Ongeveer 20 procent van hun totale inkomsten halen provincies op bij autobezitters via de zogenoemde opcenten. De ANWB wil af van deze exclusieve provinciebelasting voor mensen die autorijden.
Wie zich hoofdzakelijk met fiets en openbaar vervoer voortbeweegt kent ze vaak niet eens, maar autobezitters weten maar al te goed wat de ‘opcenten’ zijn.
1,5 miljard euro
Naast het rijk, profiteren ook de provincies van de motorrijtuigenbelasting via de provinciale opcenten. Per jaar halen de provinciehuizen ongeveer 1,5 miljard euro op aan autobelasting.
De provincies mogen tot een bepaalde hoogte zelf bepalen hoeveel belasting ze de autorijder opleggen én waar ze het aan besteden. En het is vooral dat laatste waar de ANWB nu korte metten mee wil maken.
Exclusieve belasting
Waarom moeten juist autobezitters exclusief opdraaien voor een belasting die voor algemeen gebruik wordt aangewend? De ‘opcenten’ vormen ongeveer 20 procent van de totale inkomsten bij provincies en daar worden niet alleen wegen van gebouwd.
De ANWB wil dat het provinciale deel van de motorrijtuigenbelasting geleidelijk wordt afgebouwd. Totdat het zover is mogen de opcenten alleen worden gebruikt voor auto-gerelateerde zaken. ‘De ANWB vindt dat de opbrengsten van provinciale opcenten besteed moeten worden aan wegen en wegverkeer. Een verhoging van de opcenten moet altijd gekoppeld zijn aan extra investeringen in wegen,’ schrijft de ANWB in een verklaring. De organisatie roept autobezitters op om op 18 maart bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten de standpunten van de partijen over provinciale opcenten in de gaten te houden.
Grote verschillen
Per provincie lopen de percentages aan belastingen voor autobezitters nogal uiteen. Zo zijn autorijdende inwoners van Zuid-Holland met een opcententarief van 95 procent het duurste uit, terwijl autobezitters in Noord-Holland niet mogen klagen met een tarief van 67,9 procent.
Wat u dit jaar aan opcenten gaat betalen kunt u op de site van de ANWB berekenen.