Staatsschuld is relatief laag – en dat is iets om te koesteren

27 augustus 2025
Gebouw van het Ministerie van Financien in het centrum van Den Haag. (Foto: ANP)

In dit artikel

De feiten: Laagste schuldquote sinds 2007

De staatsschuld steeg vorig jaar met 10 miljard euro naar 491 miljard euro, blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De groei van de staatsschuld blijft daarbij achter bij de groei van de economie.

Mede dankzij de hoge inflatie groeit de economie namelijk hard door. In 2024 kwam het nationaal inkomen uit op 1.122 miljard euro, ruim 60 miljard euro meer dan het jaar ervoor.

De schuldquote (staatsschuld gedeeld door nationaal inkomen) was daarmee 43,7 procent. Dat is bijna de laagste stand in 25 jaar.

Alleen in 2007 was de schuldquote lager, met 42,8 procent. De schuld was toen 266 miljard euro, de economie had een omvang van 622 miljard euro.

 

EW’s visie: Koester de lage staatsschuld

Een lage schuldquote is een kostbaar bezit. Tijdens de kredietcrisis van 2008 had het kabinet ruimte om met kapitaalinjecties de financiële sector overeind te houden.

In 2019 stond de schuldquote met 47 procent weer laag, na in de jaren ervoor steeds boven de Brusselse norm van 60 procent te zijn uitgekomen.

Ook dit keer bewees de lage schuld zijn waarde, bij het uitbreken van de coronacrisis in 2020. In veel gevallen konden burgers en bedrijven toen gebruikmaken van financiële ondersteuning door de overheid.

Opdracht aan nieuw kabinet

En nu is de schuld weer relatief laag. Aan het komende kabinet de taak om dat zo te houden, zeker omdat de economie goed draait.

Maar bovenal omdat er problemen opdoemen aan de horizon. De Amerikanen bedreigen de wereldeconomie met hun handelstarieven, de Russen bedreigen de wereldvrede.

En dan is er nog de energietransitie, die nog veel zal vergen van bedrijfsleven én overheid.

Verdere verdieping: Wat meldt het CBS nog meer over de overheidsfinanciën?

  • De inkomsten van de overheid stegen in 2024 met 30 miljard euro naar 488 miljard euro. Belastingen en premies zijn goed voor 90 procent van die inkomsten.
  • De winstbelasting (vennootschapsbelasting) daalde juist, doordat de grote energiebedrijven hun winsten zagen afnemen. Dat is een gevolg van de gedaalde energieprijs.
  • De stijging van de belastinginkomsten blijft iets achter bij de groei van de economie, daardoor is afgelopen jaar de collectievelastendruk ook (eindelijk) weer iets gedaald. Die lag in 2024 op 38,6 procent. Dat is nog altijd ver boven de 36 procent in 2007.
  • De overheid gaf vorig jaar net geen 500 miljard euro uit, zo’n 8 procent meer dan het jaar ervoor. Met 235 miljard euro ging het meeste op aan uitkeringen zoals de AOW en de bijstand. Personeelskosten kwamen met 97 miljard euro op de tweede plaats.
  • Deze groei van de uitkeringen en de lonen waren het gevolg van de aanhoudend hoge inflatie. Maar ook van het feit dat de overheid blijft uitdijen. Er werken daar dit jaar ruim 1,1 miljoen ambtenaren, onderwijzers en militairen.
  • Het overheidstekort – het verschil in inkomsten en uitgaven van alle overheidslagen samen – kwam vorig jaar uit op 0,9 procent van het nationaal inkomen (10,6 miljard euro). In 2023 bedroeg het tekort nog 0,4 procent (3,9 miljard euro). In 2025 komt het tekort uit op 2,1 procent, volgens ramingen van het Centraal Planbureau.
  • De Rijksoverheid had in 2024 een tekort van 19,9 miljard euro. Dat is iets minder dan in 2023. De gemeenten zagen hun tekorten daarentegen oplopen, van 1,2 miljard euro in 2023 naar 2,9 miljard in 2024: het grootste tekort sinds 2011.
  • De socialezekerheidsfondsen hielden ruim 13 miljard euro over. Denk aan de fondsen voor de AOW en WW. (Terzijde: er is een rechtszaak in de maak over het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Volgens fiscalisten hebben bedrijven daaraan jarenlang miljarden te veel moeten afdragen.)

Verder lezen: Meer over de economie