Dit is waarom Europa wél relevant is in de techwereld van morgen

Europa bouwt misschien geen techreuzen, maar zonder Europese technologie zouden er weinig reuzen zijn. (Foto: ANP)

Onze techsector is heel anders dan de Amerikaanse. Gelukkig maar. Die unieke kracht moeten we leren koesteren.

Afgelopen tijd werd pijnlijk duidelijk dat Europa technologisch compleet afhankelijk is van andere grootmachten. De consensus lijkt dat Europa te traag en gefragmenteerd is om concurrerend te zijn in de economie van morgen. Maar dat klopt niet. Europa’s kracht en zwakte zijn twee kanten van dezelfde medaille.

Het klopt dat de Verenigde Staten en China sneller en gecentraliseerder kunnen investeren in nieuwe ontwikkelingen. Maar Europa’s unieke economische systeem en cultuur hebben ook ­geleid tot een landschap van breedgespreide ­langetermijn-investeringen.

Het resultaat is een economie met niet slechts enkele techreuzen, ­zoals in de Verenigde Staten en China, maar met talloze innovatieve mkb’ers die wereldwijd onmisbare technologische onderdelen leveren.

Waarom Europa geen tweede Silicon Valley wordt

Europa levert daardoor geen mondiaal dominante eindproducten zoals een computerbesturingssysteem, mobiele telefoon of AI-chatbot. Dat vergt gecentraliseerde grote en snelle investeringen. Europa levert vooral de onderliggende technologie en onderdelen die deze producten mogelijk maken. Heel waardevol – maar niet wat Europa zelf lijkt te willen.

Al decennialang probeert Europa een eigen ­Silicon Valley te bouwen, een kraamkamer voor nieuwe techgiganten naar Amerikaans model. Van Berlijn tot Lissabon en Amsterdam: vrijwel elke grote Europese stad waagde zich eraan. Geen van alle slaagde. Dit was geen pech en ook geen gevolg van wanbeleid.

De randvoorwaarden in Europa zijn nu eenmaal niet zozeer slechter, maar fundamenteel anders. ­Europa bestaat uit onafhankelijke lidstaten, met elk hun eigen belang. Er is wel een overkoepelend Europees belang, maar in de praktijk moet dat in dienst staan van het nationaal belang. Dat creëert geregeld wrijving, en een barrière voor investeringen.

Waarom Europese samenwerking in tech spaak loopt

De markt voor technologische eindoplossingen is er grotendeels een gebleken van winner-takes-all. Er is ruimte voor één of twee grote ­wereldwijde spelers per veld. Er zijn niet dertig populaire zoekmachines: in de praktijk is er slechts de Google-zoekmachine.

Zo ook met het Microsoft Windows-besturingssysteem. En AI-chatbot ChatGPT van het Amerikaanse bedrijf OpenAI. Dat zijn de grote winnaars onder de eindproducten.

Waarom zou Nederland miljarden euro’s investeren in het Franse AI-bedrijf Mistral? Het is fijn dat er een Europese concurrent is van de chatbots van OpenAI en het Chinese DeepSeek. Maar door zoiets te doen, steunt Nederland vooral de Franse economie. En daar heeft het weinig interesse in.

Europa blinkt uit in onderdelen, niet in eindproducten

Europa is fundamenteel gefragmenteerd en decentraal georganiseerd, een nadeel in markten waar één winnaar alles opslokt. Omdat die potentiële winnaar in slechts één lidstaat is gevestigd, ontbreekt vaak de gezamenlijke bereidheid om er Europees in te investeren. Een nadeel dat China en de Verenigde Staten niet hebben.

Tegelijk kan Europa juist goed decentraal investeren in de lange waardeketen van innovatieve deeloplossingen. Het moet beseffen dat daaruit de winnende eindoplossing is samengesteld. Er zijn heel veel kleine winnaars in Europa, in Nederland. Een ­AI-assistent zoals ChatGPT draait op chips die TSMC maakt in Taiwan, met Nederlandse ASML-machines die zijn verpakt door het ­eveneens Nederlandse Besi.

Sterker: een chipmachine van ASML bestaat uit innovatieve hyper­gespecialiseerde onder­delen van grofweg vijfduizend, veelal Europese leveranciers. ASML is een systeem-integrator van talloze onderdelen.

Afkomstig van een lange staart van technische toeleveranciers die zorgen voor veel innovatie, economische waarde en uiteindelijk werkgelegenheid. ASML-leveranciers halen niet snel de kranten. Maar zonder al deze partijen is er geen ASML, en daarmee ook geen ChatGPT.

Veel kleine winnaars vragen om een andere investeringslogica

Die losse onderdelen vergen op zichzelf ook innovatie en investering, maar meer gespreid. Als Europa een sleutelrol wil spelen in bijvoorbeeld de chipindustrie, moeten het niet streven naar één megafabriek voor chipproductie, maar breed investeren in een divers en innovatief ecosysteem van mkb-bedrijven in de halfgeleiders­industrie.

Van chipdesign en testing tot verpakkings- en ­assemblagetechnologie, zoals die van Besi en ASMI. En natuurlijk de duizenden toeleveranciers van ASML.

ChatGPT spreekt als eindproduct tot de verbeelding, maar zonder de Europese waarde­keten zou AI simpelweg niet bestaan. De afhankelijkheid is wederkerig. We staan niet machteloos tegenover de grillen van andere wereldmachten. Daarnaast zorgen de vijfduizend grotendeels Europese toeleveranciers van ASML voor meer werkgelegenheid dan ChatGPT-eigenaar OpenAI.

Europa zal anders moeten investeren dan de Amerikanen en Chinezen. Silicon Valley wordt geroemd om zijn unieke investeringsklimaat, maar het produceren van veel kleine winnaars vergt een eigen unieke kapitaalmarkt.

Traag, niche, onkopieerbaar: Europa’s stille kracht in tech

Zo zouden de leveranciers van ASML niet snel financiering aantrekken in Silicon Valley. Ze leveren een deeloplossing die soms meer dan een decennium aan ontwikkeltijd vergt en slechts in een enkele technische niche meerwaarde heeft. In die niche heeft die deeloplossing unieke waarde, maar zo groot als Google of Apple zal ze niet snel worden.

Dit maakt Europa onaantrekkelijk voor groot commercieel kapitaal. Dat soort kapitaal zoekt naar verdienmodellen waarmee snel valt op te schalen en een gigantische markt valt te bedienen.

Europa is het tegenovergestelde: traag en divers. Het gevolg is dat in Europa de overheid een grotere rol speelt in financiering en dat investeerders worden gedwongen voor de langere termijn te denken. Traagheid leidt tot geduldiger kapitaal, dat je maar weinig vindt in andere werelddelen.

Door de lange ontwikkeltijd en specifieke technische waardeketen van toeleveranciers is het enorm moeilijk voor de Verenigde Staten en China om bedrijven als ASML te kopiëren.

Van productie naar macht over eindproducten

Vergelijkbare ontwikkelingen doen zich voor in bijvoorbeeld fotonica, waarmee ons internet vele malen sneller en energiezuiniger kan worden. En in quantum computing, dat een nieuw tijdperk van supercomputers kan inluiden.

Het is goed mogelijk dat het meest tot de verbeelding sprekende quantum computing-bedrijf de komende vijf tot tien jaar uit de Verenigde Staten komt. Tegelijk is het aannemelijk dat de cruciale onderdelen hiervoor uit Europa zullen komen, en dat hier de meeste banen bijkomen.

China schuift op, Europa blijft de stille motor

Achter de bedrijven die het nieuws halen zit een lange keten van leveranciers van innovatieve en hoogwaardige deeloplossingen, waaraan jaren is gewerkt en die evengoed onmisbaar zijn (linksonder).

China verschuiving

In China is een verschuiving gaande van simpele productie (linksboven) naar het leveren van eindoplossingen (rechtsboven). Daar zetten ze auto’s niet alleen in elkaar, ze ontwerpen en verkopen die nu ook. Zo ook voor smartphones, laptops en televisies. Daardoor is er ook meer conflict tussen de Verenigde Staten en China dan tien jaar geleden: ze zitten nu meer in elkaars vaarwater.

Europa meet zich met de verkeerde maatstaf

Europa verkeert intussen in een identiteits­crisis. Het richt zich vooral op de vraag hoe het zelf beter kan worden in eindoplossingen, om zo niet afhankelijk te zijn. Daarbij wordt vergeten dat juist Europese deeloplossingen vaak de eind­oplossing mogelijk maken.

Europa heeft geopolitieke macht doordat het beschikt over die deeloplossingen. Maar Europese politici moeten nog leren die strategisch te benutten en gericht beleid te voeren om deze markt te stimuleren. Initiatieven zoals het Nationaal Groeifonds waren een geweldige stap in deze richting, maar het vergt een lange adem en doorzettingsvermogen. Iets wat Nederland lijkt te ontberen in het geval van het Nationaal Groeifonds, dat wordt uitgefaseerd.

Europa legt zichzelf langs de verkeerde meetlat, waardoor het zijn eigen kracht uit het oog verliest. Het risico is dat daarmee ook zijn positie in innovatieve deeloplossingen verdwijnt. De Verenigde Staten en China willen de volledige waardeketen onder controle krijgen.

Durf te kiezen voor het Europese model

Zoals de Britse filosoof en historicus Bertrand Russell zei: Transplanted ideas are seldom so successful as they were in their native soil – ‘Getransplanteerde ideeën zijn zelden zo succesvol als ze waren op hun geboortegrond.’

Europa moet stoppen zich te spiegelen aan Amerika en China, en het eigen model omarmen. Het Europese model vraagt om langdurige, specialistische deep tech-investeringen en een sterke mkb-waardeketen, niet om één megasucces.

Europa als stille kracht achter de techtoekomst

Dat past Europa beter dan elk ander werelddeel. Het sluit aan op onze cultuur, instituties en kapitaalmarkt. Wie Europa blijft beoordelen door de lens van Silicon Valley, ziet vooral zwakte. Maar in traagheid en fragmentatie schuilt ook een kracht die elders nauwelijks valt te repliceren.

Europa creëert minder techreuzen, maar zorgt wel het voor innovatieve fundament waarop ze opereren. Als Europa durft te kiezen voor dat ­eigen model, kan het niet alleen mee in de eco­nomie van morgen, maar die ook mede vormgeven.

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.