Hoogte pensioen wordt nog onoverzichtelijker

Wouter Koolmees. Foto:ANP

Mensen die pensioen opbouwen krijgen één bedrag te zien dat zij na hun pensionering zullen ontvangen. Dat gaat op de schop. Vanaf volgend jaar krijgen mensen drie ‘scenario’s’ te zien. Pensioenfondsen vrezen verwarring.

Wie pensioen opbouwt, krijgt elk jaar een Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Daarop is in één oogopslag te zien hoeveel pensioen hij of zij later krijgt. Daaraan zitten wat haken en ogen. Het UPO gaat ervan uit dat iemand blijft doorwerken, en wel voor hetzelfde salaris. Wie werkloos wordt, of juist een promotie maakt, ontvangt later waarschijnlijk een heel ander bedrag.

Pensioen valt tegen

Daarnaast hebben pensioenfondsen enkele zware jaren achter de rug. De verwachting dat pensioenen elk jaar met de inflatie kunnen meestijgen, hebben velen al opgegeven. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees (D66) wil daarom dat pensioenfondsen duidelijker communiceren dat het uiteindelijke pensioenbedrag ook kan tegenvallen (een zogenoemd slechtweerscenario).

Koolmees wil dat pensioenfondsen vanaf volgend jaar niet één concreet bedrag noemen, maar drie bedragen. Dat deelde hij de Tweede Kamer eerder deze maand mee. Eén voor een slechtweerscenario, één voor een goedweerscenario en een scenario daartussenin. Maar aan die scenario’s kan niet al te veel zekerheid worden verbonden. Volgens Koolmees is er een kans van een op tien dat het pensioen slechter, of juist beter uitpakt dan de genoemde scenario’s.

Pensioenpot wordt minder waard

Dan is er nog een grote wijziging die Koolmees doorvoert: de pensioenbedragen worden vanaf volgend jaar gecorrigeerd voor inflatie. Wie nu een pensioen van 10.000 euro per jaar in zijn UPO ziet staan dat over twintig jaar ingaat, moet er rekening mee houden dat er over twintig jaar veel minder kan worden gekocht voor die 10.000 euro. Het brood is dan duurder, net als de huizen en andere producten en diensten. Wie geen rekening houdt met die inflatie, kan van een koude kermis thuiskomen.

Het ABP berekende in 2016 dat elke 100 euro die in kas zit, op het moment van uitkering eigenlijk nog maar zo’n 80 euro waard is (in euro’s van nu), wanneer rekening wordt gehouden met inflatie. Als het bedrag op het UPO volgend jaar in ‘euro’s van nu’ wordt weergegeven, ziet het er opeens dus een stuk lager uit dan dit jaar.

Hoe inflatie te berekenen?

Lees ook het interview met pensioenuitvoerder René van de Kieft: ‘We rekenen onszelf arm met ons pensioen’

Maar het raden van de inflatie over de komende twintig jaar kent ook risico’s. Moeten pensioenfondsen met 2 procent inflatie rekenen, of 1,5 procent, of misschien zelfs 5 procent? Het gekozen percentage heeft grote invloed op het bedrag dat op het UPO komt te staan.

Als rekenmeesters opeens de inflatieverwachting bijstellen, kan een pensioen er plots veel rooskleuriger voorstaan, of juist somberder. Deze inflatieberekening wordt ongetwijfeld met de nodige nieuwe regels omgeven, want de verleiding is natuurlijk groot om de inflatie laag te ramen, zodat pensioenfondsen er gezond voor staan en de deelnemers kunnen worden gerustgesteld.

Blijft belasting hetzelfde?

Nog een verandering die de zaken ingewikkelder maken, is dat nu op het UPO een brutobedrag staat, waar de belastingen nog vanaf gaan. In de toekomst wil Koolmees daarvan een nettobedrag maken, na belastingenaftrek dus. Maar wie weet of de belastingdruk in de toekomst hetzelfde is als nu?

Het UPO met één concreet bedrag kent veel nadelen. Maar het is de vraag of de drie scenario’s, plus de aannames over hoe de inflatie en de belastingdruk zich gaan ontwikkelen, een beter beeld geven. De veranderingen zijn bovendien zo groot, dat het moeilijk wordt om het bedrag dat dit jaar op het UPO staat (bruto, zonder inflatie) te vergelijken met de drie bedragen van volgend jaar (netto, met inflatie).

‘Grote zorgen over verwarring die regels veroorzaakt’

Pensioenfondsen waarschuwen dan ook voor de verwarring die de nieuwe regels kunnen veroorzaken. ‘We maken ons grote zorgen dat we worden gedwongen tot communicatie waarvan we nu al weten dat deze tot verwarring leidt,’ stelt de pensioenfederatie in een persbericht. Zij hopen dan ook dat Koolmees de regels nog aanpast. Halverwege 2019 moeten de nieuwe regels ingaan.