Achter de polarisatie tussen hoger en lager opgeleiden schuilt een diepe tweedracht tussen geest en ziel, schrijft filosoof Ad Verbrugge op EW Podium. Een bedreiging voor de maatschappelijke orde.
De wereldwijde opkomst van populistische partijen is een symptoom, niet de oorzaak van de gezagscrisis. Ze wijst op een groeiende vervreemding tussen verschillende lagen van de bevolking met een gepolariseerde verbeeldingswereld. Hun gevoel van verongelijktheid trekt een steeds grotere wissel op de maatschappelijke verhoudingen. Er waren spoken door Europa en de rest van de wereld – andere dan in het tijdperk van Karl Marx, maar niet minder verongelijkt en gevaarlijk.
Aangezien de politieke tegenstelling teruggaat op de polarisatie van de verbeeldingswereld zelf, laat dit conflict zich niet reduceren tot mensen die hoger dan wel lager opgeleid zijn. We zien ook steeds meer verzet onder hoogopgeleiden. Er is onder hen zelfs sprake van een vorm van radicalisering, zoals FVD duidelijk maakt. Daarnaast spelen andere tegenstellingen een rol, zoals tussen stad en land en tussen jong en oud.
Toch is het onderscheid tussen hoger en lager opgeleiden relevant. Het is onvermijdelijk dat lager opgeleiden zijn ondervertegenwoordigd in de machtsconstellatie van de netwerkwereld. Zij voelen ook doorgaans sterker onmacht over de maatschappelijke orde waarin ze zich bevinden, evenals het gevoel niet te worden gehoord, gezien en gerepresenteerd.
Theoretische rationaliteit is dominant
Dit onderscheid tussen hoger en lager opgeleiden betreft het intellectuele, theoretische denkvermogen van een mens. De modernisering, waaruit de hedendaagse netwerksamenleving is voortgekomen, voltrekt zich voornamelijk op basis van een theoretische vorm van rationaliteit. In deze verbeeldingswereld hebben ook moreel gesproken ‘denkbeelden’ de overhand.
De polarisatie tussen ‘elite en volk’ of ‘globalisten en lokalisten’ binnen de hedendaagse verbeeldingswereld is wellicht geen toeval. De deugdethiek leert ons dat alleen de intellectuele deugd van de praktische wijsheid intrinsiek verbonden is met het volle zielenleven. Het denken daarentegen kan zich tot op zekere hoogte losmaken van het bezielde leven en zich in zijn eigen denkwereld terugtrekken.
Zo bleek eerder dat modellen – een specifieke vorm van rekenende rationaliteit – losgezongen kunnen raken van de praktijk. Bij uitstek deze denkbeelden en denkmodellen drukken een groot stempel op de inrichting van de netwerksamenleving en de wijze waarop zij haar eigen maatregelen legitimeert.
Tweedracht tussen geest en ziel
De huidige polarisatie is wellicht een indicatie van deze tweedracht in het postmoderne zielenleven zelf: die tussen geest en ziel. Binaire onderscheidingen als theorie en praktijk, model en werkelijkheid, hoofd en lichaam, management en werkvloer, stad en land, man en vrouw en elite en volk kennen een vergelijkbare sferisch-polaire kwaliteit die wijst op dit archetypische onderscheid in het zielenleven en zijn manifestaties in de wereld.
Dat de woke-kritiek op de bestaande orde zich zo uitdrukkelijk richt op ons taalgebruik en de daarin heersende onderscheidingen (zoals tussen man en vrouw), laat zich ook beter begrijpen vanuit de sterk intellectualistische of geestelijke oriëntatie van deze beweging. Voor zover de stad bij uitstek de plaats is van het intellectuele leven van de geest, wijst ook haar sterk internationale en grootstedelijke karakter op dit archetypische onderscheid.
Dat anderen een dergelijke ‘ideologie’ als een aantasting of bedreiging ervaren van hun manier van leven, waarbij zelfs hun geslachtelijke identiteit in het geding komt, verklaart mede de heftige reacties daarop. Deze grootstedelijke geest bezielt hen niet, maar ervaren ze als de ontzieling van de eigen culturele orde, de voorbode van chaos.
Die reacties kunnen op hun beurt een sterk ideologische vorm aannemen, waarin abstracte denkbeelden domineren. Messianistische influencers als Andrew Tate, die vooral bij jongens populair is, komen met een boodschap die niet minder ‘denkbeeldig’ geladen is. Hij is het fotografisch negatief van datgene waartegen hij zich verzet, volwassen mannelijkheid en doorleefde wijsheid zijn ver te zoeken.
Van Poetin tot Van der Plas
De tweedracht tussen geest en ziel speelt zelfs een rol in het conflict tussen het Westen en Rusland, dat ook in het Westen van oudsher bekend staat om de diepte van zijn ‘ziel’. Het is geen toeval dat de Russische president Vladimir Poetin zich steeds uitspreekt tegen de decadentie van het Westen en zijn loochening van traditionele waarden.
Ook de opkomst van BBB is te verklaren vanuit de archetypische spanning tussen geest en ziel. Dat in de BBB-aanhang tot op zekere hoogte het maatschappelijke onderscheid tussen hoger en lager opgeleiden naar voren komt, geeft te denken.
Elite en middenklasse, kom over de brug
De overbrugging van deze archetypisch geladen polarisatie in een meer inclusieve vorm van politiek is een grote verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke elite en middenklasse. Al was het alleen maar om onderlinge vervreemding – en de onrust die daaruit kan ontstaan – te voorkomen. Het vanzelfsprekende contact tussen hoger en lager opgeleiden dat eigen was aan de zuilensamenleving behoort grotendeels tot het verleden.
Traditionele ideologieën en levensbeschouwingen hebben hun zeggingskracht verloren. Verbeeldingswerelden drijven uiteen en gaan een eigen leven leiden. Terwijl een gezonde verhouding van de elite en middenklasse met de onderkant van de samenleving cruciaal is voor het behoud van de maatschappelijke orde. Revolutionair geweld dreigt vooral wanneer de bestuurlijke elite is losgezongen van mensen aan de onderkant en zich niet meer door hen tot de orde laat roepen.
De middenklasse is doorgaans ervan overtuigd dat ze weinig belang heeft bij chaos en geweld in eigen land. Zij die diep gefrustreerd zijn en menen toch niets meer te verliezen te hebben, denken daar anders over.
Dit artikel is een bewerking van een passage uit het nieuwe boek van Ad Verbrugge: De Gezagscrisis. Filosofisch essay over een wankele orde.