Vanaf 2018 zal de Europese Centrale Bank (ECB) zijn opkoopprogramma afbouwen. Nu koopt de ECB 60 miljard euro aan schuldpapier per maand, straks 30 miljard euro.
Vijf vragen wat dit betekent voor de economie, en voor u.
Wat heeft de ECB precies besloten?
Sinds 2015 koopt de ECB staatsschuldpapier op de financiële markten. In eerste instantie voor zo’n 80 miljard euro per maand, wat afgelopen maart werd teruggebracht naar 60 miljard euro per maand.
Donderdag 26 oktober besloot het ECB-bestuur, voorgezeten door de Italiaanse president Mario Draghi, dat de aankopen vanaf 2018 verder worden afgebouwd, naar 30 miljard euro per maand. Draghi wil het geen ‘afbouwen’ noemen, omdat dit suggereert dat er een einde aan zit te komen. Dat is er nog niet. De einddatum staat gepland voor ‘september 2018 of later’.
De Europese Centrale Bank heeft sinds het begin van dit kwantitatieve verruiming-programma ruim 2.500 miljard euro aan schuldpapier gekocht. Dat is zo’n 20 procent van alle uitstaande schuld van eurolanden. Niet al die schuld kan door de ECB worden gekocht.
Waarom koopt de ECB schuldpapier?
Doel van de aankoop is om de economie te stimuleren. Normaal gesproken doen centrale banken dat door de rente te verlagen. Maar omdat de rente al bijna op nul stond, greep de ECB, in navolging van centrale banken in de Verenigde Staten en Japan, naar een buitengewoon middel, zogeheten kwantitatieve verruiming.
Dat werkt zo: de ECB creëert geld uit het niets – dat kunnen centrale banken – en koopt daarmee schuldpapier van investeerders. Zo komt er geld vrij dat tegen lage rente kan worden uitgeleend aan consumenten om huizen of auto’s mee te kopen, of aan bedrijven om investeringen mee te doen – een nieuwe fabriek, of meer werknemers.
Door hogere uitgaven zou de inflatie weer moeten stijgen naar minder dan, maar dicht bij 2 procent, het doel van de ECB.
Waarom wordt de aankoop afgebouwd?
De Europese economie komt langzaam op stoom: hij groeit sinds vorig jaar zelfs sneller dan de Amerikaanse. In de eurozone is de werkloosheid sinds 2013 gestaag gedaald van 12 procent naar 9 procent. In landen als Spanje en Griekenland is de werkloosheid overigens veel hoger dan in Noord-Europa.
‘Consumptie van huishoudens wordt gesteund door stijgende werkgelegenheid,’ zei Draghi tijdens de persconferentie. ‘De verdiencapaciteit van huishoudens is toegenomen, net als hun vermogen.’ Kort samengevat: het gaat goed met de economie. De inflatie, de belangrijkste variabele waar de ECB op let, is dit jaar opgelopen naar 1,5 procent.
Als het goed gaat, waarom stopt de ECB dan niet gewoon met schuldpapier kopen?
Wat altijd meespeelt: centrale banken doen bij voorkeur alles geleidelijk. Draghi wil banken en investeerders niet laten schrikken met plotselinge beslissingen.
Verder zijn er wat zaken die onzekerheden met zich meebrengen. De eerste is de aankomende Brexit – het Verenigd Koninkrijk stapt uiterlijk maart 2019 uit de Europese Unie.
Het tweede, meer fundamentele probleem is dat lonen nog niet echt stijgen. De Europese economie kan nog niet zonder de steun van het opkoopprogramma van de ECB, zei Draghi.
Daarover bestaat binnen het ECB-bestuur wel wat tweespalt. Draghi zei tijdens de persconferentie dat het besluit om de aankoop af te bouwen niet unaniem was. Wie voor en tegen was, is niet duidelijk.
Zeker is dat Jens Weidmann, de president van de Bundesbank, sterk tegen het opkoopprogramma is. Het komt volgens hem neer op steun aan landen met veel schulden.
Wat betekent dit voor mij?
De ECB probeert om met zijn afbouw de Europese economie gestaag verder te laten groeien, met, zou je kunnen zeggen, iets minder steun van zijwieltjes volgend jaar. Voor werkgelegenheid en inflatie zijn er in eerste instantie weinig gevolgen.
Lees ook: De lage rente komt ook door uzelf
De rente zal door het ECB-besluit geleidelijk stijgen. Goed nieuws voor pensionado’s: pensioenfondsen zien daardoor de waarde dalen van de pensioenen die ze aan deelnemers hebben beloofd. De dekkingsgraad stijgt dan, en er kan dus meer worden uitgekeerd. Voor spaarders is het nog afwachten of banken snel de rente op spaarrekeningen zullen verhogen.
Stijgende rente kan betekenen dat de huizenprijzen een lichte knauw krijgen. Nieuwe kopers kunnen daardoor immers minder lenen en dus ook minder betalen. Het is ook mogelijk dat, als de economische groei verder aantrekt, de stijgende rente wordt gecompenseerd door stijgende lonen en de belastingen niet toenemen.