Hoe denkt D66 over de belastingheffing over inkomen en vermogen? In deel 3 van deze reeks gastblogs nemen Peter Pleijsant en Rolf Post van het Kenniscentrum van ABN AMRO MeesPierson enkele standpunten van deze partij onder de loep, gebaseerd op het verkiezingsprogramma.
Paspoort D66
- Opgericht: 1966
- Huidig aantal zetels in de Tweede Kamer: 19
- Fractie: 4e politieke partij in de Tweede Kamer
- Lijsttrekker: Sigrid Kaag (1961), demissionair minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Laatste regeringsperiode: 2017-heden (kabinet-Rutte III)
- Aantal keren in een kabinet sinds 1945: 7 van 30
‘Invoering verzilverbare heffingskorting, meer belasting hoge inkomens’
D66 wil een ‘verzilverbare heffingskorting’ invoeren. Een heffingskorting betekent minder inkomstenbelasting betalen. De hoogte van de nieuwe heffingskorting moet afhankelijk zijn van hoe groot het huishouden is, niet van de hoogte van het inkomen. Wie geen of te lage inkomsten heeft, krijgt het bedrag in geld uitgekeerd. Deze heffingskorting moet de huidige toeslagen gaan vervangen. En in de toekomst een steeds belangrijkere rol spelen in onze sociale zekerheid. Belastingbetalers met een hoog inkomen krijgen deze heffingskorting ook. Maar omdat zij nu geen recht hebben op toeslagen, gaat de inkomstenbelasting voor hen (als compensatiemaatregel) omhoog bij D66.
Meer over dit onderwerp: De belangrijkste wijzigingen in uw portemonnee voor 2021
Voor zover het belastbaar inkomen in box 1 van de inkomstenbelasting hoger is dan 68.507 euro, is het toptarief 49,5 procent in 2021. Dat tarief gaat dan omhoog. Daarnaast wil D66 aftrekposten versoberen. Volgens aangenomen wetgeving wordt het belastingvoordeel van een aantal aftrekposten voor hoge inkomens al beperkt. In 2021 is onder andere aftrekbare (hypotheek)rente voor het eigen huis verrekenbaar tegen maximaal 43 procent in box 1. Dit percentage wordt de komende jaren verder afgebouwd naar ongeveer 37 procent.
‘Belasting op hogere AOW’
Ook ouderen met AOW moeten bovengenoemde ‘verzilverbare heffingskorting’ gaan ontvangen. Bij D66 gaat ook de AOW omhoog, maar D66 wil daarnaast de AOW-premie ‘verder fiscaliseren’. Dat laatste betekent dat deze ouderen, evenals anderen, AOW-premie moeten gaan betalen over hun belastbaar inkomen tot ruim 35.000 euro in box 1. Mogelijk is met ‘verder’ bedoeld, dat dit niet in één keer, maar stapsgewijs gebeurt. Nu betalen zij in 2021 tot genoemde inkomensgrens een lager tarief van 19,2 procent, zonder AOW-premie (in 2021 is deze premie 17,9 procent). Voor anderen is het laagste tarief 37,1 procent in 2021. In dit blog leest u er meer over.
‘Minder inkomstenbelasting, maar hogere lokale belastingen’
D66 kiest voor een verdere verschuiving van landelijke belastingen naar lokale belastingen. Zo krijgen gemeenten meer mogelijkheden om zelf belasting te heffen en dan kan de inkomstenbelasting omlaag.
‘Meer belasting voor ondernemers’
In box 2 van de inkomstenbelasting wordt het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang belast (kortweg bij een aandelenbezit in een eigen BV vanaf 5 procent; maar het begrip is ruimer dan alleen aandelen en een eigen BV, en in bepaalde situaties is daarvan al sprake bij een kleiner belang). D66 constateert dat het vermogen van deze aanmerkelijkbelanghouders van 400 miljard euro scheef is verdeeld binnen deze groep aandeelhouders. En D66 vindt dat de huidige mogelijkheden tot belastinguitstel en andere fiscale voordelen belastingontwijking in de hand werken. D66 wil deze aanmerkelijkbelanghouders eerlijker belasten.
Mogelijk wordt hiermee de invoering van een progressief tarief bedoeld waardoor aanmerkelijkbelanghouders met een hoger inkomen uit hun vennootschap, zoals dividend en de verkoopwinst op hun aandelen, meer inkomstenbelasting moeten gaan betalen in box 2. Of het gaat misschien om een heffing over een forfaitair (lees: vast) rendement in box 2 over het vermogen in de eigen vennootschap. Of misschien (ook) om een beperking van de huidige bedrijfsopvolgingsregeling of een combinatie van deze mogelijkheden. De bedrijfsopvolgingsregeling ziet onder andere op een voorwaardelijke vrijstelling bij schenking en vererving van ondernemingsvermogen bij familiebedrijven. In dit blog leest u daar meer over.
‘Fiscale prikkel voor bedrijven van geldlening naar eigen geld’
Voor bedrijven bestaat nu een fiscale prikkel om zo veel mogelijk te lenen. Rente op geldleningen is namelijk in principe aftrekbaar van de fiscale winst. Maar als bedrijven te veel schulden maken, zijn ze volgens D66 financieel kwetsbaar als het economisch tegenzit. D66 wil het aantrekkelijker maken voor bedrijven om zich voor een groter deel met eigen vermogen te financieren. Mogelijk wordt hiermee bedoeld dat lenen voor bedrijven fiscaal minder aantrekkelijk wordt en dat het gebruikmaken van eigen geld voor investeringen wordt gestimuleerd.
‘Afbouw hypotheekrenteaftrek eigen huis en hoger eigenwoningforfait’
D66 wil de hypotheekrenteaftrek volledig afbouwen in ruil voor een lagere inkomstenbelasting. Daarnaast gaat het eigenwoningforfait bij D66 progressief omhoog. Dat betekent dat eigenhuisbezitters met een hoge WOZ-waarde daardoor meer inkomstenbelasting moeten betalen. D66 wil ook de financieringseisen voor de hypotheek voor het eigen huis versoepelen.
‘Meer belasting over schenkingen voor eigen huis’
D66 wil de huidige voorwaardelijke schenkingsvrijstelling voor het eigen huis (vrijstelling 2021: 105.302 euro) afschaffen. Zonder deze vrijstelling moet de verkrijger over deze schenking in principe schenkbelasting betalen, afgezien van andere vrijstellingen. Denk bijvoorbeeld aan de reguliere schenkingsvrijstelling (vrijstelling 2021: 6.604 euro voor een reguliere schenking van ouders aan kinderen; voor anderen is dit bedrag: 3.244 euro). Het belastingtarief over de belaste schenking is afhankelijk van wie deze schenking afkomstig is, van ouders (10 procent), grootouders (18 procent), of bijvoorbeeld van een tante (30 procent), afgezien van eventueel andere schenkingen.
‘Meer belasting over schenkingen en erfenissen’
D66 wil voorkomen dat schenkingen en erfenissen niet onevenredig bij mensen terechtkomen die al relatief welvarend zijn. D66 kiest daarom voor hogere tarieven in de schenk- en erfbelasting én voor meer progressie in deze tarieven. Dat betekent onder andere dat degenen die een grote erfenis ontvangen, bij D66 relatief meer erfbelasting gaan betalen. Daarnaast wil D66 het onderscheid tussen de verschillende categorieën ontvangers verkleinen.
De hoogte van de schenk- en erfbelasting is in 2021 afhankelijk van zowel de omvang van de verkrijging als de mate van verwantschap tussen de verkrijger en degene die schenkt of nalaat. Als ouders schenken of nalaten, is het tarief van zowel de schenk- als erfbelasting 10 procent over de eerste 128.751 euro in 2021, afgezien van eventuele vrijstellingen. Voor zover de belaste verkrijging in deze situatie hoger is, is het tarief 20 procent. Als grootouders schenken of nalaten, zijn deze tarieven respectievelijk 18 en 36 procent. En bij derden gaat het om 30 en 40 procent. Deze tarieven gaan bij D66 omhoog en mogelijk verandert de familiegroep of de groep van derden.
‘Rekeningrijden invoeren, elektrische auto’s worden aantrekkelijker’
D66 wil de huidige, complexe autobelastingen hervormen. D66 denkt aan een simpeler systeem van rekeningrijden dat moet zorgen voor minder uitstoot en files en voor meer schone lucht. Elektrische auto’s worden bij D66 aantrekkelijker. Bijvoorbeeld door een tijdelijke aankoopsubsidie of garanties op batterijen van tweedehands auto’s.
‘Meer belasting voor vermogenden’
Zolang het niet mogelijk is om het werkelijk behaalde rendement te belasten, wil D66 meer progressie in de tarieven van box 3. Zoals u weet, gaat box 3 over de heffing van inkomstenbelasting op spaargeld en beleggingen in privé. Meer progressie in de tarieven betekent dat belastingbetalers met veel vermogen in box 3 zwaarder worden belast. Bij D66 gaat het om een extra vermogensheffing van 1 procent voor vermogens hoger dan één miljoen euro. Daarnaast wil D66 meer aandacht voor een gecoördineerde aanpak van de vermogensbelasting binnen de Europese Unie.
Nu betalen alle belastingbetalers in box 3 inkomstenbelasting over een forfaitair (lees: vast) rendement waarvan de hoogte afhankelijk is van de omvang van het vermogen binnen drie vermogensschijven. De belastingdruk in deze box varieert in 2021 van 0,59 tot 1,76 procent van het belaste vermogen in box 3. In dit blog leest u meer over de huidige belastingheffing in 2021 over vermogen in box 3. Bovengenoemde 1,76 procent geldt vanaf een vermogen in box 3 van 1 miljoen euro (fiscaal partners: 2 miljoen euro). Waarschijnlijk is met de extra heffing van 1 procent een verhoging van deze hoogste belastingdruk bedoeld. Iemand met een vermogen in box 3 van bijvoorbeeld 1,5 miljoen euro, moet dan bij D66 jaarlijks 5.000 euro [1 procent x (1.500.000 euro minus 1.000.000 euro)] extra inkomstenbelasting betalen in box 3.