alleen voor de kust worden gebruikt, aldus de verklaring van ABP om in het Zweedse windmolenpark te investeren. De investering draagt bij aan het doel van het pensioenfonds om in 2020 5 miljard euro te hebben geïnvesteerd in duurzame energie.
ABP investeert wereldwijd al in meer dan tachtig windparken, maar stapte tot nu toe telkens pas na de voltooiing in. Nu gebeurt dat al bij de constructie ervan: ‘Door in het beginstadium in te stappen houdt ABP naar eigen zeggen meer controle op de kosten en daarmee op de opbrengsten voor pensioendeelnemers. Want er moet wel rendement worden gemaakt. We hanteren voor “groene” investeringen dezelfde rendementscriteria als voor andere investeringen.’