Vijftig jaar jeugdminimumloon: behouden of afschaffen?

05 mei 2024Leestijd: 3 minuten
Vakkenvuller. Foto: ANP

Het minimumjeugdloon werd in 1974 ingevoerd. Waarom bestaat het nog steeds? Vier vragen en antwoorden.

1. Waarom werd het minimumjeugdloon eigenlijk ingevoerd?

In 1969 zag het wettelijk minimumloon het levenslicht. Voor iedereen van 24 jaar en ouder bedroeg het brutoloon ten minste 100 gulden per week (45,38 euro). Voor nog jongere werknemers werd bescherming niet nodig geacht. Zij hebben, zo was het idee, nog geen gezin om te onderhouden.

Ook zou het de kansen van de 24-minners op de arbeidsmarkt vergroten als werkgevers ze minder hoefden te betalen. Deze groep is weliswaar onervaren, maar ook minder duur.

Natuurlijk keek Den Haag ook naar de schatkist. Bij een hoger loon voor jongere werknemers hadden ook de uitkeringen voor jonge werklozen en arbeidsongeschikten omhoog gemoeten.

In 1974 kwam er wel een minimumloon, voor werknemers van 15 jaar tot en met 22 jaar (werken in loondienst onder de 14 jaar was niet toegestaan). Voor 23 jaar en ouder gold het minimumloon ‘voor volwassenen’.

2. Waarom bestaat het minimumjeugdloon nog steeds?

Afgelopen maand zette minister Karien van Gennip (CDA) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op een rij waarom Nederland blijft vasthouden aan het jeugdminimumloon. Hoewel de leeftijd iets is teruggeschroefd – sinds 2019 hebben jongeren vanaf 21 jaar het recht op het minimumloon voor volwassen – is de motivatie op hoofdlijnen onveranderd: jongeren zijn weliswaar onervaren, maar goedkoop en kunnen toe met minder inkomen.

Er is nog een reden. De minister vreest dat jongeren bij een hoger minimumloon de schoolbanken verlaten om aan het werk te gaan. ‘Wanneer het wettelijk minimumjeugdloon op een hoog niveau wordt vastgesteld, is het voor jongeren minder aantrekkelijk om scholing te (blijven) volgen.’

3. Kan het minimumjeugdloon ook worden afgeschaft?

De vakbonden zijn tegen een apart loon voor jongeren. Zo veegt FNV het argument van tafel dat jongeren niet verder leren. De minister verwijst dan wel naar onderzoeken, de vakbond ook.

Ook vallen de kosten van een hoger jeugdminimumloon voor de schatkist mee, rekent de bond voor: een kleine 100 miljoen euro per jaar, aan extra uitgaven voor de 6.850 jongeren met een bijstandsuitkering en 7.600 jongeren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. De lasten voor werkgevers, vaak in detailhandel, supermarkten en horeca, stijgen op jaarbasis met 2,5 miljard euro.

Klachten komen ook uit minder verwachte hoek. Picnic, de online supermarkt, moet concurreren met de traditionele supermarkt. Maar daar werkt bijna 80 procent van personeel voor de helft van het minimumloon. Vakkenvullers, kassamedewerkers, controleurs bij de zelfscan: het zijn spotgoedkope scholieren die er het meeste werk verzetten. Voor een habbekrats.

‘Het gaat om 1,2 miljard euro die supermarkten elk jaar als een soort overheidssteun krijgen door de instandhouding van het jeugdloon,’ zei CEO Michiel Muller van Picnic afgelopen maand in Rotterdam tijdens zijn EW Economielezing. Muller, die niet minder dan het minimumloon voor ‘volwassenen’ betaalt, legde het verschil in loonkosten uit: ‘In Nederland blijken de gemiddelde lonen in fysieke supermarkten 14 euro per uur en in online super-
markten 17 euro per uur.’

4. En hoe zit dat in het buitenland?

De minister zette de argumenten voor het jeugdminimumloon op een rij in het wetsvoorstel waarmee uitvoering wordt gegeven aan een nieuwe Europese richtlijn voor een toereikend minimumloon. Het wettelijke Nederlandse minimumloon is al hoog, dus wat dat betreft brengt de richtlijn weinig verandering. Maar het Nederlandse jeugdminimumloon is juist relatief karig.

In het buitenland geldt het jeugdminimumloon in de regel alleen voor kinderen. En dus niet, zoals in Nederland, ook voor volwassenen van 18 jaar tot en met 20 jaar. Ook ligt het jeugdminimumloon in het buitenland dichter in de buurt van het reguliere minimumloon.

Binnenkort buigt de Tweede Kamer zich over de richtlijn en het jeugdminimumloon. Wordt het niet eens tijd om die maatregel na een halve eeuw flink op de schop te nemen?

Jeroen van Wensen
Jeroen van Wensen (1973) is redacteur Economie bij EW.
Lees meer
Jeroen van Wensen