Volgens ouderen hebben de jongeren het maar makkelijk. Jongeren vinden juist dat ouderen door de overheid in de watten worden gelegd. Elsevier Weekblad zocht uit: hoeveel profiteerde elke generatie van overheidsbeleid? Een overzicht.
Stille generatie: lange werkweken, vroeg met pensioen
Geboren tussen 1931 en 1940
De laatste generatie die vóór de Tweede Wereldoorlog werd geboren, moest hard werken om Nederland na 1945 op te bouwen. Pas in 1962 werd de veertigurige werkweek gemeengoed, tijdens het kabinet-De Quay. Daarvoor werkten mensen ook op zaterdag. Maar deze generatie profiteerde ook van de opbouw van de verzorgingsstaat: bijstand, werkloosheidsuitkering en AOW werden in hun jonge jaren rechten waar niet aan te tornen viel.
De rijkere leden van de stille generatie konden met steun van de overheid een huis kopen. Vóór 1956 verstrekten banken alleen hypotheken aan mensen die eenderde van de aanschafprijs zelf inbrachten. Nadat de overheid in dat jaar met de Nationale Hypotheekgarantie garandeerde dat hypotheken werden terugbetaald, waren ze bereid (bijna) het hele bedrag uit te lenen.
Pensioen op basis van eindloon
De stille generatie profiteerde ten volle van de hypotheekrenteaftrek en kreeg een pensioen dat was gebaseerd op het laatstgenoten loon. Vaak hoefden ze niet hun hele werkzame leven vol te maken.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen