Feature

Waarom Trumps handelsoorlog juist slecht is voor ons nieuwe pensioenstelsel

Terwijl Amerikaans beleid voor paniek zorgt op financiële markten, verbouwt Nederland het pensioenstelsel. Dat is een vervelende combinatie.

De torenhoge importheffingen die de Amerikanen op 2 april afkondigden, jagen beleggers in de gordijnen. Beurzen als de Nasdaq en de S&P 500 stonden in 2025 al op verlies, maar zakten nog veel dieper weg nadat president Donald Trump – die 2 april bestempelde als Bevrijdingsdag – de lange lijst met de fors verhoogde invoertarieven presenteerde.

Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen sprak van een klap voor de wereldeconomie. Hoogleraar economie Bas Jacobs schrijft deze week in EW dat economieën verwoesting staat te wachten. ‘Iedereen in de wereld zal verliezen door Trumps maniakale beleid.’

En terwijl de handelsoorlog die de Amerikanen ontketenen alle aandacht trekt, gebeuren op de achtergrond dingen die niet passen bij de Verenigde Staten. Respect voor instituties en de rechtsorde lijkt omgeslagen in minachting.

Stephen Miran, Trumps belangrijkste economisch adviseur, opperde om de lasten op de Amerikaanse staatsschuld te verminderen door eenvoudigweg minder rente te betalen aan schuldeisers – zoals Nederlandse pensioenfondsen (zijn plannen zette hij uiteen in wat de Miran Papers zijn gaan heten). ­

De Amsterdamse Effectenbeurs op Beursplein 5. Beeld: Berlinda van Dam/ ANP

Twijfel over beleggingen in Amerikaanse aandelen neemt toe

Intussen ondermijnt de regering-Trump de verstrekking van objectieve data over de economie. Zijn de economische statistieken uit de Verenig­­de Staten straks nog wel te vertrouwen?

En dan is er nog de Federal Reserve, de koepel van Amerikaanse centrale banken. Met tal van rechtszaken test de regering hoe onafhankelijk die eigenlijk is. Nu is er nog een centrale bank die de rente verlaagt als economische data daartoe aanleiding geven. Gebeurt dat straks alleen nog maar als de Amerikaanse president dat wenst?

Kortom, de twijfel over beleggingen in Amerikaanse aandelen en obligaties neemt toe. Daarnaast zet het Amerikaans economisch beleid financiële markten wereldwijd zwaar op verlies. Hoe zwaar zal de optater voor de wereldeconomie zijn? En terwijl de onzekerheden zich opbouwen, verbouwt Nederland zijn enorme pensioenstelsel: de pot met zo’n 1.500 miljard euro.

Werknemers en gepensioneerden zien de verbouwing straks terug in hun pensioenen: die bewegen sneller mee met de financiële markten. Gezien de paniek op de beurzen, lijkt de timing van de verbouwing op zijn zachtst gezegd nogal ongelukkig.

Overgang op nieuw pensioenstelsel: ’Er wordt een groot risico genomen’

‘Ik kijk er met grote zorg naar,’ zegt Agnes Joseph (44), Tweede Kamerlid voor NSC met pensioenen in haar portefeuille. ‘De transitie van de sector is één grote big bang en hangt af van de dagkoersen. Ik had veel liever gezien dat de pensioenen geleidelijk over zouden zijn gegaan. Ik heb nooit goed begrepen dat er zo’n groot risico is genomen met het pensioenvermogen.’

Joseph legt uit wat het gevaar is van die big bang voor gepensioneerden. Een fonds zet de pensioenen van deelnemers op één moment in één keer om naar het nieuwe stelsel.

Bijvoorbeeld op 1 januari 2026 of 1 januari 2027. Dat is het zogenoemde invaren. Als in aanloop daarnaartoe de aandelen ­crashen en de dekkingsgraad – de maatstaf voor de financiële gezondheid van een fonds – inzakt, dan kunnen gepensioneerden bij invaren meteen worden gekort op hun pensioenen.

Joseph: ‘Terwijl korten dan vaak niet direct had gehoeven als hun pensioenen niet zouden zijn ingevaren en nog onder het huidige stelsel zouden vallen.’

Vaak gaan aandelen na een forse dip snel weer omhoog. Maar daar profiteren gepensioneerden minder van in het nieuwe stelsel, zegt Joseph. Daarin wordt voor gepensioneerden namelijk minder risicovol belegd, dus ook beperkter in aandelen. Veren de aandelen vlak na het invaren weer op, dan komt dat dus minder ten goede aan de gepensioneerden.

De pensioenhervorming kan daarom bij het begin al een verkeerde gok blijken. De grote angst is dat een gepensioneerde te horen krijgt: u had een pensioen van 1.000 euro per maand, maar dat wordt 800 euro. Om zo’n rampenscenario te voorkomen, tuigen de pensioenfondsen beschermingsconstructies op.

Traject tot het moment van de transitie spannend

De inzet van (dure) financiële instrumenten moet forse dalingen van de dekkingsgraad voorkomen. ‘Dat had ook gemoeten bij een rustige beurs. Maar nu zie je dat pensioenfondsen bijvoorbeeld extra obligaties aankopen voor een nog hogere afdekking van het renterisico.

Hun portefeuille beschermen ze verder met putopties en swaptions,’ zegt Frank Driessen (57), directeur pensioenen bij adviesorganisatie Aon.

Als rente en aandelen dalen (dat is slecht voor de dekkingsgraad), dan stijgt de waarde van swaptions en putopties (goed voor de dekkingsgraad). ‘Zo werken ze als een verzekering voor het fonds,’ zegt Driessen. Maar deze derivaten kosten geld en bovendien stijgen de kosten ervan naarmate de beurs beweeglijker is. De onrust op de beurzen kost de fondsen dus extra geld.

Voor pensioenfondsen is het traject tot het moment van de transitie spannend. Hoe dichter bij de transitie, hoe groter de noodzaak om de bescherming nog verder te versterken.

Driessen: ‘De kans dat iets negatiefs optreedt naarmate je het overstapmoment nadert, wordt weliswaar steeds kleiner, maar het effect steeds groter. Je wil niet hebben dat op 31 december een beurskrach optreedt, terwijl je op 1 januari overgaat op het nieuwe stelsel.’

Na de transitie zullen de fondsen de extra opgetuigde beschermingsconstructies weer ontmantelen. Die zijn niet meer nodig en drukken het beleggingsrendement. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij een deel van de obligaties weer verkopen, maar ook financiële instrumenten als langlopende renteswaps.

‘Pensioenfondsen zijn geen kleine ­instellingen, dus het gaat al snel om vele miljarden euro’s. Maar zit de markt te wachten op al die instrumenten? Is daar wel voldoende animo voor, aangezien het om zulke grote posities gaat,’ zegt Driessen. De kans bestaat dat fondsen verlies lijden als ze de instrumenten weer van de hand doen.

Hoe hoog zijn de kosten van al die beschermingsconstructies en mogelijke verliezen? Driessen: ‘Aan zo’n inschatting waag ik me niet, want dat hangt af van vele factoren.’

Hoe groot zijn de verliezen voor pensioenfondsen?

De twee grootste pensioenfondsen kijken vooralsnog de kat uit de boom. Het ABP belegt zo’n 530 miljard euro voor ambtenaren, onderwijzers en militairen, waarvan zo’n 170 miljard in Amerikaanse aandelen en obligaties. Hoe groot zijn de zorgen bij Nederlands grootste fonds?

‘We hebben een breed gespreide, robuuste portefeuille waarmee we veel in de Verenigde Staten beleggen, maar merendeels daarbuiten,’ zegt woordvoerder Asha Khoenkhoen (49).

‘Het fonds houdt in zijn beleggingsbeleid rekening met veel scenario’s. Bovendien is het ABP een ­belegger voor de lange termijn, tot wel zestig jaar vooruit. Dat maakt dat we ons hoofd koel houden.’

Dat neemt niet weg dat het ABP de Amerikaanse gang van zaken nauwlettend volgt. Van geopolitiek tot dataverstrekking en de rechten van aandeelhouders. ‘De ontwikkelingen geven reden tot het blijven monitoren van deze zaken, maar we zien vooralsnog geen grote ­veranderingen met betrekking tot de ­genoemde aandachtspunten.’

Ook Pensioenfonds Zorg en Welzijn heeft de beleggingen nog niet gewijzigd naar aanleiding van het Amerikaanse ­beleid, zegt de woordvoerder van het fonds. ‘En als veranderende omstandigheden aanleiding geven om posities aan te passen, zullen we daar overigens niet vooraf over communiceren.’ Logisch, het fonds voor de ongeveer 3 miljoen werknemers en gepensioneerden in de zorg wil andere beurshandelaren niet wijzer maken dan nodig.

Kunnen pensioenfondsen minder beleggen in Amerika?

Toch stijgt de spanning in de bestuurskamers van de fondsen, merken Olaf van den Heuvel (51) en Thomas van Galen (41). Beiden werken bij Achmea Investment Management en adviseren fondsen over de beleggingen. Van Galen, chief strategist: ‘De wereld wordt volatieler, terwijl ook het pensioen variabeler wordt. Is dit een goed of slecht moment om over te stappen? Dat is geen gemakkelijke discussie om te voeren, maar het zijn wel de topics waar het om draait.’

Bestuurders hebben het met elkaar over de onrustige beurzen, de volatiele dekkingsgraad en gestegen kosten om forse dalingen van de dekkingsgraad te voorkomen. Maar hebben ze het ook over minder beleggen in de Verenigde Staten?

Van den Heuvel, chief investment officer: ‘De keus om niet in Amerika te beleggen, heb je niet. Van de aandelen zijn 60 tot 70 procent Amerikaans. En qua ­bedrijfswinsten en economische groei is Amerika zo dominant, dat je er niet omheen kunt.’

Van Galen beaamt dat. ‘De Verenigde Staten mijden, lijkt me ingewikkeld. De kapitaalmarkt is groot, efficiënt en telt veel internationale bedrijven. Via de Amerikaanse markt heb je onderliggend een veel betere winstspreiding over de wereld.’

Pensioenfondsen moeten per 2028 overstappen op nieuw stelsel

De ongeveer 160 Nederlandse pensioenfondsen moeten uiterlijk per 2028 de overstap naar het nieuwe stelsel hebben voltooid. Zorg en Welzijn zet de pensioenen om op 1 januari 2026, het ABP op 1 ­januari 2027. Een deel van de fondsen, vaak de kleinere, vaart de ­bestaande pensioenen niet in en laat de bestaande aanspraken ongemoeid.

Maar nieuwe pensioenaanspraken mogen vanaf 2028 alleen nog maar worden opgebouwd met het nieuwe premiepensioen. Dat beweegt mee met de financiële markten en komt in de plaats van het nu nog gangbare middelloonpensioen. Middelloon is gebaseerd op het gemiddelde loon over de gewerkte jaren. Het is minder direct afhankelijk van bewegingen op de financiële markten, maar uiteindelijk bepalen de resultaten op de financiële markten ook de hoogte van het middelloon.

Werkgevers en werknemers die bij een fonds zijn aangesloten, moesten eind 2024 hun wensen kenbaar maken voor de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel (bedrijven die pensioen opbouwen via verzekeraars, hebben nog even de tijd).

De belangrijke Amerikaanse aandelenbeurs op Wall Street in New York City. Beeld: Michael M. Santiago/Getty Images

Pensioenfondsen zijn druk in de weer met transitieplannen

Wat moet er gebeuren met de reeds opgebouwde pensioenaanspraken? Blijven die ongewijzigd staan? Of worden de bestaande afspraken ingevaren in het nieuwe premiepensioen? En hoe gaat het nieuwe premiepensioen voor de werknemers eruitzien? De pensioenfondsen zijn druk met deze zogeheten transitieplannen in de weer. Ze moeten uitrekenen of hun wensen haalbaar zijn.

‘Sociale partners spreken een ambitie af. Bijvoorbeeld: wij willen dat een werknemer die 42 jaar in dienst is, een pensioen heeft van 80 procent van zijn gemiddelde loon. Daarbij zijn we bereid om die en die premie te betalen,’ zegt Anne Laning (54), als interne auditor en toezichthouder verbonden aan diverse pensioenfondsen.

‘Het pensioenfonds kijkt vervolgens of ze dat, gegeven de hoogte van de premie, in een doorsnee-scenario bij een acceptabel risicoprofiel kunnen realiseren. Lukt dat niet, dan moet de premie omhoog of de ambitie naar beneden.’

De financiële gezondheid van het pensioenfonds bepaalt mede of de wensen vallen uit te voeren. Als het pensioenfonds in aanloop naar de transitie zware averij oploopt door financiële schokken, kan het de pensioenen mogelijk niet invaren zoals afgesproken. Of het voert grote kortingen door.

Onrust financiële markten: welk effect op nieuw pensioenstelsel?

‘De onrust op de financiële markten zorgt ervoor dat het eerder opgestelde transitieplan heel anders kan uitpakken,’ zegt pensioenjurist Corey Dekkers (54). ‘Stel dat de oorspronkelijke afspraken niet kunnen worden nagekomen door de verslechterde financiële positie van het fonds, draagt de werkgever dan extra bij?’

Dekkers, werkzaam bij softwarebedrijf Pensioennavigator, ziet dat de risico’s zich opstapelen. Ook als de overstap achter de rug is, blijven de pensioenen kwetsbaar.

Bij het ontwerp van het nieuwe pensioenstelsel is op aanraden van de Commissie Parameters – een commissie van wijzen – een inflatie van 2 procent per jaar geraamd, zegt Dekkers. ‘De inflatie was toen al hoger in Nederland, en die blijft ook nog wel hoog. De beurzen gaan omlaag door geopolitieke onzekerheden en daarnaast is de verwachting dat de rente daalt. Dat zijn drie elementen die de verkeerde kant opgaan. Voorheen hadden fondsen buffers om dit op te vangen, straks zijn die er nauwelijks meer.’

Bij het invaren verdeelt het fonds de buffers onder de werknemers en de gepensioneerden. Daarom vallen de uitkeringen in het nieuwe stelsel hoger uit. Dekkers: ‘Het uitkeren van de buffers wordt vaak een bonus voor de deelnemer genoemd, de invaarbonus, maar er is geen ruimte over om negatieve schokken op te vangen. De invaarbonus is dus geen bonus, maar een vergoeding voor de grotere risico’s die je loopt.’

Het roept de vraag op welk stelsel ­beter is bestand tegen schokken op de financiële markten: het huidige of het nieuwe?

Oude of nieuwe pensioenstelsel beter bestand tegen beurschok?

Pensioendeskundige Laning: ‘Tsja, definieer “beter” maar eens. In 2008 was er een enorme schok op de beurs. Zo’n 5,6 miljoen pensioenen moesten in de ­jaren erna worden verlaagd, van werk­nemers en gepensioneerden. Als zich straks een schok voordoet in het nieuwe stelsel, kan een fonds de korting op de uitkering van gepensioneerden flink reduceren. Een pensioenfonds krijgt veel knoppen om aan te draaien.’

Het Beroepspensioenfonds Loodsen – voor de loodsen – is een van de drie fondsen die in januari al zijn overgestapt naar het nieuwe stelsel. Laning rekende onlangs op LinkedIn voor dat gepensioneerde loodsen bij een beurscrash beter beschermd lijken te zijn dan onder het oude stelsel.

Of dat ook bij andere fondsen het ­geval is? ‘Het is te prematuur om nu een berekening te maken, aangezien er nog geen invaarbesluit is genomen,’ zegt Khoenkhoen van ABP.

Loodsen pensioenfondsen geld van deelnemers door de Trump-crisis?

Zonder risico geen rendement, zo luidt de economische wetmatigheid. Dat betekent ook dat pensioenfondsen altijd risico’s zullen moeten nemen met het geld van hun deelnemers. Anders worden pensioenen eenvoudigweg onbetaalbaar. De vraag is wel of met het uitdenken van de pensioenhervorming voldoende rekening is gehouden met schokken op de financiële markten.

In de afgelopen vijf jaar dienden die zich al genoeg aan: de coronapandemie, de Russische aanval op Oekraïne, de hoge energieprijzen. Het valt te hopen dat de pensioensector, kwetsbaar door de hervorming, het geld van de deelnemers veilig door deze Trump-crisis weet te loodsen.