Na deel 1 over giftenaftrek en de salderingsregeling en deel 2 over beleggen en middenhuur, belicht dit derde deel de fiscale gevolgen van testamenten en het wegschenken van vastgoed.
1. Testament kiezen
De vraag of een kind het financieel goed krijgt, hangt nauw samen met de vraag of de ouders een eigen huis hebben. ‘Kinderen van wie de ouders huren, hebben een enorme achterstand. Hebben de ouders een eigen huis, dan zijn ze bevoorrecht,’ zegt oud-kandidaat-notaris Klazien van Zwieten (76).
Het is volgens Van Zwieten, eveneens auteur van Het Nederlandse erfrecht, dan ook niet de vraag óf de schenk- en erfbelasting omhoog gaat, maar wanneer. ‘Laat daarom een keuzetestament opstellen door de notaris, want daarmee kun je alle kanten op als een van de ouders komt te overlijden,’ zegt Van Zwieten.
Volgens de wettelijke regeling, van toepassing als er geen testament in het spel is, krijgt de langstlevende ouder alles in eigendom. De kinderen krijgen een zogenoemde niet-opeisbare vordering op de langstlevende ouder. ‘Maar het kan handig zijn om bij overlijden van de eerste ouder de keuze te hebben om het kind alles te laten erven en de langstlevende partner het vruchtgebruik van de bezittingen na te laten,’ zegt Van Zwieten. Het kind krijgt feitelijk nog steeds niets en de ouder houdt zeggenschap over het vermogen. Maar het kan veel erfbelasting schelen.
Stel dat van een nagelaten vermogen van 2 miljoen euro het vruchtgebruik 700.000 euro waard is, dan valt dit bij de langstlevende partner onder de grote vrijstelling. Die betaalt geen erfbelasting. Het kind krijgt nu een belaste erfenis van 1,3 miljoen euro en straks, bij het overlijden van de langstlevende ouder, vervalt het vruchtgebruik en ontvangt het kind de resterende 700.000 euro onbelast. Er hoeft dus over 30 procent van de erfenis geen belasting te worden betaald. En er is afgerekend tegen de huidige tarieven, die in de toekomst weleens zouden kunnen stijgen.
2. Huis weggeven
Ouders die vastgoed hebben, kunnen dat elk jaar in delen wegschenken, vervolgt Van Zwieten. Over een schenking tot ongeveer 150.000 euro is de schenkbelasting 10 procent. De overdrachtsbelasting van 10,4 procent (in 2026 daalt dit tarief naar 8 procent) komt erop in mindering. Ook op die manier profiteer je nu nog van relatief lage tarieven. Van Zwieten wijst erop dat het wel afhangt van de onderlinge verhoudingen. ‘Het is de vraag of het verstandig is om dit ook te doen met het huis waarin je woont. Maar tussen ouders en kinderen zit het ook heel vaak goed.’