Het wantrouwen bij hun klanten hebben de grote banken voor een belangrijk deel aan zichzelf te wijten. Tegelijk moeten banken de vaak tegengestelde belangen dienen van huizenbezitters, mkb’ers, aandeelhouders, toezichthouders en – niet te vergeten – zichzelf.
Aan de hand van negen vragen, biedt Elsevier inzicht in de (denk)-wereld van bankiers.
1. Waar wringt het in de relatie tussen de banken en hun klanten?
Huiseigenaren en kleine ondernemers betalen meer rente op hun hypotheek of bedrijfskrediet dan nodig. De rentemarge – het verschil tussen de rente die de klant betaalt, en de rente die de bank betaalt aan de spaarders en beleggers van wie zij geld aantrekt – is op de hypotheekmarkt te hoog, meldt de Vereniging Eigen Huis (VEH) al geruime tijd.
Wel komt daar eindelijk verandering in. De gemiddelde rentemarge is volgens VEH dit voorjaar gedaald van 0,78 naar 0,51 procent, dankzij toenemende concurrentie op de hypotheekmarkt van pensioenfondsen en verzekeraars. Maar huiseigenaren betalen volgens VEH nog steeds te veel voor hun hypotheek: bij een huis van 200.000 euro gaat het maandelijks om 85 euro bruto.
ING, Rabobank en ABN AMRO domineren de markt, sinds buitenlandse banken zich tijdens de financiële crisis terugtrokken uit Nederland. Toezichthouders De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) herkennen dit probleem. ACM pleitte al in 2014 voor lagere toetredingsdrempels voor buitenlandse banken om de concurrentie te bevorderen, maar hiermee is tot nu toe weinig gedaan. Het probleem is weerbarstig. Er is nog altijd geen echte Europese bankenmarkt. Nederlandse banken stuiten op hun beurt op allerlei problemen als zij over de grens hun diensten willen aanbieden.
2. Waarover klagen ondernemers het meest?
Over de arrogantie van banken, en over het gebrek aan keuzemogelijkheden. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de geld- en kapitaalmarktrentes stevig omlaaggedrukt, maar die lagere rente geven de banken niet volledig door aan hun klanten.
ACM onderzocht dit jaar de situatie op de markt voor kredietverlening aan het MKB. Eind juni publiceerde de kartelwaakhond een rapport met dezelfde treurige conclusie als eerder over de hypotheekmarkt. ‘Onvoldoende concurrentie.’
Ook hier domineren de drie grootste banken de markt, met een gezamenlijk marktaandeel van 92 procent, nadat SNS Bank zich terugtrok, Deutsche Bank haar mkb-kredietportefeuille afbouwde, en Friesland Bank door Rabobank werd opgeslokt.
De banken schroefden hun bruto rentemarges in de periode januari 2007 tot september 2014 op met gemiddeld 1,45 procentpunt, constateren de ACM-onderzoekers die Elsevier sprak voor dit artikel. Dat lijkt een futiliteit, maar het mkb heeft 135 miljard euro van de banken geleend. Het gaat dus om vele honderden miljoenen euro’s per jaar. En mkb’ers op hun beurt wentelen de hogere rentekosten via de prijzen van hun producten weer af op de consumenten, stelt de ACM.
3. Maar banken leden toch verlies omdat mkb’ers tijdens de crisis hun leningen niet terugbetaalden?
Een deel van de margeverhoging – 0,8 procent van de 1,45 procent – is volgens de ACM te verklaren door ‘hogere risicokosten’ en verhoogde kapitaaleisen waaraan banken binnenkort moeten voldoen. De resterende 0,65 procentpunt is te verklaren uit gebrek aan concurrentie. Oftewel: met meer spelers op de markt was de klant 0,65 procent goedkoper uit geweest.
De ACM besteedt in haar rapport opvallend veel aandacht aan het ‘risico dat de banken hun marktgedrag stilzwijgend coördineren’. Dat risico is er zeker, volgens de kartelwaakhond. Dit ‘stilzwijgend coördineren’ – ze bellen elkaar niet, houden wel de rente hoog en gaan er vanuit dat de ander hetzelfde doet – is volgens de ACM-onderzoekers ‘niet verboden’, maar kan wel ‘net zo schadelijk voor de welvaart’ zijn als illegale kartelvorming.
4. Wat vinden de banken van deze beschuldigingen?
Die zaten boven op de kast. ING-bestuurder Wilfred Nagel twitterde in reactie op het ACM-rapport dat de financiering van het mkb ‘verlieslatend’ is. ACM-onderzoekers nemen die bewering met een korreltje zout. ING vindt dat de ACM de banken ‘onnodig in een negatief daglicht’ plaatst, door te suggereren dat er een verhoogd risico is dat ze hun gedrag stilzwijgend op elkaar afstemmen.
Rabobank verdient kennelijk nog wel aan kredietverlening aan het mkb. ‘De marges zijn de afgelopen jaren toegenomen, maar de winsten zijn gedaald,’ stelt Marcel Gerritsen, hoofd Financieren en Portfoliomanagement van Rabobank, in een persbericht. ‘Dat komt doordat de kredietverliezen op leningen aan het mkb nauwelijks worden gedekt door de huidige rentemarges. Met terugwerkende kracht kun je zeggen dat we de afgelopen jaren onvoldoende marge hebben berekend aan de klanten om dat risico te dekken.’
5. Hebben de banken daar geen punt?
Nee. Met zo’n verweer halen de bankiers doelbewust twee zaken door elkaar, namelijk risicomanagement en concurrentie. In de rente die banken berekenen aan mkb-bedrijven zit al een ‘risico-opslag’ omdat niet al die bedrijven hun lening terugbetalen. Volgens de ACM hanteren de banken deze rente bij 90 procent van de rekening-courantkredieten tot maximaal
1 miljoen euro.
Mocht de bank een bepaalde mkb-klant riskanter dan gemiddeld vinden, dan legt zij een extra risico-opslag op de rente. De werkelijke kredietverliezen kunnen naderhand mee- of tegenvallen, maar dat is niet relevant als je wilt toetsen in welke mate banken met elkaar concurreren op het moment dat een krediet wordt aangevraagd. De ACM keek bij de concurrentietoets uitsluitend naar de rentemarge die de bank hanteerde op het moment dat een nieuwe lening werd afgesloten. De ACM kijkt niet naar eventuele verhogingen van de rente in een later stadium, bijvoorbeeld als de klant op de afdeling Bijzonder Beheer terechtkomt – dat probleemkredieten behandelt.
6. Hoeveel schade berokkenen de banken hun klanten met hun rentebeleid?
Volgens de ACM is lastig te schatten hoeveel schade het mkb en huizenbezitters lijden door de gebrekkige bancaire concurrentie. Dat hangt af van vele aannames. Maar heel veel mensen hebben er last van. Ruim 3,5 miljoen Nederlandse huishoudens hebben een huis met een hypotheek. Het mkb, dat goed is voor bijna tweederde van de omvang van de Nederlandse economie, is sterk afhankelijk van bancaire financiering. Het gaat om vele honderden miljoenen euro’s extra rentelasten per jaar.
7. Wat doen de banken met hun extra winsten?
Hoge bonussen uitdelen aan bankiers? Nee, bankiersbonussen mogen in Nederland nog maar maximaal 20 procent van het vaste salaris bedragen. Dat is aanzienlijk minder dan in andere Europese landen, waar de bonus mag oplopen tot maximaal 100 procent van het vaste salaris.
Het is wel zo dat Nederlandse topbankiers de strakke bonuswetgeving trachten te omzeilen door de vaste salarissen te verhogen. ING-topman Ralph Hamers bijvoorbeeld krijgt dit jaar 1,63 miljoen euro vast salaris, bijna 30 procent meer dan in 2014.
Banken keren ook geen extra dividend uit aan hun aandeelhouders, blijkt uit de recente jaarverslagen. De extra winsten gebruiken ze vooral om hun kapitaalbuffers te versterken. Dat doen ze liever dan door nieuwe aandelen uit te geven. Na de bankencrisis eisen beleggers namelijk een hoog rendement op risicodragend aandelenkapitaal dat ze aan banken verstrekken.
Dat maakt aandelenkapitaal voor banken schaars en duur. Hoe meer aandelenkapitaal een bank wil ophalen, hoe meer rendement de beleggers zullen eisen. Ook dit kan ertoe leiden dat banken hun rentevergoeding op spaarrekeningen moeten verlagen, of tarieven op kredieten moeten verhogen om de aandeelhouders tevreden te stellen.
Desondanks zijn banken in de Verenigde Staten er al tijdens de financiële crisis door de overheid en de toezichthouder toe gedwongen om kapitaal bij beleggers op te halen. In Europa was er op dat moment helaas nog geen centrale Europese toezichthouder op de banken die dit kon afdwingen. De nationale toezichthouders voelden er destijds niet veel voor.
8. Zijn die hogere buffers echt noodzakelijk?
Ja, sterke buffers zijn absoluut noodzakelijk. ‘De zwakke kapitalisatie van banken is een onverantwoord risico voor de economie en een volstrekte rem op kredietverstrekking aan het mkb, de groeimotor van de Nederlandse economie,’ blogden de economen Arnoud Boot en Sweder van Wijnbergen anderhalf jaar geleden al, kort na hoorzittingen in de Tweede Kamer over de soliditeit van de Nederlandse banken. Zij vinden dat politici en toezichthouder DNB de banken hadden moeten dwingen nieuwe aandelen uit te geven. De bankenlobby wist dat tot nu toe succesvol af te houden.
9. Hoe is dat de banken gelukt?
Volgens Boot en Van Wijnbergen komt dat doordat de minister van Financiën tegenstrijdige belangen heeft. Enerzijds wil de minister solide banken, anderzijds wil hij een zo hoog mogelijke opbrengst bij de beursgang van ABN AMRO, die aanstaande is.
Als de staatsbank nu zou worden gedwongen om nieuwe aandelen uit te geven, zullen beleggers ABN AMRO bij de beursgang een lagere waarde toekennen. Beleggers steken hun geld namelijk het liefst in een bank met beperkte kapitaalbuffers en een impliciete garantie van de overheid dat zij de bank overeind houdt als die in de problemen komt.