Feature

Waarom private-equitybedrijven van levensbelang zijn voor onze economie

Investerings­maatschappijen zijn met hun bedrijven prominent aanwezig in de EW Top 500. Daarmee bewijst dat vermaledijde private equity zijn belang en succes.
13 november 2025Leestijd: 9 minuten

Nee, met dat imago wil het niet vlotten. Dit jaar nam de Tweede Kamer twee moties die ten strijde trekken tegen private equity met overgrote meerderheid aan. Die Engelstalige woorden betekenen ‘privaat vermogen’, meer niet, maar werken bij veel politici als een rode lap op een stier.

Private equity staat voor gulzige investeerders die bedrijven leegplunderen, voor ‘sprinkhanen’ die van de ene naar de andere onderneming hoppen, snel winst pakken en de onderneming en haar personeel aan hun lot overlaten.

De eerste motie, ingediend door PVV-Kamerlid René Claassen, samen met SP en CDA, riep het kabinet op om private equity in de zorg te verbieden.

Tweede Kamer wil verbod op private equity in zorg

De tweede, ingediend door Folkert Idsinga van NSC en medeondertekend door GroenLinks-PvdA en SP, betrof het zwaarder belasten van de aandelen die managers van de private-equityfondsen hebben in de bedrijven waarin ze met hun fondsen investeren, en van de aandelen die de topbestuurders van die bedrijven hebben.

Dit zijn de 500 grootste bedrijven van NederlandTop 500 bedrijven

NAAR HET ARTIKEL
MEER VAN RON KOSTERMAN

Zo wordt het minder aantrekkelijk voor die fondsen om in Nederland te investeren. Niet alleen politici zijn wantrouwend.

Dit voorjaar ontstond ophef rond het Amerikaanse Kohlberg Kravis Roberts & Co. (KKR), misschien wel de bekendste private-equityfirma ter wereld.

Private-equityfirma KKR staat onder druk

Tal van artiesten wilden niet optreden op festivals, waaronder de Zwarte Cross, omdat die door een bedrijf worden georganiseerd waarvan KKR de eigenaar is. De reden: KKR steekt geld in Israëlische bouwprojecten op de Westelijke Jordaanoever en in fossiele energie.

KKR wordt al lang gewantrouwd. Eind jaren tachtig werd over de firma het weinig vleiende boek Barbarians at the Gate geschreven (barbaren aan de poort). In Heerenveen ligt KKR ook niet lekker.

Het imago blijft een punt van aandacht, ook voor ons

Daar wordt binnenkort de laatste Nederlandse fietsenfabriek van Accell Group (bekend van Batavus, Koga en Sparta) gesloten, met 160 ontslagen tot gevolg. In 2022 haalde KKR samen met de Nederlandse investeerder Teslin de fietsenbouwer voor circa 1,8 miljard euro van de beurs.

Een FNV-bestuurder noemde de sluiting van de fabriek een ‘direct gevolg’ van de overname door investeerder KKR. Daarna zouden ze bij Accell alleen nog aan winstmaximalisatie hebben gedacht.

Private equity in de EW Top 500

Dat de fietsenbouwer al veel langer in problemen verkeert, wordt voor het gemak terzijde geschoven. Aanleiding voor de motie om private equity in de zorg te verbieden, was het faillissement van de commerciële huisartsketen Co-Med. Die keten was niet eens van een private-equityfirma.

Waarom Europa niet zonder ‘sprinkhaankapitalisten’ kan

NAAR HET ARTIKEL
MEER VAN RON KOSTERMAN

‘Het imago blijft een punt van aandacht, ook voor ons,’ zegt Tjarda Molenaar (58), directeur van de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP). ‘We moeten beter laten zien wat private equity bijdraagt.’

Dat is veel, blijkt uit de veertiende editie van de EW Top 500 bedrijven, waarin EW in samenwerking met dataleverancier Company.info de grootste bedrijven van Nederland rangschikt op omzet. Voor het vierde jaar op rij staat oliehandelaar Vitol op nummer 1, op afstand gevolgd door supermarktbedrijf Ahold Delhaize.

Investeerders worden niet meegenomen in de Top 500, maar wel de bedrijven die ze bezitten of waarin ze de meerderheid hebben. Daarvan staan er 92 in de lijst. Waarmee ze – na de families met hun ondernemingen – de grootste zijn in de categorie ‘eigendom’. In totaal zetten die 92 bedrijven 106 miljard euro om. Ze bieden werk aan ruim 320.000 mensen.

Private equity bloeit ook in zorg en kinderopvang

Private equity kan niet in de zorg? De privéklinieken van Bergman Clinics (nummer 214) floreren onder de hoede van de Britse investeerder Triton Partners. Kinderopvangorganisatie Partou (203) groeit hard onder de vleugels van het Nederlandse Waterland.

Andere bedrijven van investeerders zijn Action (19), Hunkemöller (239) en Bugaboo (417). De drie eigenaren: de Britse 3i Group, het Amerikaanse Redwood Capital Management en Mubadala Capital uit Abu Dhabi.

Net als de bedrijven uit de Top 500 vormen de investeerders een bonte stoet. Kijk naar de 135 leden van de NVP. Daarin zitten buitenlandse private-equityfirma’s als KKR en Carlyle en internationaal opererende Nederlandse investeerders als ­Rivean, Waterland en NPM Capital – partijen die zich richten op de wat grotere bedrijven.

Maar ook regionale ontwikkelingsmaatschappijen, family offices en wat kleinere investeerders zijn lid. Die zijn er meer voor het midden- en klein­bedrijf of ontfermen zich met zogeheten venture capital over jonge, snelgroeiende bedrijven. Toekomstige Top 500-leden wellicht.

Private equity piekte tijdens corona

In totaal hebben zo’n 2.750 Nederlandse bedrijven een investeringsmaatschappij als aandeelhouder, blijkt uit cijfers van de NVP. In het geval van private equity hebben investeerders bij 80 procent van de bedrijven de meerderheid.

Sinds 2007 staken private-equitypartijen 83 miljard euro aan risicodragend kapitaal in bedrijven. Met een piek in 2022, het laatste coronajaar, toen ze ruim 11 miljard euro investeerden.

Volgens Felix Zwart (43), directeur research bij de NVP, financierden ze vooral bedrijven die door de pandemie hard groeiden. Denk aan webwinkels, bezorgdiensten en online-betaalplatforms.

Dat risicodragend kapitaal is het geld dat private-equityfirma’s ophalen bij beleggers als pensioenfondsen, verzekeraars en vermogende families. Verder gebruiken ze bij de meeste deals geleend geld.

Hoe private equity vermogen investeert

‘Bij die 83 miljard euro moet je een ongeveer even hoog bedrag aan vreemd vermogen optellen,’ zegt Zwart. Met die enorme zak geld, van zo’n 160 miljard euro, deden en doen ze hun werk.

Waarom private equity zo’n grote rol speelt in EW’s Top 500Top 500 bedrijven

NAAR HET ARTIKEL
MEER VAN RON KOSTERMAN

Dat kan zijn: investeren in bedrijven die hard willen groeien en kapitaal nodig hebben. Zoals Action. Of ondernemingen helpen die van hun dure beursnotering af willen, omdat ze daar geen kapitaal kunnen ophalen.

Zoals de nummer 126 in de lijst, Accell. Of managers bijstaan die met hun bedrijf uit een groter concern willen stappen en voor die managementbuy-out geld en kennis nodig hebben. Of een opvolgingsprobleem bij een familiebedrijf oplossen door dat bedrijf over te nemen.

Wat ook kan: een hele divisie opkopen van een multinational, omdat die niet meer bij de strategie past of onvoldoende rendement oplevert voor de aandeelhouders. Neem Flora Food Group (63), de voormalige margarinedivisie van Unilever die in 2018 werd gekocht door KKR.

KKR heeft naast Accell en Flora Food Group nog vier bedrijven in de lijst staan. Accell heeft problemen, maar dat geldt niet voor de andere KKR-ondernemingen, ook al maken ze schamele winstjes of zelfs verliezen.

Private equity: hoge rendementen door vreemd vermogen

Dat komt door hoe KKR, net als veel andere private-equityfirma’s, investeringen in bedrijven financiert: met veel geleend geld.

De leningen komen op de balans van de ondernemingen te staan. Zij draaien op voor de rentebetalingen en aflossingen, en dat zet hun nettoresultaten onder druk. Voor investeerders is de ebitda relevant, de winst voor rente, belastingen en allerhande afschrijvingen. Die laat zien hoe de operationele activiteiten het doen.

Door investeringen deels met leningen te betalen, hoeven ze zelf minder geld in te leggen. Door zich vervolgens actief te bemoeien met de leiding van het bedrijf, hopen ze dat het bedrijf efficiënter wordt, meer innoveert en groeit.

Lukt dat, en wordt de onderneming later tegen een mooie prijs verkocht (bijvoorbeeld door het naar de beurs te brengen) dan behalen de investeerders door hun lage inleg een relatief hoog rendement en zijn ook hun geldverstrekkers tevreden.

Waarom zijn investeerders zo prominent in de Top 500?

Lukt dat niet, dan is hun schade beperkt. Dan barst wel de kritiek los en volgen de beschuldigingen van ‘sprinkhanengedrag’. Het gaat weleens mis met private equity, ja, maar veel vaker gaat het goed.

Niet voor niets zijn de bedrijven van investeringsmaatschappijen prominent aanwezig in de Top 500. Bovendien werken niet alle investeerders zo. HAL Investments, van de Rotterdamse familie Van der Vorm, staat met zeven bedrijven in de lijst, waaronder bagger- en bouwconcern Boskalis (48).

Daarmee deelt HAL de koppositie met Waterland en NPM Capital (zie ‘Grote investeerders’ op pagina 79). Ook de familie Van der Vorm wil invloed uitoefenen op het beleid van bedrijven waarin ze ­investeert – vaak zijn managers van HAL er commissaris – maar gebruikt weinig geleend geld.

HAL-ondernemingen zijn winstgevend

De HAL-ondernemingen in de Top 500 maken allemaal een nettowinst. Van alle 92 bedrijven die van investeerders zijn, doen 43 bedrijven dat, bijna de helft.

Vrijwel alle investeringsmaatschappijen voeren een zogenoemde buy-and-build-strategie, maar HAL spant de kroon. De grootste financiële klapper was in 2021, toen HAL GrandVision verkocht voor 5,5 miljard euro.

Top 100 winst: dit zijn de bedrijven die de grootste winst behaaldenTop 100 winst

NAAR HET ARTIKEL
MEER VAN RON KOSTERMAN

GrandVision was in de jaren ervoor met overnames uitgebouwd tot een internationale groep van optiek-winkelketens, waaronder Pearle. Op de verkoop maakte HAL een boekwinst van 3,5 miljard.

Dat geld werd gebruikt om een jaar ­later voor 4,3 miljard euro Boskalis van de beurs te halen. Deze zomer werd bekend dat HAL samen met Boskalis onderdelen van bouwconcern VolkerWessels (36) wil overnemen.

Private equity aanwezig in alle sectoren in de Top 500

HAL is ook nog eigenaar van aannemer Van Wijnen (111). Door de krachten van die drie bedrijven te bundelen, hoopt HAL op lange termijn meerwaarde te creëren.

Wie kijkt naar de activiteiten van de Top 500-bedrijven van investeerders, ziet veel langskomen. Van industrie, retail, groothandel, transport en opslag tot informatietechnologie, energie, afvalverwerking, zorg en horeca.

Toch hebben private-equityfirma’s hun voorkeuren, blijkt uit gegevens van Aeternus, een overname-adviseur voor de hogere echelons van het mkb.

Ze stellen bij hun investeringsbeslissingen de voorwaarde dat bedrijven een goed beleid hebben (of in elk geval plannen daarvoor) voor duurzaamheid en maatschappelijke impact. Dat zijn ‘betere’ bedrijven, is de redenering, toekomstbestendiger, met meer groeikansen en winstpotentieel.

Vergrijzing biedt kansen voor private equity in de zorg

Dat private-equityfirma’s daar belang aan hechten, blijkt uit de gang van zaken bij Nobian, de nummer 104 in de lijst. De chemicaliënfabrikant is in handen van twee buitenlandse investeerders, Carlyle en GIC, en sloot eind vorig jaar als eerste bedrijf in Nederland een bindende maatwerkafspraak met de overheid om zijn CO₂-uitstoot naar nul te brengen.

Volgens Molenaar van de NVP zijn er naast duurzaamheid meer trends zichtbaar, waaronder vergrijzing. ‘Die biedt kansen voor private equity in de zorg. Ondernemers moeten innoveren en zoeken kapitaal.

Banken zijn minder enthousiast om mee te doen met deals

Niet alleen omdat de vraag zal toenemen, ook omdat personeel schaarser wordt.’ Dat laatste speelt in meer sectoren. Investeerders zien kansen als ze een consolidatieslag op gang kunnen brengen.

Door kleine overnames te doen, krachten te bundelen en te groeien, bouwen ze voor personeel aantrekkelijkere organisaties – met voor zichzelf (en hun beleggers) een mooiere winst bij verkoop.

Hoe beïnvloeden geopolitieke spanningen investeringen?

Molenaar: ‘Dat gebeurt bijvoorbeeld in de accountancy met het bundelen van kleinere kantoren. En je ziet het in de horeca, een versnipperde branche.’ Mooi voorbeeld is de opkomst van Restaurant Company Europe, de nummer 480.

Vermogen is er genoeg. Nederlandse en buitenlandse pensioenfondsen, zegt Zwart, brachten in 2024 nog minimaal 1,4 miljard euro onder bij Nederlandse investeerders.

Wel een probleem zijn de economische onzekerheden, aangewakkerd door geopolitieke conflicten en het gegoochel met handelstarieven door de Amerikaanse president Donald Trump. Daar hebben ook de bedrijven van investeerders last van.

De onzekerheden hebben ook specifieke gevolgen voor investeerders. Banken zijn minder enthousiast om mee te doen met deals. Er is wel beweging op de markt van fusies en overnames, maar dat zijn meestal relatief kleine transacties. Zwart: ‘In deze tijden is voor investeerders de vraag: waar vind ik een goede investering? Ze doen liever een aantal kleine, dan één grote.’

Belangrijke cyclus voor investeerders stopt in onzeker klimaat

De laatste grote in Nederland was in december 2021. De Braziliaans-Amerikaanse investeringsmaatschappij 3G Capital haalde voor ruim 6 miljard euro raambekleder Hunter Douglas (nummer 49) van de beurs. Als de overname van VolkerWessels-onderdelen door HAL doorgaat, wordt dat een miljardendeal.

Door de onzekere omstandigheden stopt een voor investeringsmaatschappijen belangrijke cyclus. De meeste willen tussen vijf en zeven jaar in een bedrijf zitten. Daarna verkopen ze het, ook omdat hun beleggers hun geld terugwillen. Met de eventuele winst, nieuw geld van beleggers en een lening kunnen de investeerders een volgende aankoop doen.

Fondsen moeten makkelijker hun kapitaal over de grens kunnen ophalen en investeren

De exitmogelijkheden zijn momenteel beperkt. Verkoop van bedrijven aan een branchegenoot is lastig of niet rendabel genoeg. ‘En beursgangen zie je door het onzekere klimaat ook bijna niet,’ zegt Zwart. Pas als het vertrouwen herstelt, komt die cyclus weer op gang.

In de tussentijd moet Europa, vinden ze ook bij de NVP, vol aan de slag met het vorig jaar verschenen rapport van Mario Draghi. Daarin staan aanbevelingen om de Europese economie meer concurrerend te maken, inclusief de totstandkoming van één kapitaalmarkt. ­

Molenaar: ‘Gelukkig ziet iedereen inmiddels in dat we een antwoord moeten geven op de Verenigde Staten en Azië. Private investeerders moeten een groot deel van het kapitaal gaan leveren.’

Kan minder regeldruk Europese investeringen stimuleren?

Draghi pleit voor het verminderen van regeldruk en het harmoniseren van de ­regels. Die verschillen per land, bijvoorbeeld ook als het gaat om het ophalen van kapitaal bij vermogende families.

In de afgelopen jaren pompten investeringsmaatschappijen jaarlijks zo’n 130 miljard euro in Europese bedrijven. Dat bedrag moet omhoog. Volgens Draghi is 800 miljard nodig aan extra investeringen.

De investeringen van private-equityfirma’s en venture-capitalfondsen zijn in de Verenigde Staten twee keer zo groot als in Europa. De NVP ziet kansen voor haar leden om bij te dragen aan die extra investeringen. Molenaar: ‘Dan is het wel belangrijk dat de Europese Unie haar kapitaalmarkt versterkt.

Fondsen moeten makkelijker hun kapitaal over de grens kunnen ophalen en investeren. Als nationale belemmeringen verdwijnen, stroomt dat geld in grotere hoeveelheden naar het Europese bedrijfsleven.’