Sinds 1 januari 2020 moeten (veel) bedrijven betalen om belastingaangifte te kunnen doen. Een lagere rechter verwees dat principe naar de prullenbak. Maar volgens de Hoge Raad is er niets mis met het zogeheten eHerkenning.
Is het wettelijk gezien toegestaan om bedrijven te laten betalen om belasting te betalen? En bestaat er voor eHerkenning wel een deugdelijke wettelijke basis?
Twee keer ja, zegt de Hoge Raad
Vrijdag 2 december zei de Hoge Raad twee keer ‘ja’ op die vragen, waarmee er een eind lijkt te komen aan de discussie over eHerkenning. Zonder dat de Tweede Kamer het in 2019 goed in de gaten had, kregen (veel) bedrijven namelijk per 2020 de verplichting opgelegd om eHerkenning aan te schaffen. Wie aangifte moet doen voor onder meer de loonbelasting of de vennootschapsbelasting, heeft eHerkenning nodig om te kunnen inloggen op de website van de Belastingdienst.
Dit ‘DigiD voor bedrijven’ is alleen verkrijgbaar bij commerciële partijen als KPN, en kost minimaal zo’n 40 euro per jaar. Het idee is dat commerciële bedrijven die concurreren op een vrije markt, beter in staat zijn om een veilig inlogmiddel te ontwikkelen dan de overheid. En als de overheid het gratis aanbiedt aan bedrijven, dan draaien burgers voor deze kosten van bedrijven op.
Maar dat een bedrijf daardoor moet betalen om aangifte te kunnen doen, riep juist weer veel principiële bezwaren op.
EHerkenning via achterdeurtjes in de wet
Het kabinet heeft eHerkenning via achterdeurtjes in de wet gefrommeld en aan een politieke discussie heeft het altijd ontbroken.Vandaar dat het niet echt verbaasde toen een rechter dit jaar oordeelde dat de wettelijke grondslag voor eHerkenning ontbrak.
Maar vrijdag concludeerde de Hoge Raad dat er wel degelijk een deugdelijke onderbouwing bestaat voor eHerkenning en dat er geen wettelijke regel is die zich verzet tegen het moeten betalen om belasting te kunnen betalen. Althans, zo lang de prijs niet al te hoog is, en dat is bij een paar tientjes per jaar niet het geval, oordeelden de hoogste rechters. Daarmee verlossen de hoogste rechters de fiscus en het kabinet van een hoofdpijndossier. De vraag is of de discussie nu ook verstomt.