Zaterdag 4 juli stemt het ledenparlement van de FNV over de vraag of de vakbond zich achter het pensioenakkoord moet scharen, dat het kabinet, de werkgevers en de vakbonden halverwege juni (in principe) hebben bereikt. Met het pensioenakkoord wordt onder meer de modernisering van het werknemerspensioen geregeld, en een minder snelle stijging van de AOW-leeftijd.
Mocht het ledenparlement tegen stemmen, dan stemt de FNV alsnog tegen het akkoord waarover de eigen bestuurders jarenlang hebben onderhandeld – het ledenparlement staat in de hiërarchie boven het bestuur. Zonder de steun van de grootste vakfederatie van Nederland – FNV telt iets minder dan een miljoen leden – komt er in de praktijk niets terecht van de hervorming. De FNV zit namelijk in bijna elk pensioenfondsbestuur, en pensioenfondsen moeten de hervormingen uitvoeren.
Vakbond en het oog voor ieders pensioenbelangen
Het pensioenakkoord is eerder wel voluit gesteund door vakbond CNV (335.000 leden). Vakbond VCP, met 163.000 leden de kleinste bond die mee onderhandelde, moet zich nog uitspreken.
Het is nog onbekend hoe het akkoord voor verschillende generaties gaat uitpakken. De vraag is of de bonden voldoende oog hebben voor de pensioenbelangen van de jongere werkenden. Ongeveer 70 procent van de vakbondsleden is namelijk 45 jaar of ouder. Gezamenlijk hebben de vakbonden 1,6 miljoen leden. Daarmee vertegenwoordigen ze 17 procent van de beroepsbevolking, die uit 9,3 miljoen mensen bestaat.