Weinig leidt tot zoveel irritatie bij burgers als het betalen van belasting. De overheid is vindingrijk in het verzinnen van steeds nieuwe heffingen. Elsevier zet de tien ergerlijkste op een rij.
1 Erfenisbelasting
De blauwe brief die na iemands overlijden op de deurmat valt, is velen een doorn in het oog. De staat eist bij deze sterftaks in feite een deel van de nalatenschap op. Tegenstanders vinden dat onrechtvaardig, omdat de overledene over zijn opgebouwde bezit tijdens zijn leven al een paar keer belasting heeft betaald: toen hij het verdiende, en toen het op de bank stond.
Ondanks het verzet is de belasting een blijvertje: ze werd al in de zestiende eeuw geheven. Echtgenoten worden tegenwoordig met een vrijstelling van 627.367 euro enigszins ontzien, maar kinderen zijn aanmerkelijk slechter af, met een vrijstelling van 19.868 euro. Karig wordt het als overledenen iets willen nalaten aan goede vrienden. De vrijstelling bedraagt dan niet meer dan 2.092 euro.
Velen proberen de erfbelasting te omzeilen door geld met de warme hand te geven. De jaarlijkse schenkingsvrijstellingen zijn daarom zo populair. Opbrengst van de erf- en schenkbelasting dit jaar: zo’n 1,6 miljard euro.
2 Vermogensrendementsheffing
Spaarders zien in tijden van lage rente met lede ogen aan hoe deze belasting in combinatie met de inflatie hun banktegoeden uitholt. Deze heffing op het vermogen gaat niet uit van het werkelijk behaalde rendement, maar van een theoretische oogst van 4 procent, waarover vervolgens 30 procent belasting moet worden betaald.
De fiscus doet goede zaken: elk jaar krijgt hij zo 1,2 procent van het belaste vermogen. Een belastingcommissie onder leiding van oud-topambtenaar Kees van Dijkhuizen stelde voor het fictieve rendement te verlagen, zodat het meer in lijn met de werkelijkheid is. Als dat gebeurt, is het goed nieuws voor de naar schatting twee miljoen huishoudens die een vermogen hebben dat de persoonlijke vrijstelling van 21.139 euro (partners: 42.278 euro) te boven gaat. De heffing levert jaarlijks zo’n 3,5 miljard euro op.
3 Energiebelasting
Wie de moeite neemt om zijn energienota goed te bestuderen, valt het al snel op dat de rekening voor een groot deel uit belastingen bestaat: bij een kilowattuur stroom gaat het om 11,85 cent energiebelasting, bij een kuub gas om 18,94 cent energiebelasting. De fiscus lift zo mee met stopcontact en thermostaat.
Daarbovenop komt sinds enige tijd nog een Opslag Duurzame Energie, om de bouw van bijvoorbeeld windmolens mee te betalen. De rekening daarvan loopt de komende jaren snel op. Over de energiebelasting wordt ook nog eens 21 procent btw geheven, belasting over belasting dus. Alleen al aan de energiebelasting houdt de schatkist dit jaar zo’n 4,4 miljard euro over.
4 Onroerendezaakbelasting (ozb)
Het aantal bezwaarschriften tegen deze gemeentelijke belasting nam de laatste jaren snel toe. Niet verwonderlijk. De ozb, een heffing voor huiseigenaren, is gekoppeld aan de officiële taxatiewaarde van het huis.
Door de malaise op de woningmarkt is die de laatste jaren behoorlijk gedaald. Maar de aanslag voor de ozb daalde niet of nauwelijks met de prijzen mee. Gemeenten willen stabiele inkomsten. Als de huizen minder waard worden, gaan de tarieven gewoon omhoog. Dit jaar levert de ozb alle gemeenten samen zo’n 3 miljard euro op.
5 Brandstofaccijns
Toegegeven: het is een intelligente manier van belasting heffen. De mensen achter de kassa van het tankstation zijn in feite onbezoldigde medewerkers van de Belastingdienst. De prijs van een liter benzine bestaat voor meer dan 60 procent uit belastingen. Eén liter kost aan de pomp zo’n 1,70 euro.
Daarvan zijn een kleine 77 cent accijns (en een beetje voorraadheffing) en een kleine 30 cent btw. Ook hierover wordt belasting geheven. Al tankend spekken de automobilisten zo de schatkist. Benzine- en dieselaccijns zijn jaarlijks samen goed voor ruim 8 miljard euro aan inkomsten.
6 Assurantiebelasting
Nogal wat Nederlanders zijn goed en niet zelden oververzekerd. De overheid maakt daarvan handig gebruik. Tot 1 maart 2008 bedroeg de assurantiebelasting, de heffing over afgesloten verzekeringen, nog 7 procent, maar in de jaren daarna ging het tarief met rasse schreden omhoog.
Doel: het vullen van de schatkist. Inmiddels is het tarief 21 procent. De inkomsten stegen van 1 miljard in 2011 tot 2,5 miljard euro dit jaar.
7 Tabaksaccijns
Verslaafde rokers zijn een lucratieve bron van inkomsten voor de fiscus. Stoppen lukt een groot deel toch niet, en intussen stijgen de accijnzen. In het theoretische geval dat alle rokers er in één keer mee stoppen, is de financiële ramp voor de schatkist niet te overzien.
De tabaksaccijns is dit jaar goed voor 2,3 miljard euro aan inkomsten. Dat is ongeveer het bedrag dat het kabinet kwijt is aan de kinderopvangtoeslag, de tegemoetkoming voor ouders met kinderen op de crèche en de naschoolse opvang.
8 Bijtelling leaseauto
De gebeurtenissen van de afgelopen week laten nog maar eens zien hoe hoog de emoties kunnen oplopen als het kabinet autobelastingen wil verhogen. De VVD in de Tweede Kamer rebelleerde tegen de eigen staatssecretaris van Financiën, Eric Wiebes, toen deze de fiscale bijtelling (het deel van de waarde van de auto van de zaak dat de gebruiker bij zijn inkomen moet tellen) van een groot deel van het leasewagenpark wilde verhogen.
De standaardbijtelling bedraagt 25 procent, maar veel leaserijders profiteren van een lager tarief omdat ze in een auto rondrijden die minder CO2 uitstoot. Wiebes wilde ervan af, maar zwakte zijn plannen noodgedwongen af.
9 Leidingwaterbelasting
De verdubbeling van de belasting op leidingwater van 16,5 cent per kuub tot 33 cent leidde tot veel ergernis bij consumenten, die opeens tientallen euro’s per jaar meer kwijt zijn aan water. De maatregel moest de schatkist enkele tientallen miljoenen euro’s extra opleveren, maar werd aan het volk verkocht als milieumaatregel.
Curieus, omdat de productie van kraanwater het milieu nauwelijks belast. Bovendien zijn de meeste Nederlanders al zuinig met kraanwater.
10 Loon- en inkomstenbelasting
Het is voor veel werknemers schrikken als ze zien wat er maandelijks van hun brutosalaris overblijft. Inkomstenbelasting en ook sociale premies hebben een enorme impact. Het toptarief van 52 procent behoort tot de hoogste ter wereld. Het gaat bovendien al in vanaf een inkomen van 56.532 euro, minder dan twee keer modaal.
De meeste partijen willen deze ‘belasting op arbeid’ verlagen, zodat werken meer loont. Niet te vroeg juichen: in ruil daarvoor willen ze andere belastingen verhogen.