Wie Europese regels wil afzwakken, speelt China in de kaart

Beeld: ANP.

De roep om versoepeling van Europese regels klinkt luider dan ooit. Bedrijven en politici vrezen dat strenge normen onze concurrentiekracht ondermijnen. Maar wie regels afbreekt om te besparen, verliest meer dan hij wint, schrijft econoom Paul Schenderling in een ingezonden opinie.

De Europese industrie bevindt zich in een grote storm. De energie- en materiaalkosten zijn hoog, de handelsoorlog hakt erin en de productiviteit blijft achter. Steeds meer CEO’s en politici zeggen: om concurrerend te blijven, moeten we onze normen afzwakken. Onze arbeidsnormen, onze milieunormen en andere democratische normen die Europa duur maken om te produceren.

De analyse dat de Europese industrie verzwakt als we alles bij het oude laten, is juist. Maar de voorgestelde oplossing is onverstandig.

Afzwakking milieunormen speelt China in de kaart

Door milieunormen in te stellen en daarbinnen de creativiteit van bedrijven ruim baan te geven, kunnen duurzame koplopers opstaan. Zo rapporteerde de Europese Investeringsbank onlangs dat de export van Europese groene technologie sinds 2017 met 65 procent is gestegen, veel meer dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Afzwakking van onze milieunormen betekent dat we die koploperspositie kwijtraken aan China.

De 5 meest schokkende grafieken uit het Draghi-rapport

NAAR HET ARTIKEL
MEER VAN JORIS HEIJN

De duurzaamheidstransities uitstellen betekent ook dat bedrijven langer te maken zullen hebben met hoge energie- en materiaalkosten en dat Europa nóg trager strategisch autonoom wordt. Bovendien betekent het dat we de mondiale ecologische ontwrichting verergeren, terwijl een gezonde economie alleen mogelijk is in een gezonde biosfeer.

Maar de grootste zwakte is dat het Europese handelsbeleid buiten beeld blijft, ook in het veelgeciteerde Draghi-rapport.

Hyperglobalisering

Europa is nog steeds een van de dragers van een mondiaal handelssysteem dat Harvard-econoom Dani Rodrik karakteriseert als hyperglobalisering. Binnen dit handelssysteem is het zeer moeilijk om normen te stellen aan de verplaatsing van goederen, diensten en kapitaal.

Hyperglobalisering heeft Europa veel economische baten opgeleverd. Maar het heeft er ook toe geleid dat grote bedrijven hun productie naar buiten Europa verplaatsten om Europese wetten te omzeilen.

Hyperglobalisering, onze milieuwetgeving en behoud van onze industrie gaan niet alle drie samen

Daarmee is de positie van de Europese industrie en het Europese mkb ondermijnd. Zij worden immers op grote schaal oneerlijk beconcurreerd door multinationals die valsspelen, en door de Chinese industrie, die niet alleen lagere arbeids- en milieustandaarden hanteert maar ook forse staatssteun ontvangt.

Het grote probleem is: hyperglobalisering, onze milieuwetgeving en behoud van onze industrie gaan niet alle drie samen. Europa kan er slechts twee tegelijk kiezen. Dit is mijn variant van wat Rodrik in 2011 het politieke trilemma van de wereldeconomie doopte.

De driesprong voor Europa

Het trilemma plaatst Europa op een driesprong.

Óf we willen hyperglobalisering en onze industrie behouden, maar dan zal Europa haar milieuwetgeving drastisch moeten afzwakken.

Óf we willen hyperglobalisering en onze milieuwetgeving behouden, maar dan zal een blijvende stroom goedkope importen de Europese industrie flink verzwakken.

Óf we willen onze industrie en milieuwetgeving behouden, maar dan zal Europa zijn handelspolitiek fundamenteel moeten hervormen.

De derde weg wordt zelden genoemd, maar is vanuit verschillende perspectieven wél het meest wenselijk. Dit kan door te kiezen voor globalisering met gezond verstand in plaats van hyperglobalisering.

Een eerlijk speelveld

Globalisering met gezond verstand betekent ‘ja’ zeggen tegen internationale handel en ‘nee’ tegen handel die democratische wetten ondermijnt.

Dat vereist om te beginnen dat Europa bij de import van producten onze eigen productnormen, zoals veiligheidseisen, garantiewetgeving en het recht op reparatie, veel strenger handhaaft.

Daarnaast vereist het de invoering van grensheffingen, waarbij Europa de kosten die westerse multinationals en Chinese bedrijven ontwijken, zoals kosten om werknemers fatsoenlijk te betalen en het milieu te beschermen, aan de grens alsnog in rekening brengt. Zo ontstaat er eindelijk weer een eerlijk speelveld voor internationale handel.

Hogere prijzen

Ik draai er niet omheen: deze keuzerichting zorgt voor hogere prijzen van spullen die we importeren. Maar veel goedkope spullen die we nu importeren zijn kwalitatief slecht en moeten vaak worden vervangen.

Eerlijk en duurzaam geproduceerde spullen met een lange levensduur zijn weliswaar bij de aanschaf duurder, maar over de hele levensduur gemeten vaak juist goedkoper.

Bovendien is een ander handelsbeleid voor de belastingbetaler stukken goedkoper dan enorme bedragen aan staatssteun geven aan Europese bedrijven, zoals de commissie-Draghi en de Europese Commissie voorstellen. Laten we daarom drie keer nadenken voordat we onze milieuwetgeving afbreken.

Paul Schenderling is econoom en schrijver. Zijn meest recente boek is Continent van de kwaliteit, waarop dit stuk is gebaseerd.